Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • 14 Nisan — Een dag om te gedenken
    De Wachttoren 1985 | 15 februari
    • beschermd mogen worden tegen de goddeloze, Satan, terwijl zij zich afgescheiden van de wereld bewaren. En hij bidt ook of dezelfde liefdevolle eenheid die er tussen hem en de Vader bestaat, onder zijn steeds in aantal toenemende volgelingen mag blijven groeien. — Joh. hfdst. 17.

      18. Waarom gebruikten er, gezien het totaalaantal aanwezigen bij de Gedachtenisviering in 1984, slechts zo weinig mensen van de symbolen?

      18 Wij hebben slechts enkele van de kostbare waarheden en gedachten besproken die Jezus op die avond ongeveer 1952 jaar geleden met zijn discipelen deelde. Toch zullen deze waarheden en gedachten ons helpen te begrijpen waarom de 14de Nisan inderdaad een dag is om te gedenken. Geen wonder dan ook dat verleden jaar 7.416.974 getuigen van Jehovah en hun vrienden inzagen hoe belangrijk het was bijeen te komen om het Avondmaal des Heren te vieren. En toch waren er van deze grote menigte slechts 9081 personen die van de symbolen gebruikten. Waarom? Omdat de overgrote meerderheid van Jehovah’s Getuigen in deze tijd zichzelf ziet als een deel van de „grote schare” die „voor de troon en voor het Lam” staat. Zij zien uit naar eeuwig leven op onze planeet de Aarde, niet naar leven in de hemel, waar de 144.000 „de duizend jaren met [Christus] als koningen [zullen] regeren”. — Openb. 7:9; 20:6; Ps. 37:11.

      19. Wat vormt de basis voor de studie van de volgende week, en waarom is het belangrijk dat allen daarbij aanwezig zijn?

      19 Er zijn echter enkele vragen gerezen met betrekking tot het verband tussen het Avondmaal des Heren en de „grote schare” „andere schapen” (Joh. 10:16). Het schijnt derhalve passend dat deze aangelegenheden in het volgende artikel worden besproken zodat er, nu er weer een Gedachtenisviering voor de deur staat, bij niemand misverstanden bestaan. — 1 Thess. 5:21.

  • De „andere schapen” en het Avondmaal des Heren
    De Wachttoren 1985 | 15 februari
    • De „andere schapen” en het Avondmaal des Heren

      „[Jezus] is een zoenoffer voor onze zonden, echter niet alleen voor de onze, maar ook voor die van de gehele wereld.” — 1 JOHANNES 2:2.

      1. Wat zijn de positieve resultaten van de ’prediking van het goede nieuws van het koninkrijk’?

      JEZUS zei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Matth. 24:14). Er zijn nog personen van het geslacht van 1914 in leven en zij kunnen ervan getuigen dat Jehovah’s Getuigen dit gebod getrouw ten uitvoer hebben gebracht. Het resultaat is, dat honderdduizenden oprechte personen, gedesillusioneerd door het falen van deze wereld, positief op het goede nieuws hebben gereageerd. Zij hebben zich aan Jehovah God opgedragen en de zijde van zijn koninkrijk gekozen. Deze opdracht hebben zij in het openbaar gesymboliseerd door zich in water te laten dopen. In 1984 hebben 179.421 personen verkozen deze verstandige handelwijze te volgen. In feite hebben zij tot het volk voor Gods naam gezegd: „Wij willen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord dat God met ulieden is.” — Zach. 8:23.

      2. Door welke factor is bepaald wanneer Jezus zijn „andere schapen” zou bijeenvergaderen?

      2 Deze steeds toenemende „grote schare” aanbidders vormt een deel van de groep personen die door Jezus als zijn „andere schapen” werden beschreven (Openb. 7:9, 15; Joh. 10:16). Zij hebben het schitterende vooruitzicht om eeuwig in een aards paradijs te leven (Ps. 37:29). Jezus voorzei dat hij deze getrouwe volgelingen van hem zou bijeenvergaderen nadat hij eerst zijn onverdeelde herderlijke aandacht zou hebben gegeven aan de bijeenvergadering van een „kleine kudde” van met schapen te vergelijken personen ten aanzien van wie hij als de Middelaar van het nieuwe verbond optreedt (Luk. 12:32; Hebr. 9:15). Met deze bijeenvergadering van twee met schapen te vergelijken klassen mensen in „één kudde” in gedachten, kunnen wij begrijpen waarom de apostel Johannes zei dat Jezus Christus „een zoenoffer [is] voor onze zonden, echter niet alleen voor de onze, maar ook voor die van de gehele wereld”. — 1 Joh. 2:1, 2.

      Veranderingen in hun zienswijze

      3, 4. (a) Hoe hebben velen een veranderde zienswijze verkregen met betrekking tot het vieren van het Avondmaal des Heren? (b) Wat bedoelde Paulus toen hij zei: ’Zo dikwijls als gij eet en drinkt’?

      3 Velen van de pas bijeenvergaderde „andere schapen” waren gewend naar de mis of ter communie te gaan. Hoe vaak zij dit deden en de manier waarop de plechtigheid plaatsvond, hing af van de geloofsovertuiging van de religieuze organisatie waartoe zij behoorden. Nu zijn zij echter tot het besef gekomen dat het Avondmaal des Heren slechts eenmaal per jaar gevierd moet worden. Waarom is dit zo? Wel, heel eenvoudig omdat het joodse Pascha slechts eenmaal per jaar gevierd werd en Jezus de Gedachtenisviering op diezelfde pascha-avond instelde, namelijk op 14 Nisan. Bij die gelegenheid zei hij tegen zijn discipelen: „Blijft dit tot mijn gedachtenis doen.” Paulus voegt eraan toe: „Want zo dikwijls als gij dit brood eet en deze beker drinkt, blijft gij de dood des Heren verkondigen totdat hij gekomen zal zijn” (1 Kor. 11:24-26). Het is duidelijk dat Jezus bedoelde dat zijn discipelen zijn dood op de dag van het Pascha moesten gedenken, en dat was een jaarlijkse gebeurtenis. De Gedachtenisviering is derhalve al „dikwijls” gehouden gedurende de lange tijd dat de christelijke gemeente bestaat. In feite heeft de Gedachtenisviering reeds 1952 maal plaatsgevonden.

      4 De klasse der „andere schapen” is gaan beseffen dat er nog een andere belangrijke verandering van zienswijze is. In plaats dat zij van het brood en de wijn gebruiken, zoals velen van hen dit vroeger in een kerk deden, blijkt hun situatie nu ’rechtgezet’ te zijn: zij zijn toeschouwers. Waarom is dit zo, en kunnen wij aan de hand van de Schrift bewijzen dat er bij deze gelegenheid zowel toeschouwers als deelnemers kunnen zijn? — 2 Kor. 13:11; 2 Tim. 3:16, 17.

      5. (a) Beschrijf de fundamentele stappen die iemand moet doen om voordeel te trekken van Jezus’ slachtoffer. (b) Waarom heeft God op een speciale wijze gehandeld ten behoeve van 144.000 navolgers van Christus Jezus?

      5 Wil iemand voordeel trekken van het door Christus Jezus verschafte „zoenoffer”, dan moeten er bepaalde stappen worden gedaan, ongeacht of hij verwacht hemels leven te zullen ontvangen of de hoop koestert in het aardse Paradijs te leven. Deze fundamentele stappen zijn de volgende: (1) nauwkeurige kennis van Gods Woord verwerven (Rom. 10:13-15); (2) geloof oefenen (Hebr. 11:6); (3) berouw (Matth. 4:17); (4) bekering (Hand. 3:19); (5) zich opdragen (Luk. 9:23); en (6) de doop (Matth. 28:19). Pas nadat deze stappen zijn gedaan, gaat God op een speciale wijze handelen ten aanzien van iemand die hij uitkiest om tot de 144.000, de „kleine kudde”, te behoren. Met welk doel?

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen