De zienswijze van de bijbel
Hulp bij uw verdriet
„VERDRIET MAAKT VAN ONS ALLEMAAL WEER KINDEREN — HET DOET ALLE VERSCHILLEN IN INTELLECT TENIET. DE WIJSTEN WETEN NIETS.” — RALPH WALDO EMERSON, 19DE-EEUWS AMERIKAANS DICHTER EN ESSAYIST.
DE ANGEL des doods pijnigt de meeste nabestaanden niet alleen maar verdooft hen ook — man, vrouw, vader, moeder, zoon, dochter, vriend of vriendin. De wijzen kunnen vragen stellen maar krijgen geen antwoorden die troost bieden, en de sterken kunnen huilen onder het gewicht van het verdriet maar vinden geen verlichting. Bijbellezers moeten misschien denken aan de jammerklacht van David bij de terechtstelling van de verraderlijke Absalom: „Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! O was ik maar gestorven, ikzelf, in plaats van u, Absalom mijn zoon, mijn zoon!” (2 Samuël 18:33) Dit was niet de kreet van een koning om een verrader; het was de kreet van een vader om zijn dode zoon. Het kan zijn dat u zich net zo gevoeld hebt toen u een beminde verloor.
In een tijd van intens verdriet kunnen er moeilijke vragen bij iemand opkomen. ’Waarom moest het gebeuren? Wist God dat dit zou gebeuren? Als hij het inderdaad wist, waarom heeft hij het dan niet voorkomen?’ Ook al heeft iemand een gedegen bijbelkennis en weet hij dat de doden een opstanding zullen krijgen, dan nog kunnen kwellende vragen diepe meditatie vergen wil hij troost vinden.
Onjuiste antwoorden bevredigen niet echt, ze bieden slechts valse troost. Als iemand verteld wordt: ’God had je beminde nodig’, dan heeft dat vaak tot gevolg dat hij of zij zich verbitterd van God afkeert. De waarheid, vervat in de bijbel, beantwoordt vragen over verdriet en brengt iemand dichter tot Jehovah God in plaats van hem of haar van God af te stoten. In 2 Korinthiërs 1:3, 4 wordt ons verzekerd dat hij de Vader der tedere barmhartigheden en de God van alle vertroosting is.
Gods kennis en macht zijn met elkaar in evenwicht
Jehovah, de Almachtige, is op de hoogte van alles wat er in zijn uitgestrekte schepping gebeurt. Psalm 11:4 geeft ons de verzekering: „Jehovah — in de hemel is zijn troon. Zijn eigen ogen aanschouwen, zijn eigen stralende ogen onderzoeken de mensenzonen.” In Hebreeën 4:13 schreef de apostel Paulus: „Geen schepping is voor zijn ogen niet openbaar.” God weet het niet alleen, het doet hem ook iets! Jezus zei: „Worden niet twee mussen voor een geldstuk van geringe waarde verkocht? Toch zal er niet één van op de grond vallen zonder medeweten van uw Vader. . . . Gij zijt meer waard dan vele mussen.” — Mattheüs 10:29, 31.
Had God de vroegtijdige dood van een beminde en het daaropvolgende verdriet kunnen voorkomen? Zeker wel. „Bij God zijn alle dingen mogelijk”, verklaarde Jezus (Markus 10:27). Lang geleden luisterde Jehovah naar het gebed van de stervende Hizkia en genas hij hem en voegde jaren aan zijn leven toe (Jesaja 38:2-5). Er is geen twijfel omtrent Jehovah’s vermogen om alles te doen wat hij wil, maar wij moeten meer over zijn wil begrijpen. Wij hebben allemaal verslagen gelezen over mensen die ernstig gewond of ziek waren en toch in leven bleven. Heeft Jehovah ten behoeve van hen ingegrepen?
Sommige mensen hebben een buitengewoon vermogen om te herstellen en een krachtige wil om te leven. Dat zou hun schijnbaar miraculeuze herstel kunnen verklaren. Het kan ook zijn dat een nieuwe therapie succesvol is gebleken. Wij mogen dus niet automatisch concluderen dat Jehovah heeft ingegrepen. — Filippenzen 4:13.
Gods Woord verklaart waarom mensen sterven
In Romeinen 5:12 legt de apostel Paulus heel eenvoudig uit dat onze voorvader Adam tegen zijn Schepper in opstand kwam en terecht ter dood werd veroordeeld. Omdat wij zijn nakomelingen zijn, zijn wij zondaars en te allen tijde aan de dood onderhevig. Wij hebben geen waarborg dat wij blijven leven. De wijze koning Salomo uit de oudheid maakt duidelijk dat tijd en onvoorziene gebeurtenissen iedereen op elk willekeurig moment kunnen treffen, of het nu om een dodelijk ongeval of een plotselinge ongeneeslijke ziekte gaat. Of iemand kan met een aangeboren afwijking ter wereld komen die zijn leven verkort. Salomo legt ook uit dat er bij God voor alles een tijd is. God heeft een tijd vastgesteld om te genezen, niet slechts een enkeling of een paar mensen, maar de hele gelovige mensheid tijdens de regering van Christus Jezus. — Prediker 3:1; 9:11; 1 Korinthiërs 15:25, 26.
Houd dit ernstig stemmende feit in gedachte: Christenen zijn niet gevrijwaard voor de rampen die de mensheid treffen en zijn dus onderhevig aan ervaringen die de mensheid gemeen zijn. „De beproevingen die gij hebt moeten dragen, zijn niet meer dan mensen normaal meemaken.” — 1 Korinthiërs 10:13, JB.
Hoe uw verlies te boven te komen
De dood is een tijd voor tranen vermengd met de grootste oprechtheid bij het aanroepen van Jehovah, de Hoorder van het gebed. Nader nu tot God zoals u dat nog nooit gedaan hebt. Stort uw hart als nooit tevoren uit in een smeekbede om inzicht, om kracht om aan de nieuwe situatie te wennen. De bijbel moedigt ons daar uitdrukkelijk toe aan. Petrus zegt: ’Werp al uw bezorgdheid op hem, want hij zorgt voor u’ (1 Petrus 5:7). Wat vertroostend zijn de woorden van God in Jesaja 57:15: „Dit heeft de Hoge en Verhevene, die voor eeuwig verblijf houdt en wiens naam heilig is, gezegd: ’In den hoge en in de heilige plaats houd ik verblijf, alsook bij de verbrijzelde en ootmoedige van geest.’” De verbrijzelde klampt zich aan de Vader vast; er is een hechtere band dan ooit. „Hoe dichter u tot God nadert, des te dichter zal hij tot u naderen”, schrijft Jakobus (Jakobus 4:8, JB). Jakobus verzekert ons dat God bereid is ons de nodige wijsheid en kracht te geven om ons verlies te boven te komen.
Daarnaast zult u bemerken dat u meelevender wordt met de beproevingen en tegenslagen van anderen, dat u meer met hen mee kunt voelen. U zult beter weten hoe het anderen te moede is en hoe u woorden van troost en hoop kunt uiten. Misschien kunt u iemand die treurt door zijn verdriet heen helpen. Ja, u zult grotere empathie voor anderen hebben in hun smart. — Filippenzen 2:1.
Het verlies van een beminde kan enige tijd, misschien lange tijd, verdrietig en pijnlijk zijn. Toch kan het u uiteindelijk een duidelijker kijk geven op de hoop die voor ons ligt, de hoop God vrij van pijnlijke ervaringen te dienen. Wij kunnen zelfs sterker worden in onze christelijke persoonlijkheid. — 1 Petrus 1:6, 7.
Geef het dus ondanks de pijn van het verdriet nooit op! Laat het uw vaste besluit zijn God trouw en loyaal te blijven dienen, tot zijn heerlijkheid en eer en tot uw eeuwige redding.
[Illustratieverantwoording op blz. 26]
De dag voor het vertrek door Jozef Israels: Schenking van Alice N. Lincoln; met toestemming van het Museum of Fine Arts, Boston