Waarom erover gepraat moet worden
„Door ijzer wordt ijzer zelf gescherpt. Zo scherpt de ene man het aangezicht van de ander.” — Spreuken 27:17, de bijbel.
MESSEN worden niet gescherpt door ze tegen elkaar te slaan. Scherpen moet rustiger en met zorg gebeuren. Zo zijn er ook goede en verkeerde manieren om de geest door een gesprek te scherpen, vooral wanneer het gevoelige onderwerpen zoals godsdienst betreft.
Om te beginnen moeten wij de ander in zijn waarde laten en respect tonen in onze woorden en ons gedrag. „Uw spreken zij altijd minzaam, gekruid met zout”, zegt de bijbel (Kolossenzen 4:6). Hoffelijke en aangename taal is niet dogmatisch van toon, zelfs niet wanneer de spreker ervan overtuigd is dat hij gelijk heeft en dat de ander het bij het verkeerde eind heeft.
Hoffelijkheid komt ook tot uiting in de manier waarop wij luisteren. Wij kunnen niet hoffelijk luisteren als wij de ander in de rede vallen of als wij niet echt luisteren omdat wij ons voorbereiden op ons volgende argument. Degene die aan het woord is, zal ons kennelijke gebrek aan belangstelling voor zijn of haar zienswijze hoogstwaarschijnlijk opmerken en misschien een eind aan het gesprek maken. Ook mogen wij een ander er nooit toe dwingen of pressen van mening te veranderen. Per slot van rekening is het ’God die het waarheidszaad wasdom geeft’ in het hart van een ontvankelijke luisteraar. — 1 Korinthiërs 3:6.
Wij hebben het uitstekende voorbeeld van de apostel Paulus, die in zijn bediening ’redeneerde’ en „overredingskracht” gebruikte (Handelingen 17:17; 28:23, 24). Paulus sprak met mensen over godsdienst waar hij hen maar aantrof, bijvoorbeeld op de markt en bij hen thuis (Handelingen 17:2, 3; 20:20). Jehovah’s Getuigen streven ernaar dat voorbeeld te volgen door daarheen te gaan waar mensen te vinden zijn en met hen te redeneren aan de hand van de Schrift.
Vermijd misverstanden
De natie Israël had zich nog maar net in het Beloofde Land gevestigd toen een misverstand over een altaar hen op het randje van een burgeroorlog bracht. De mensen die zich ten oosten van de Jordaan vestigden, bouwden een altaar, maar de andere stammen interpreteerden dit verkeerd en dachten dat het een altaar voor valse aanbidding was. Daarom bereidden zij zich voor op een militaire actie om hun broeders te tuchtigen. Maar zij wilden niet overhaast te werk gaan. Voordat zij tot de aanval overgingen, stuurden zij een afvaardiging om te informeren naar de reden voor het altaar. Tot hun grote opluchting hoorden zij dat het slechts een monument was — „een getuige” — om alle stammen te herinneren aan hun eenheid ten opzichte van Jehovah God. Door te praten werd een conflict voorkomen en bleven veel mensenlevens gespaard! — Jozua 22:9-34.
Misverstanden leiden thans eveneens vaak tot verwijdering en zelfs vooroordeel. Zo hebben sommigen Jehovah’s Getuigen als godsdienstfanaten beschouwd naar aanleiding van berichten over hun weigering bloedtransfusies te nemen. Maar personen die daarnaar persoonlijk bij de Getuigen informeerden, waren vaak aangenaam verrast te horen dat er een bijbelse basis voor hun standpunt is en dat er veilige en doeltreffende alternatieve behandelingen bestaan (Leviticus 17:13, 14; Handelingen 15:28, 29). Wegens problemen met de bloedvoorraad schreef een columnist zelfs: „God [zij] gedankt dat Jehovah’s Getuigen baanbrekend bezig zijn met onderzoek naar bloedvervangende middelen.”
Ook hebben sommigen geweigerd met de Getuigen te spreken omdat hun verteld is dat Jehovah’s Getuigen niet in Jezus Christus geloven. Wat is dat ver bezijden de waarheid! De Getuigen beklemtonen juist de rol van Jezus bij onze redding door uit te leggen dat hij Gods Zoon is, die door God naar de aarde werd gezonden om mensen los te kopen van zonde en dood. Door over deze kwestie met de Getuigen te spreken, zijn de misverstanden bij mensen opgehelderd. — Mattheüs 16:16; 20:28; Johannes 3:16; 14:28; 1 Johannes 4:15.
De waarheid — Populair of impopulair?
Wat velen misschien zal verbazen, is dat wanneer het om godsdienst gaat, dat wat gangbaar is meestal verkeerd is. Jezus Christus zelf leerde: „Gaat in door de nauwe poort; want breed en wijd is de weg die naar de vernietiging voert, en velen zijn er die daardoor ingaan; maar nauw is de poort en smal de weg die naar het leven voert, en weinigen zijn er die hem vinden.” — Mattheüs 7:13, 14.
In Noachs tijd spraken slechts acht personen in geestelijke kwesties de waarheid — Noach, zijn vrouw, zijn drie zoons en hun echtgenotes. Hun waarschuwingsboodschap en de bouw van de ark maakten hen ongetwijfeld tot het mikpunt van spotternijen, van beschimpingen zelfs. Maar Noach en zijn gezin lieten zich niet intimideren; zij bleven prediken en bouwen (Genesis 6:13, 14; 7:21-24; 2 Petrus 2:5). Zo ook volgden slechts drie personen Gods aanwijzingen op om de verwoesting van Sodom en Gomorra te overleven. — Genesis 19:12-29; Lukas 17:28-30.
Hoe gaat het in onze tijd? „Als Christus nu in het vlees zou wederkomen, dan zouden de mensen hem waarschijnlijk weer doden”, zei een huisbewoner tegen een van Jehovah’s Getuigen. Volgens hem zouden Jezus’ leringen en hoge morele maatstaven nu net zo impopulair zijn als 2000 jaar geleden. Denkt u er ook zo over?
Zo ja, dan hebt u gelijk, want Jezus waarschuwde zijn discipelen: „Gij zult ter wille van mijn naam voorwerpen van haat zijn voor alle natiën” — een voorzegging die is uitgekomen (Mattheüs 24:9). Joodse leiders in Rome zeiden tegen de apostel Paulus over het christendom: ’Wat deze sekte aangaat, ze ondervindt overal tegenspraak’ (Handelingen 28:22). De impopulariteit van het christendom weerhield Christus’ volgelingen er echter niet van hun geloof met anderen te delen, net zomin als oprechte mensen zich erdoor van lieten weerhouden met de christenen te praten. — Handelingen 13:43-49.
Jezus’ boodschap is nu belangrijker dan ooit. Waarom? Omdat uit de wereldtoestanden blijkt dat wij thans in „de laatste dagen” van dit samenstel leven en dat deze dagen zullen culmineren in het zuiveren van de aarde van alle kwaaddoen. Jezus vergeleek onze tijd met de dagen van Noach (2 Timotheüs 3:1-5; Mattheüs 24:37-39). Het is er nu dus niet de tijd naar om ons geloof zonder meer als het ware te beschouwen, want eeuwig leven wordt alleen gegeven aan hen die God kennen en die „hem met geest en waarheid aanbidden”. — Johannes 4:24; 2 Thessalonicenzen 1:6-9.
Hoe de juiste weg te vinden
Francis Bacon, een Engels filosoof, essayist, rechtsgeleerde en staatsman uit de zeventiende eeuw, gaf waarheidszoekers de raad „af te wegen en te overdenken”. En een van de eerste presidenten van de Verenigde Staten, Thomas Jefferson, zei: „De rede en vrij navraag doen zijn de enige effectieve middelen tegen dwaling. . . . Het zijn de natuurlijke vijanden van dwaling.” Zijn wij dus oprecht op zoek naar de waarheid, dan zullen wij ’afwegen en overdenken’ en gebruikmaken van „de rede en vrij navraag doen”.
Aangevend waarom zo’n benadering van wezenlijk belang is, merkte de Britse wetenschapper Sir Hermann Bondi op: „Daar hooguit één geloof waar kan zijn, is de kans uiterst groot dat mensen vast en oprecht geloven in iets onwaars op het gebied van geopenbaarde religie. Je zou verwachten dat dit voor de hand liggende feit zou leiden tot enige nederigheid, tot de gedachte dat hoe diep iemands geloof ook zit, het heel goed denkbaar is dat men zich vergist.”
Hoe kan iemand dus vaststellen of hij zich inderdaad op de ’smalle weg die naar het leven voert’ bevindt? Jezus leerde dat God ’met waarheid’ aanbeden moet worden. De rede schrijft dus voor dat als twee leerstellingen met elkaar in strijd zijn, niet beide waar kunnen zijn. Om een voorbeeld te noemen: óf mensen hebben een ziel die na de dood voortleeft óf zij hebben die niet. Óf God zal ingrijpen in de menselijke aangelegenheden óf hij doet het niet. Óf God is een Drie-eenheid óf hij is het niet. Waarheidszoekers willen een deugdelijk antwoord op zulke belangrijke vragen. Jehovah’s Getuigen geloven dat God ons de antwoorden heeft gegeven in zijn Woord, de bijbel.a
Omdat ’de gehele Schrift door God geïnspireerd is’, is de voornaamste manier om allerlei leerstellingen te toetsen, ze tegen de bijbel af te wegen (2 Timotheüs 3:16). Op die manier ’vergewist u zich ervan wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is’ (Romeinen 12:2). Hebt u zo de zekerheid gekregen dat wat u gelooft in de bijbel geworteld is? Dat is belangrijk, omdat God niet wil dat u samen met „de gehele bewoonde aarde” wordt misleid. — Openbaring 12:9.
Zijn leraren nodig?
Jezus overhandigde zijn discipelen niet een paar boekrollen met de woorden: „De antwoorden op jullie vragen staan hier allemaal in. Ga ze thuis zelf maar opzoeken.” In plaats daarvan onderwees hij hen geduldig en vriendelijk in Gods Woord. Degenen die zijn leer aanvaardden, namen op hun beurt zijn methoden over wanneer zij weer anderen onderwezen. Neem het voorbeeld van de discipel Filippus eens. Hij sprak met een oprechte Ethiopische dignitaris die door zijn contact met de joden al eerder kennis had gemaakt met de Schrift. Maar de man had hulp nodig. En dus werd Filippus — een vertegenwoordiger van de christelijke gemeente — naar hem toe gestuurd om hem te helpen. Was deze beambte niet bereid geweest over godsdienst te praten, dan zou hij niet over Jezus’ rol in Gods voornemen gehoord hebben. Wat een uitnemend voorbeeld is deze Ethiopiër voor allen die op zoek zijn naar de waarheid! — Handelingen 8:26-39.
Bent u net als deze Ethiopiër bereid over uw geloof te praten en vragen te stellen? Daar kunt u beslist veel voordeel van hebben. Jehovah’s Getuigen spreken graag over de bijbel met mensen die oprecht willen weten wat erin staat. De Getuigen komen niet met hun persoonlijke mening aanzetten. In plaats daarvan streven zij ernaar mensen te laten zien wat de bijbel zelf zegt.
De Ethiopische beambte leerde enkele opmerkelijke dingen over Jezus Christus, bijvoorbeeld hoe hij door God gebruikt zou worden in verband met onze redding. De verwezenlijking van Gods voornemen is haar voltooiing nu veel dichter nabij. Hier op aarde staan vrees inboezemende, schitterende dingen te gebeuren. Het volgende artikel zal laten zien dat iedereen op aarde ermee te maken krijgt. Wat de gevolgen ervan voor ons zullen zijn, zal uiteraard afhangen van onze houding en de stappen die wij nemen.
[Voetnoten]
a Zie voor bewijzen dat de bijbel het Woord van God is het boek De bijbel — Gods woord of dat van mensen?, verkrijgbaar bij het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap in Emmen.
[Illustratie op blz. 7]
Een Ethiopische dignitaris juichte een gesprek over de bijbel toe