Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • „Blijft mij verwachten”
    De Wachttoren 1996 | 1 maart
    • Wat Moab en Ammon betreft, volgens de joodse geschiedschrijver Josephus voerden de Babyloniërs in het vijfde jaar na de val van Jeruzalem oorlog tegen hen en overwonnen hen. Vervolgens hielden zij, zoals was geprofeteerd, op te bestaan.

  • „Blijft mij verwachten”
    De Wachttoren 1996 | 1 maart
    • 15. Hoe zou Jehovah de goden van de natiën die een groot air tegen zijn volk hadden aangenomen, vernederen?

      15 Psalm 83 vermeldt een aantal natiën, met inbegrip van Moab, Ammon en Assyrië, die een groot air tegen Israël aannamen en snoevend zeiden: „Komt en laten wij hen als natie verdelgen, opdat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht” (Psalm 83:4). De profeet Zefanja maakte moedig bekend dat al deze hoogmoedige natiën en hun goden door Jehovah der legerscharen vernederd zouden worden. „Dit zullen zij hebben in plaats van hun trots, omdat zij het volk van Jehovah der legerscharen hebben gesmaad en er een groot air tegen bleven aannemen. Vrees inboezemend zal Jehovah tegen hen zijn; want hij zal stellig alle goden der aarde uitmergelen, en men zal zich voor hem neerbuigen, ieder vanuit zijn plaats, alle eilanden der natiën.” — Zefanja 2:10, 11.

  • „Blijft mij verwachten”
    De Wachttoren 1996 | 1 maart
    • Daarom, zo waar ik leef,’ is de uitspraak van Jehovah der legerscharen, de God van Israël, ’Moab zelf zal net als Sodom worden, en de zonen van Ammon als Gomorra, een domein van netels, en een zoutput, en een verlaten woestenij, ja, tot onbepaalde tijd.

  • „Blijft mij verwachten”
    De Wachttoren 1996 | 1 maart
    • 14. Welk bewijs is er dat vreemde natiën ’een groot air aannamen’ tegen de Israëlieten en hun God, Jehovah?

      14 Moab en Ammon waren Israëls erfvijanden. (Vergelijk Rechters 3:12-14.) De Mesasteen, die zich in het Louvre te Parijs bevindt, draagt een inscriptie met een pocherige verklaring van de Moabitische koning Mesa. Hij verhaalt trots dat hij met de hulp van zijn god Kamos verschillende Israëlitische steden heeft ingenomen (2 Koningen 1:1). Jeremia, een tijdgenoot van Zefanja, sprak erover dat de Ammonieten in de naam van hun god Malkam het Israëlitische gebied Gad in bezit hadden genomen (Jeremia 49:1).

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen