Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Naftali
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
    • Van de tijd van de rechters tot de ballingschap. In zijn sterfbedprofetie had Jakob Naftali als „een ranke hinde” aangeduid (Ge 49:21). Dit kan een zinspeling geweest zijn op de snelvoetigheid en de vaardigheid van de krijgslieden uit deze stam, wat door de geschiedenis van de stam bevestigd schijnt te worden. Tienduizend man uit Naftali en Zebulon gaven moedig gehoor aan de oproep van Barak om ten strijde te trekken tegen de goed uitgeruste strijdkrachten onder aanvoering van Sisera en werden naderhand met een overwinning gezegend. Barak zelf kwam kennelijk uit de stam Naftali, want Kedes-Naftali was blijkbaar zijn geboorteplaats (Re 4:6-15; 5:18). De stam Naftali ondersteunde ook rechter Gideon in de strijd tegen de Midianieten. — Re 6:34, 35; 7:23, 24.

      Jaren later kwamen 1000 oversten en 37.000 andere krijgslieden uit de stam Naftali naar Hebron om David tot koning over heel Israël te maken. Voor de feestelijkheden in verband met deze gebeurtenis bracht men zelfs helemaal uit Issaschar, Zebulon en Naftali voedsel (1Kr 12:23, 34, 38-40). Onder het leiderschap van koning David schijnt de stam Naftali een opmerkelijk aandeel aan de onderwerping van Israëls vijanden te hebben gehad. — Ps 68:1, 27 en Ops.

  • Naftali
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
    • Jesaja’s profetie. De beschrijving in Jesaja 9:1 kan heel goed betrekking hebben op de door toedoen van de Assyriërs geleden schande: „De donkerte zal niet zo zijn als toen het land in benardheid was, zoals in de vroegere tijd toen men het land van Zebulon en het land van Naftali met verachting bejegende.” Direct daarna geeft Jesaja te kennen dat in een latere tijd datgene wat met verachting was bejegend — „de weg aan de zee, in de Jordaanstreek, Galilea der natiën” — tot eer gebracht zou worden. Hij vervolgt: „Het volk dat in de duisternis wandelde, heeft een groot licht gezien. Wat hen betreft die in het land van diepe schaduw woonden — licht heeft op hen geschenen” (Jes 9:1, 2). Deze woorden werden aangehaald door Mattheüs (4:13-17) en toegepast op Christus Jezus, „het licht der wereld”, en op zijn activiteit (Jo 8:12). Daar Jezus Kapernaüm, dat in het gebied van Naftali lag, tot „zijn eigen stad” maakte (Mt 4:13; 9:1), zou er gezegd kunnen worden dat hij in zekere zin tot Naftali behoorde. Daarom konden ook Jakobs profetische woorden omtrent Naftali — „Hij geeft bevallige woorden” — terecht op Jezus worden toegepast (Ge 49:21). Er kan inderdaad worden gezegd dat de Zoon van God ’bevallige woorden gaf’, zodat zelfs beambten die waren uitgezonden om hem te arresteren, uitriepen: „Nooit heeft iemand anders op deze wijze gesproken.” — Jo 7:46.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen