Is gokken iets voor christenen?
MAG een christen gokken om te proberen iets voor niets te krijgen? Nee, want Gods Woord moedigt hem aan te werken om in het onderhoud van zichzelf en zijn gezin te voorzien: „’Als iemand niet wil werken, laat hij dan ook niet eten.’ . . . Door rustig te werken [moeten zij] voedsel . . . eten dat zij zelf verdienen.” — 2 Thessalonicenzen 3:10, 12.
Een socioloog noemde de loterij ’een middel waarmee veel arme mensen enkele mensen rijk maken’, en dat geldt voor gokken in het algemeen. Zou een christen zich willen verrijken ten koste van mensen die zich dat slecht kunnen veroorloven? Christenen moeten ’hun naaste liefhebben als zichzelf’ (Markus 12:31). Maar gokken drijft eerder tot zelfzucht dan tot liefde, eerder tot onverschilligheid dan tot medegevoel.
Gokken wordt vaak ingegeven door hebzucht, een geest die het christendom vreemd is. In Romeinen 7:7 zei Paulus: „Gij moogt niet begeren.” Het woord „begeren” betekent „verlangen te bezitten, hunkeren naar”. Karakteriseert dat niet de buitensporige wens van de gokker om het geld van zijn naasten te winnen? Die wens is onverenigbaar met het christelijke ideaal van delen en geven.
De bijbel zegt: „De liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijke dingen, en door hun streven op die liefde te richten, [hebben] sommigen . . . zich overal met vele pijnen doorboord” (1 Timotheüs 6:10). Dit is een goede beschrijving van de situatie waarin de dwangmatige gokker verkeert, verslaafd als hij is aan een gewoonte die hem pijnlijk doorboort, keer op keer.
Jezus zei dat mensen te herkennen zijn aan „hun vruchten” (Mattheüs 7:20). Afgezien van de ellende waaronder gokverslaafden en hun gezin gebukt gaan, wordt gokken ook al lang geassocieerd met oneerlijkheid en criminaliteit. In The New Encyclopædia Britannica wordt opgemerkt: „Veel van het stigma dat op gokken rust, is te wijten aan de oneerlijkheid van de organisators ervan.” De georganiseerde misdaad is in verband gebracht met zowel legale als illegale gokactiviteiten. Zou een christen die industrie willen steunen, al is het indirect?
Zoals in het tweede artikel van deze reeks is uiteengezet, komt bij het gokken vaak een bijgelovig letten op geluksgetallen, geluksdagen of gelukstijden kijken. Vrouwe Geluk wordt al eeuwen het hof gemaakt door gokkers die naar haar gunsten dingen. Door de Romeinen werd zij Fortuna genoemd, en de stad Rome telde op het laatst 26 ter ere van haar gebouwde tempels.
De profeet Jesaja sprak over een soortgelijke godheid, gadh genoemd, die door afvallige Israëlieten werd aanbeden. Hij schreef: „Gij zijt het die Jehovah verlaat, . . . die een tafel in orde brengt voor de god van het Geluk [Hebreeuws: gadh]” (Jesaja 65:11). Op de laatste dag van het jaar was het de gewoonte, voor de god van het Geluk een tafel klaar te maken waarop allerlei voedsel stond. Op die manier hoopten de mensen uit de oudheid zich er voor het komende jaar van te verzekeren dat het geluk met hen zou zijn.
Degenen die er naïef op vertrouwden dat gadh of Vrouwe Geluk hun problemen zou oplossen, genoten Gods goedkeuring niet. Het werd gelijkgesteld met het verlaten van de ware God, Jehovah. In plaats van door het stof te gaan voor de grillige gunst van Fortuna, moeten christenen zich verlaten op de ware God, Jehovah, Hij die ons rijkdommen van veel grotere waarde belooft, Hij die ons nooit in de steek zal laten.