Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w98 15/2 blz. 4-7
  • Kweek de geest van dankbaarheid aan

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Kweek de geest van dankbaarheid aan
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Fundamentele oorzaak van ondankbaarheid
  • Meditatie onontbeerlijk!
  • Dankbaarheid tot uitdrukking brengen
  • Dankbaar jegens God
  • Wees dankbaar voor kleine dingen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1961
  • Hebt u „dank je wel” gezegd?
    Ontwaakt! 1984
  • ‘Breng voor alles dank’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2019
  • Dankbaar voor onze „gelukkige hoop”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1981
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
w98 15/2 blz. 4-7

Kweek de geest van dankbaarheid aan

EEN arts in de staat New York redt Marie het leven in een noodsituatie. Maar de vijftigjarige Marie bedankt de dokter niet en ook betaalt zij haar rekening niet. Hoe typerend voor ondankbaarheid!

De bijbel vertelt dat Jezus eens, toen hij een dorp binnenging, tien mannen tegenkwam die aan de verschrikkelijke ziekte melaatsheid leden. Zij riepen hem met luide stem toe: „Jezus, Onderwijzer, wees ons barmhartig!” Jezus gebood: „Gaat u aan de priesters laten zien.” De melaatsen volgden zijn aanwijzingen op, en onderweg begonnen zij al te zien en te voelen dat hun gezondheid zich herstelde.

Negen van de genezen melaatsen vervolgden hun weg. Maar de andere melaatse, een Samaritaan, keerde terug om Jezus te zoeken. Deze voormalige melaatse loofde God, en toen hij Jezus vond, viel hij aan zijn voeten neer om hem te bedanken. Jezus antwoordde: „Werden niet de tien gereinigd? Waar zijn dan de andere negen? Werd er niemand gevonden die terugkeerde om God heerlijkheid te geven dan deze man van een andere natie?” — Lukas 17:11-19.

Een belangrijke les ligt opgesloten in de vraag: „Waar zijn dan de andere negen?” Net als Marie hadden de negen melaatsen een ernstige tekortkoming — zij toonden geen dankbaarheid. Zo’n ondankbaarheid is thans wijdverbreid. Hoe komt dit?

Fundamentele oorzaak van ondankbaarheid

Ondankbaarheid spruit in de grond der zaak uit zelfzucht voort. Denk eens aan onze eerste menselijke ouders, Adam en Eva. Jehovah schiep hen met goddelijke eigenschappen en verschafte alles voor hun geluk, met inbegrip van een prachtige tuin om in te wonen, een volmaakte omgeving en zinvol en voldoening schenkend werk (Genesis 1:26-29; 2:16, 17). Toch gaven zij, onder de druk van het beroep dat Satan op hun eigenbelang deed, beiden toe aan ongehoorzaamheid en reageerden zij met verachting op Jehovah’s edelmoedigheid. — Genesis 3:1-5; Openbaring 12:9.

Denk ook eens aan de Israëlieten uit de oudheid, die door God waren uitgekozen om zijn speciale eigendom te zijn. Wat moeten alle Israëlitische ouders in de nacht van 14 Nisan 1513 v.G.T. dankbaar zijn geweest! In die gedenkwaardige nacht bracht Gods engel „iedere eerstgeborene in het land Egypte” ter dood maar ging hij de op juiste wijze gemarkeerde huizen van de Israëlieten voorbij (Exodus 12:12, 21-24, 30). En na bij de Rode Zee bevrijd te zijn van Farao’s leger „gingen Mozes en de zonen van Israël” er met een hart vol dankbaarheid toe over „voor Jehovah . . . te zingen”. — Exodus 14:19-28; 15:1-21.

Toch ging slechts enkele weken nadat zij Egypte hadden verlaten, „de gehele vergadering van de zonen van Israël . . . murmureren”. Wat vielen zij snel ten prooi aan ondankbaarheid! Zij dachten met verlangen terug aan de tijd toen zij in Egypte, in het land van hun dienstbaarheid, „bij de vleespotten zaten . . . [en] brood aten tot verzadiging toe” (Exodus 16:1-3). Het is duidelijk dat zelfzucht strijdig is met het aankweken en aan de dag leggen van dankbaarheid.

Als nakomelingen van de zondige Adam zijn alle mensen geboren met zelfzuchtige trekjes en een neiging tot ondankbaarheid (Romeinen 5:12). Ondankbaarheid maakt ook deel uit van de zelfzuchtige geest die de mensen van deze wereld beheerst. Net als de lucht die wij inademen, bevindt die geest zich overal, en hij oefent invloed op ons uit (Efeziërs 2:1, 2). Vandaar dat wij een dankbare geestesgesteldheid moeten aankweken. Hoe kunnen wij dit doen?

Meditatie onontbeerlijk!

In Webster’s Third New International Dictionary wordt dankbaarheid gedefinieerd als „de toestand van dankbaar te zijn: warm en hartelijk gevoel jegens een weldoener, dat iemand ertoe brengt een gunst te vergelden”. Een gevoel kan niet aan- en uitgezet worden; het moet spontaan in iemand opwellen. Dankbaarheid is meer dan louter een tentoonspreiding van goede manieren of een vorm van wellevendheid; ze spruit voort uit het hart.

Hoe kunnen wij leren een dankbaar hart te ontwikkelen? De bijbel schrijft veel van wat wij voelen aan de keuze van onze gedachten toe (Efeziërs 4:22-24). Leren ons dankbaar te voelen, begint met waarderend te mediteren over de vriendelijkheden die wij ontvangen. In overeenstemming hiermee zegt dr. Wayne W. Dyer, die in de geestelijke gezondheidszorg werkzaam is: „U kunt geen gevoel (emotie) hebben zonder dat er eerst een gedachte bij u opgekomen is.”

Neem bijvoorbeeld de kwestie van dankbaarheid voor de schepping om ons heen. Wat gaat er door u heen wanneer u op een wolkeloze avond naar een met sterren bezaaide hemel kijkt? Koning David gaf uiting aan het ontzag waarmee hij werd vervuld: „Wanneer ik uw hemel zie, het werk van uw vingers, de maan en de sterren die gij hebt bereid, wat is dan de sterfelijke mens dat gij aan hem denkt, en de zoon van de aardse mens dat gij voor hem zorgt?” En in de stilte van de nacht spraken de sterren luid tot David, hetgeen hem ertoe bracht te schrijven: „De hemelen maken de heerlijkheid van God bekend; en het uitspansel vertelt van het werk van zijn handen.” Waarom raakte de sterrenhemel David zo diep? Hij antwoordt zelf: „Ik heb gemediteerd over al uw activiteit; gaarne heb ik mij steeds intens beziggehouden met het werk van úw handen.” — Psalm 8:3, 4; 19:1; 143:5.

Davids zoon Salomo besefte ook hoe waardevol het is over de scheppingswonderen na te denken. Over het aandeel dat regenwolken hebben in het opfrissen van de aarde, schreef hij bijvoorbeeld: „Alle winterstromen gaan uit naar de zee; toch is de zee zelf niet vol. Naar de plaats waar de winterstromen uitgaan, daarheen keren ze terug om uit te gaan” (Prediker 1:7). Zo komt het dat nadat de regens en de rivieren de aarde hebben opgefrist, het water vanuit de oceanen naar de wolken wordt teruggevoerd. Hoe zou deze aarde er zonder deze kringloop en dit reinigende effect van water voorstaan? Wat moet Salomo zich dankbaar hebben gevoeld toen hij bij deze gedachten stilstond!

Iemand die dankbaar is, schat ook zijn verhouding met familieleden, vrienden en kennissen naar waarde. Hij is zich bewust van hun vriendelijke daden. Wanneer hij met waardering over hun gunsten nadenkt, voelt hij zich innig dankbaar.

Dankbaarheid tot uitdrukking brengen

Wat is „dank u wel” eigenlijk een eenvoudig zinnetje! De woorden zijn zo gemakkelijk geuit. En gelegenheden ertoe zijn er legio. Hoe verfrissend is een hartelijk en oprecht Dank u voor iemand die een deur voor ons openhoudt of iets opraapt wat wij hebben laten vallen! Het horen van die uitdrukking kan het werk van een winkelbediende of een serveerster in een restaurant of de postbode lichter en lonender maken.

Een bedankkaart is een geschikte manier om dankbaarheid voor een vriendelijke daad tot uitdrukking te brengen. Veel van de kaarten die in de winkels beschikbaar zijn, geven de gevoelens prachtig weer. Maar zou het niet vriendelijk zijn om er in uw eigen handschrift enkele persoonlijke woorden van waardering aan toe te voegen? Sommigen geven er zelfs de voorkeur aan geen gedrukte kaart te gebruiken maar in plaats daarvan een persoonlijk briefje te sturen. — Vergelijk Spreuken 25:11.

Onze huisgenoten verdienen onze dank waarschijnlijk het meest. De bijbel zegt over een bekwame vrouw: „Haar eigenaar staat op, en hij roemt haar” (Spreuken 31:28). Zijn de welgemeende uitingen van dankbaarheid van een echtgenoot jegens zijn vrouw niet bevorderlijk voor een huiselijke omgeving van vrede en tevredenheid? En is ook de man niet blij wanneer hij bij zijn thuiskomst hartelijk en vol waardering door zijn vrouw wordt begroet? In deze tijd is de druk op het huwelijk groot, en wanneer deze toeneemt, komt het gemakkelijk tot irritaties. Wie dankbaar van aard is, zal bereid zijn verzachtende omstandigheden aan te voeren en zal fouten snel door de vingers zien en vergeven.

Ook jongeren moeten erop bedacht zijn hun ouders oprechte uitingen van dank te schenken. Natuurlijk zijn ouders niet volmaakt, maar dat is nog geen reden om ondankbaar te zijn voor wat zij voor jullie hebben gedaan. De liefde en aandacht die zij jullie vanaf jullie geboorte hebben gegeven, is met geen geld te koop. Als zij jullie de kennis van God hebben bijgebracht, hebben jullie een extra reden om dankbaar te zijn.

„Zonen zijn een erfdeel van Jehovah”, staat in Psalm 127:3. Ouders dienen dus naar gelegenheden uit te zien om hun kinderen te prijzen in plaats van tegen hen te zeuren over kleinigheden (Efeziërs 6:4). En wat is het niet een voorrecht dat zij jongeren die aan hun hoede zijn toevertrouwd mogen helpen de geest van dankbaarheid aan te kweken! — Vergelijk Spreuken 29:21.

Dankbaar jegens God

Jehovah God is de Gever van „elke goede gave en elk volmaakt geschenk” (Jakobus 1:17). Vooral de gave van het leven is belangrijk, want alles wat wij hebben of wat wij ons zouden kunnen voornemen, zal waardeloos worden als wij het leven verliezen. De Schrift spoort ons aan in gedachte te houden dat ’bij Jehovah God de bron van het leven is’ (Psalm 36:5, 7, 9; Handelingen 17:28). Willen wij een dankbaar hart jegens God ontwikkelen, dan moeten wij over zijn edelmoedige voorzieningen tot instandhouding van ons fysieke en geestelijke leven mediteren (Psalm 1:1-3; 77:11, 12). Zo’n hart zal ons ertoe brengen zowel in woord als in daad van waardering blijk te geven.

Het gebed is één voor de hand liggende manier om onze dankbaarheid jegens God te uiten. De psalmist David verklaarde: „Vele dingen hebt gijzelf gedaan, o Jehovah, mijn God, ja, uw wonderwerken en uw gedachten jegens ons; niemand is met u te vergelijken. Zou ik geneigd zijn erover te vertellen en te spreken, ze zijn te talrijk geworden om ze te kunnen verhalen” (Psalm 40:5). Mogen wij ertoe bewogen worden ons op overeenkomstige wijze te uiten.

David was ook vastbesloten zijn waardering jegens God te tonen door middel van de woorden die hij tot anderen sprak. Hij zei: „Ik wil u prijzen, o Jehovah, met heel mijn hart; ik wil al uw wonderwerken bekendmaken” (Psalm 9:1). Met anderen over God spreken, ons uiten door met hen de waarheid uit zijn Woord te delen, is waarschijnlijk de voortreffelijkste manier om hem onze dankbaarheid te tonen. En dit zal ons helpen in andere aspecten van het leven dankbaarder te zijn.

„Wie dankzegging als zijn slachtoffer brengt, díe verheerlijkt mij; en wat degene betreft die een vastgestelde weg aanhoudt, ik zal hem stellig de redding door God doen zien”, zegt Jehovah. Moge u de vreugde ervaren die voortspruit uit het tonen van uw oprechte dankbaarheid jegens hem. — Psalm 50:23; 100:2.

[Illustratie op blz. 7]

Het leven is een gave van God. Vergeet niet er iets persoonlijks aan toe te voegen

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen