Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w68 1/9 blz. 515-516
  • Wat is de kwaliteit van uw deugd?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wat is de kwaliteit van uw deugd?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1968
  • Vergelijkbare artikelen
  • Hoe deugd te ontwikkelen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2001
  • Streeft u deugd na?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
  • Christelijke aanbidding en het bewaren van deugdzaamheid
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
  • Waarom deugd ontwikkelen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2001
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1968
w68 1/9 blz. 515-516

Wat is de kwaliteit van uw deugd?

DE PAREL der deugd wordt tegenwoordig weinig gewaardeerd. Door het najagen van genoegens en eigenbelang zijn deugd en deugdzaamheid in het leven van de grote meerderheid der mensen op de achtergrond geschoven. De bijbel vermeldt deugd echter als een van de fundamentele vereisten voor christenen. Hij beveelt hun, „bij uw geloof deugd [te] voegen, bij uw deugd kennis”, en geeft hun de raad „al wat waar is, . . . eerbaar is, . . . welke deugd er ook is”, te blijven bedenken. — 2 Petr. 1:5; Fil. 4:8.

Deugd wordt gedefinieerd als „het goed-zijn in zedelijke zin, de voortdurende gezindheid het goede te doen en te bevorderen en het slechte na te laten”. In de christelijke Griekse Geschriften is het woord dat met deugd is vertaald aretè, hetgeen door kenners van de Griekse taal gedefinieerd wordt als „intrinsieke waarde, morele goedheid, deugd, . . . elke, in het bijzonder morele, uitnemendheid”. Aan deugd is ook de gedachte verbonden van morele kracht, manlijke flinkheid, zoals blijkt uit het feit dat het Latijnse woord voor deugd, namelijk „virtus”, afgeleid is van een stam („vir”) die „man” betekent. Deugd zou daarom vergeleken kunnen worden met een sterk metaal zoals ijzer dat door het herhaaldelijk te verhitten en af te koelen zo gehard kan worden dat het staal wordt, waardoor het niet alleen sterker, maar ook taaier wordt en onder spanning veel minder kans heeft te breken.

Sommige mensen beschouwen zichzelf als deugdzaam omdat zij, naar het schijnt, geen van de Tien Geboden overtreden. Is dit echter niet op zijn hoogst een negatieve deugdzaamheid? Bovendien heeft zelfs dit soort van deugd verschillende graden van verdienste. Het kan bijvoorbeeld zijn dat iemand niet steelt, alleen omdat hij grote rijkdom heeft geërfd. Er zou niet veel verdienste schuilen in het feit dat hij niet steelt. Dat zou ook niet het geval zijn als iemand niet steelt om de eenvoudige reden dat hij er niet voor in de gelegenheid is.

Het zou ook kunnen zijn dat mensen niet stelen omdat zij er buitensporig prat op gaan „beter” te zijn dan anderen. Zulke personen doen denken aan de Farizeeër uit Jezus’ gelijkenis die bad: „O God, ik dank u dat ik niet zo ben als de rest van de mensen: afpersers, onrechtvaardigen, overspelers, of zelfs zoals deze belastinginner. Ik vast tweemaal per week, ik geef tienden van alle dingen die ik verwerf.” Doch bleek deze man in de ogen van God deugdzaam? Jezus zei van niet. — Luk. 18:9-14.

Of vrees voor de consequenties, straf of schande zouden het enige kunnen zijn waarom iemand ervoor terugdeinst te stelen. Hoewel deze dingen een juiste basis voor deugdzaamheid vormen, is deugd die alleen hierop is gebaseerd niet van de hoogste kwaliteit. Van een dergelijke deugdzaamheid zou gezegd kunnen worden dat ze hoofdzakelijk een hogere vorm van eigenbelang is en meer een kwestie van politiek dan van principe is. Dit punt wordt onderstreept door de woorden van Paulus in zijn raad aan de christenen om de wetten van het land te gehoorzamen, niet alleen wegens vrees voor gramschap of straf, maar „ook vanwege uw geweten”. — Rom. 13:5.

De kwaliteit van deugd wordt nog meer verhoogd als ze gebaseerd is op onze liefde voor onze Schepper, Jehovah God, en op de vrees hem te mishagen. De geïnspireerde psalmist bracht het als volgt tot uitdrukking: „Gij, die den HERE liefhebt, haat het kwade.” Ja, wij behoren het goede lief te hebben en werkelijk het kwade, het goddeloze, dat wat God mishaagt, te haten. Jezus Christus bezat zulk een deugdzaamheid toen hij op aarde was, zoals wij over hem lezen: „Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid.” Die liefde voor het goede en die afkeer van het kwaad stelden hem in staat alle aanvallen te doorstaan die de Duivel in de vorm van verleidingen en vervolging over hem kon laten komen. — Ps. 97:10; 45:8 7; Hebr. 5:8.

Deze liefde voor rechtvaardigheid, deze vrees zijn Schepper te mishagen, zal iemand niet alleen helpen het kwaad te vermijden, doch zal iemand er ook toe aanzetten positief te worden in zijn deugdzaamheid, want strikt genomen betekent deugd of deugdzaamheid eigenlijk niet alleen maar het ontbreken van ondeugd of verdorvenheid. Ja, deugd, die in de Schrift vaak met rechtvaardigheid wordt aangeduid, is meer dan een negatieve goedheid. Jezus toonde dit aan toen hij de wet van Mozes op positieve wijze samenvatte met de woorden: „Alle dingen dan die gij wilt dat de mensen voor u doen, moet ook gij insgelijks voor hen doen; dit is trouwens de betekenis van de Wet en de Profeten.” — Matth. 7:12.

Daarom zou men van een jong kind wel kunnen zeggen dat het vanwege zijn prille jeugd onschuldig is, doch niet dat het deugdzaam is. Het zou trouwens al heel jong moeten zijn om alleen vanwege zijn leeftijd als onschuldig te worden beschouwd, want wij lezen tegenwoordig van zesjarige moordenaars. Eén kind doodde weloverwogen zijn vader met een jachtgeweer; een ander schoot een speelkameraadje opzettelijk met een geweer dood. Zulke kinderen vormen voor de politie en de rechtbanken een probleem, daar geen enkele wetgeving in een berechting van zulke jeugdige misdadigers voorziet! — New York Times van 24 oktober 1967; New York Sunday News van 19 november 1967.

De positieve zijde van deugd en deugdzaamheid wordt onderstreept door de woorden van Jezus tot een rijke jonge regeerder die naar hem toe was gekomen met de vraag wat hij moest doen om eeuwig leven te beërven en die kennelijk heel tevreden was over zichzelf omdat hij de grotendeels negatieve aspecten van de wet van Mozes onderhield. Jezus toonde hem echter aan wat hem ontbrak: een positieve goedheid of deugdzaamheid. „Geef aan de armen . . . en kom, wees mijn volgeling.” De jongeman stelde echter geen belang in die hoge kwaliteit van deugdzaamheid en werd daarom „treurig gestemd door dit woord en ging bedroefd heen”. — Mark. 10:17-22.

Er zijn dus duidelijk verschillende soorten van deugd; niet alle deugd is van dezelfde kwaliteit. Er is een negatieve deugd die erin bestaat goddeloosheid na te laten of anderen geen nadeel te berokkenen, en er bestaat deugd die meer op politiek dan op principe is gebaseerd. Hierover heeft Jezus gezegd: „Indien uw rechtvaardigheid [of deugd] niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en Farizeeën, [zult] gij het koninkrijk der hemelen geenszins . . . binnengaan” (Matth. 5:20). Ten einde onze deugd als een parel te behoeden en de beloning van eeuwig leven die ze met zich brengt, te verwerven, moeten wij ervoor zorgen dat ze haar goede kwaliteit behoudt, ja, steeds beter van kwaliteit wordt. Nooit mogen wij een zelfvoldane houding ten opzichte van onze deugd aannemen. Wij moeten te allen tijde acht slaan op de raad: „Wie daarom denkt te staan, passe op dat hij niet valt.” — 1 Kor. 10:12.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen