Blijf op Jehovah’s weg wandelen
„Hoop op Jehovah en houd zijn weg, en hij zal u verhogen om de aarde in bezit te nemen.” — PSALM 37:34.
1, 2. Wat hield het wandelen op Jehovah’s weg voor koning David in, en wat vereist het van ons in deze tijd?
„MAAK mij de weg bekend die ik dien te gaan, want tot u heb ik mijn ziel opgeheven” (Psalm 143:8). In deze tijd stemmen christenen van harte in met die woorden van koning David. Zij willen Jehovah oprecht behagen en op zijn weg wandelen. Wat houdt dit in? Voor David betekende het Gods wet te houden. Het hield in dat hij meer op Jehovah vertrouwde dan in bondgenootschappen met de natiën. Ja, en het betekende dat hij Jehovah loyaal diende en niet de goden van de omliggende volken. Voor christenen houdt het bewandelen van Jehovah’s weg meer in.
2 In de eerste plaats betekent het bewandelen van Jehovah’s weg in deze tijd dat zij geloof oefenen in het loskoopoffer van Jezus Christus en hem erkennen als „de weg en de waarheid en het leven” (Johannes 3:16; 14:6; Hebreeën 5:9). Ook betekent het „de wet van de Christus” te vervullen, waartoe ook het betonen van liefde jegens elkaar behoort, vooral jegens Jezus’ gezalfde broeders (Galaten 6:2; Mattheüs 25:34-40). Zij die op Jehovah’s weg wandelen, hebben zijn beginselen en geboden lief (Psalm 119:97; Spreuken 4:5, 6). Zij koesteren hun kostbare voorrecht een aandeel te hebben aan de christelijke bediening (Kolossenzen 4:17; 2 Timotheüs 4:5). Het gebed is een vast onderdeel van hun leven (Romeinen 12:12). En zij ’zien er nauwlettend op toe hoe zij wandelen, niet als onwijzen, maar als wijzen’ (Efeziërs 5:15). Zij offeren geestelijke rijkdommen beslist niet op voor tijdelijke materiële voordelen of ongeoorloofde vleselijke genoegens (Mattheüs 6:19, 20; 1 Johannes 2:15-17). Bovendien zijn loyaliteit jegens Jehovah en vertrouwen in hem van groot belang (2 Korinthiërs 1:9; 10:5; Efeziërs 4:24). Waarom? Omdat onze situatie sterke overeenkomst vertoont met die van het oude Israël.
Vertrouwen en loyaliteit nodig
3. Waarom zullen loyaliteit, geloof en vertrouwen ons helpen op Jehovah’s weg te blijven wandelen?
3 Israël was een kleine natie omringd door onvriendelijke naburen die in de aanbidding van afgoden aan losbandige ceremoniën deelnamen (1 Kronieken 16:26). Alleen Israël diende de ene ware en onzichtbare God, Jehovah, en hij verlangde dat zij zich aan hoge morele maatstaven hielden (Deuteronomium 6:4). Zo zijn er ook in deze tijd maar een paar miljoen mensen die Jehovah aanbidden en zij leven in een wereld van bijna zes miljard personen wier maatstaven en religieuze opvattingen zeer van de hunne verschillen. Als wij tot die paar miljoen mensen behoren, dan moeten wij ervoor op onze hoede zijn in verkeerde zin beïnvloed te worden. Hoe? Loyaliteit jegens Jehovah God, geloof in hem en een vast vertrouwen dat hij zijn beloften gestand zal doen, zullen een hulp zijn (Hebreeën 11:6). Dit zal ons ervan weerhouden ons vertrouwen te stellen in de dingen waarop de wereld hoopt. — Spreuken 20:22; 1 Timotheüs 6:17.
4. Waarom zijn de natiën ’verduisterd in hun verstand’?
4 De apostel Paulus toonde aan hoe christenen van de wereld moeten verschillen, toen hij schreef: „Dit zeg ik daarom en leg daarvan getuigenis af in de Heer, dat gij niet langer moet blijven wandelen zoals ook de natiën wandelen in de vruchteloosheid van hun denken, verduisterd als zij zijn in hun verstand en vervreemd van het leven dat God toebehoort, wegens de onwetendheid die in hen is, wegens de ongevoeligheid van hun hart” (Efeziërs 4:17, 18). Jezus is „het ware licht” (Johannes 1:9). Allen die hem verwerpen of die beweren in hem te geloven maar „de wet van de Christus” niet gehoorzamen, zijn ’verduisterd in hun verstand’. In plaats van Jehovah’s weg te bewandelen, zijn zij „vervreemd van het leven dat God toebehoort”. Hoewel zij zich in werelds opzicht misschien wijs voelen, is er ’onwetendheid in hen’ met betrekking tot de enige kennis die tot leven leidt, die van Jehovah God en Jezus Christus. — Johannes 17:3; 1 Korinthiërs 3:19.
5. Waarom zijn, hoewel het waarheidslicht in de wereld schijnt, vele harten onontvankelijk?
5 Toch schijnt het waarheidslicht in de wereld! (Psalm 43:3; Filippenzen 2:15) „De ware wijsheid zelf blijft op de stráát luidkeels roepen” (Spreuken 1:20). Vorig jaar hebben Jehovah’s Getuigen er meer dan een miljard uur aan besteed met hun naasten over Jehovah God en Jezus Christus te spreken. Honderdduizenden reageerden gunstig. Maar dient het ons te verbazen dat vele anderen niet gunstig reageerden? Nee. Paulus sprak over „de ongevoeligheid van hun hart”. Sommigen hebben een onontvankelijk hart vanwege zelfzucht of de liefde voor geld. Anderen zijn beïnvloed door valse religie of de wereldse zienswijze die thans zo wijdverbreid is. Moeilijk te verwerken ervaringen in het leven hebben velen ertoe gebracht God de rug toe te keren. Anderen weigeren aan Jehovah’s hoge morele maatstaven te voldoen (Johannes 3:20). Zou het hart van iemand die op Jehovah’s weg wandelt in dit soort van aangelegenheden ongevoelig kunnen worden?
6, 7. Bij welke gelegenheden werden de Israëlieten, hoewel zij aanbidders van Jehovah God waren, afvallig en waarom?
6 Zoals Paulus aantoonde, overkwam dit het oude Israël. Hij schreef: „Deze dingen . . . zijn voorbeelden geworden voor ons, opdat wij geen mensen zouden zijn die schadelijke dingen zouden begeren, zoals zij die hebben begeerd. Wordt ook geen afgodendienaars, zoals sommigen van hen, gelijk er staat geschreven: ’Het volk ging zitten om te eten en te drinken, en zij stonden op om zich te vermaken.’ Laten wij ook geen hoererij beoefenen, zoals sommigen van hen hoererij hebben bedreven, met als enig resultaat dat zij vielen, drieëntwintigduizend van hen op één dag.” — 1 Korinthiërs 10:6-8.
7 Eerst verwijst Paulus naar het voorval waarbij Israël aan de voet van de berg Sinaï een gouden kalf aanbad (Exodus 32:5, 6). Dit was in rechtstreekse ongehoorzaamheid aan het goddelijke gebod dat zij slechts enkele weken voordien hadden gezegd te zullen gehoorzamen (Exodus 20:4-6; 24:3). Vervolgens verwijst Paulus naar de tijd waarin Israël zich met de dochters van Moab voor Baäl neerboog (Numeri 25:1-9). Kalveraanbidding werd gekenmerkt door grove genotzucht, ’het zich vermaken’.a De Baälaanbidding ging vergezeld van schandelijke seksuele immoraliteit (Openbaring 2:14). Waarom bedreven de Israëlieten deze zonden? Omdat zij toelieten dat hun hart ’schadelijke dingen ging begeren’ — of het daarbij nu ging om afgoderij of de ongeoorloofde praktijken die daarmee vergezeld gingen.
8. Wat kunnen wij uit Israëls ervaringen leren?
8 Paulus gaf te kennen dat wij van deze gebeurtenissen dienden te leren. Wat te leren? Het is ondenkbaar dat een christen zich voor een gouden kalf of een Moabitische god uit de oudheid zou neerbuigen. Maar hoe staat het met immoraliteit of onbeteugelde genotzucht? Die zijn tegenwoordig heel gewoon en als wij toelaten dat er zich in ons hart een verlangen naar ontwikkelt, zullen ze tussen ons en Jehovah komen. Het gevolg zal net zo zijn als hadden wij afgoderij bedreven — vervreemding van God. (Vergelijk Kolossenzen 3:5; Filippenzen 3:19.) Ja, Paulus besluit zijn bespreking van die gebeurtenissen door medegelovigen aan te sporen: „Ontvliedt de afgoderij.” — 1 Korinthiërs 10:14.
Hulp bij het bewandelen van Gods weg
9. (a) Welke hulp ontvangen wij om ons op Jehovah’s weg te houden? (b) Wat is één manier waarop wij het ’woord achter ons’ horen?
9 Als wij vastbesloten zijn Jehovah’s weg te blijven bewandelen, zijn wij niet verstoken van hulp. Jesaja profeteerde: „Uw eigen oren zullen een woord achter u horen, dat luidt: ’Dit is de weg. Wandelt daarop’, ingeval gijlieden rechts of ingeval gij links zoudt gaan” (Jesaja 30:21). Hoe horen ’onze eigen oren’ dat ’woord achter ons’? Welnu, niemand hoort thans een letterlijke stem of ontvangt een persoonlijke boodschap van God. Het „woord” dat wordt gehoord, bereikt ons allen op dezelfde wijze. Allereerst bereikt het ons door middel van de geïnspireerde Schrift, de bijbel, die de gedachten van God bevat en een verslag van zijn bemoeienissen met mensen. Aangezien wij dagelijks blootstaan aan propaganda uit bronnen die „vervreemd [zijn] van het leven dat God toebehoort”, moeten wij voor een goede geestelijke gezondheid geregeld de bijbel lezen en erover mediteren. Dit zal ons helpen „ijdele dingen” te vermijden en „volkomen bekwaam [te zijn], volledig toegerust voor ieder goed werk” (Handelingen 14:14, 15; 2 Timotheüs 3:16, 17). Het zal ons sterken en helpen ’onze weg succesvol te maken’ (Jozua 1:7, 8). Derhalve bevat Jehovah’s Woord de aansporing: „Nu, o zonen, luistert naar mij; ja, gelukkig zijn zij die míjn wegen houden. Luistert naar streng onderricht en wordt wijs, en toont in het geheel geen onachtzaamheid.” — Spreuken 8:32, 33.
10. Wat is een tweede manier waarop wij het ’woord achter ons’ horen?
10 Het ’woord achter ons’ bereikt ons ook door middel van „de getrouwe en beleidvolle slaaf”, die ’voedsel te rechter tijd’ verschaft (Mattheüs 24:45-47). Eén manier waarop dit voedsel wordt verschaft, is in gedrukte, op de bijbel gebaseerde publicaties en in recente jaren is deze voedselvoorraad overvloedig geweest. Zo is via het tijdschrift De Wachttoren ons begrip van profetieën verfijnd. In dit tijdschrift zijn wij aangemoedigd om ondanks toenemende apathie te volharden in het predikingswerk en het maken van discipelen, zijn wij geholpen valkuilen te vermijden en zijn wij aangespoord om voortreffelijke christelijke hoedanigheden te ontwikkelen. Wat stellen wij dit voedsel te rechter tijd op prijs!
11. Zet uiteen hoe wij op een derde manier het ’woord achter ons’ kunnen horen.
11 De getrouwe en beleidvolle slaaf verschaft ook voedsel door middel van onze geregelde vergaderingen. Hiertoe behoren de plaatselijke gemeentevergaderingen, halfjaarlijkse vergaderingen op kringniveau en grotere jaarlijkse congressen. Welke getrouwe christen hecht geen waarde aan zulke bijeenkomsten? Ze zijn een essentiële hulp om ons te schragen wanneer wij op Jehovah’s weg wandelen. Aangezien velen op hun werk of op school heel wat tijd moeten doorbrengen in gezelschap van degenen die niet hetzelfde geloof hebben, is geregelde christelijke omgang letterlijk levensreddend. Vergaderingen bieden ons een voortreffelijke gelegenheid ’om elkaar tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen’ (Hebreeën 10:24). Wij houden van onze broeders en zusters en wij gaan graag met hen om. — Psalm 133:1.
12. Waartoe zijn Jehovah’s Getuigen vastbesloten, en hoe hebben zij dat onlangs verwoord?
12 Gesterkt door dit geestelijke voedsel wandelen bijna zes miljoen mensen thans op Jehovah’s weg en miljoenen anderen bestuderen de bijbel om te weten te komen hoe zij dit moeten doen. Raken zij ontmoedigd of verzwakt door het feit dat zij weinig in aantal zijn vergeleken met de miljarden waaruit de bevolking van de aarde bestaat? Beslist niet! Zij zijn vastbesloten acht te blijven slaan op het ’woord achter hen’ en loyaal Jehovah’s wil te doen. Als een openbare manifestatie van deze vastberadenheid namen de afgevaardigden tijdens de in 1998/99 gehouden „Gods weg ten leven”-congressen — zowel districts- als internationale congressen — een resolutie aan, waarin zij hun oprechte standpunt tot uitdrukking brachten. Hier volgt de tekst van de resolutie.
Resolutie
13, 14. Welke realistische kijk op de wereldsituatie hebben Jehovah’s Getuigen?
13 „Wij, als Jehovah’s Getuigen bijeen op het ’Gods weg ten leven’-congres, stemmen er van ganser harte mee in dat Gods weg de beste levensweg is. Wij beseffen echter dat de meerderheid van de mensen in deze tijd er anders over denkt. De mensenmaatschappij heeft geëxperimenteerd met talloze ideeën, filosofieën en religieuze denkbeelden over wat de beste levensweg is. Een eerlijke blik op de menselijke geschiedenis en de huidige wereldtoestanden bevestigt de betrouwbaarheid van de goddelijke formele uitspraak die in Jeremia 10:23 staat opgetekend: ’Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten.’
14 Elke dag zien wij meer bewijzen die de waarheid van deze woorden bevestigen. Het merendeel van de mensenmaatschappij slaat geen acht op Gods weg ten leven. Mensen doen wat in hun eigen ogen goed lijkt. De gevolgen zijn tragisch — het uiteenvallen van het gezinsleven, waardoor kinderen leiding moeten ontberen; het algemene nastreven van materialisme, wat op leegheid en frustratie uitloopt; de zinloze misdaad en gewelddadigheid, die talloze slachtoffers opeisen; de etnische twisten en oorlogen, die een vreselijke tol aan mensenlevens kosten; de wijdverbreide immoraliteit, die een epidemie van seksueel overdraagbare aandoeningen tot gevolg heeft. Dit zijn slechts enkele van de talrijke ingewikkelde problemen die mensen in hun streven naar geluk, vrede en zekerheid op hun weg vinden.
15, 16. Welk vaste besluit met betrekking tot Gods levensweg werd in de resolutie verwoord?
15 Met het oog op de droevige situatie van de mensheid en de nabijheid van de ’oorlog van de grote dag van God de Almachtige’, Armageddon genaamd (Openbaring 16:14, 16), verklaren wij als Jehovah’s Getuigen het volgende:
16 Ten eerste: Wij bezien onszelf als toebehorend aan Jehovah God, daar wij ons ieder afzonderlijk onvoorwaardelijk aan hem hebben opgedragen, en wij zullen een onwankelbaar geloof blijven behouden in Jehovah’s voorziening van de losprijs door bemiddeling van zijn Zoon, Jezus Christus. Wij zijn vastbesloten op Gods weg ten leven te wandelen, dienst verrichtend als zijn Getuigen en ons onderwerpend aan zijn soevereiniteit zoals die door de heerschappij van Jezus Christus tot uitdrukking wordt gebracht.
17, 18. Welk standpunt zullen Jehovah’s Getuigen met betrekking tot morele maatstaven en de christelijke broederschap blijven innemen?
17 Ten tweede: Wij zullen aan de hoge morele en geestelijke maatstaven van de bijbel blijven vasthouden. Wij zijn vastbesloten niet te gaan wandelen zoals de natiën wandelen in de vruchteloosheid van hun denken (Efeziërs 4:17-19). Het is ons vaste besluit om rein voor het aangezicht van Jehovah en onbevlekt van deze wereld te blijven. — Jakobus 1:27.
18 Ten derde: Wij zullen vasthouden aan ons schriftuurlijke standpunt als een wereldomvattende christelijke broederschap. Wij zullen christelijke neutraliteit bewaren onder de natiën en ons niet laten verstrikken in raciale, nationale of etnische haat of verdeeldheid.
19, 20. (a) Wat zullen christelijke ouders doen? (b) Hoe zullen alle ware christenen zich als Christus’ discipelen blijven identificeren?
19 Ten vierde: Wij die ouders zijn, zullen onze kinderen Gods weg inscherpen. Wij zullen het voorbeeld geven in de christelijke levenswijze, hetgeen onder meer omvat op geregelde basis de bijbel te lezen, gezinsstudie te houden en van ganser harte deel te nemen aan de velddienst en aan de andere activiteiten van de christelijke gemeente.
20 Ten vijfde: Wij allen zullen ons inspannen om de godvruchtige hoedanigheden aan te kweken die kenmerkend zijn voor onze Schepper, en wij zullen ernaar streven zijn persoonlijkheid en zijn wegen na te volgen, net zoals Jezus dat deed (Efeziërs 5:1). Wij zijn vastbesloten om al onze aangelegenheden met liefde te laten geschieden, waardoor wij ons identificeren als Christus’ discipelen. — Johannes 13:35.
21-23. Wat zullen Jehovah’s Getuigen blijven doen, en waarvan zijn zij overtuigd?
21 Ten zesde: Zonder ophouden zullen wij ermee bezig blijven het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken en discipelen te maken, en wij zullen hen in Gods weg ten leven onderrichten en hen ertoe aanmoedigen verdere opleiding op de gemeentevergaderingen te ontvangen. — Mattheüs 24:14; 28:19, 20; Hebreeën 10:24, 25.
22 Ten zevende: Als afzonderlijke personen en als religieuze organisatie zullen wij Gods wil op de eerste plaats in ons leven blijven stellen. Gebruikmakend van zijn Woord, de bijbel, als onze gids zullen wij niet naar rechts of naar links afwijken, en aldus bevestigen dat Gods weg verre superieur is aan de wegen van de wereld. Wij zijn vastbesloten Gods weg ten leven te volgen — vastberaden en loyaal, nu en voor altijd!
23 Wij nemen dit vaste besluit omdat wij volledig vertrouwen stellen in Jehovah’s liefdevolle belofte dat hij die de wil van God doet, in eeuwigheid blijft. Wij nemen dit vaste besluit omdat wij ervan overtuigd zijn dat overeenkomstig schriftuurlijke beginselen, raad en vermaning leven in deze tijd de beste levensweg is en een voortreffelijk fundament voor de toekomst legt, opdat wij het werkelijke leven stevig kunnen vastgrijpen (1 Timotheüs 6:19; 2 Timotheüs 4:7b, 8). Bovenal nemen wij dit vaste besluit omdat wij Jehovah God met geheel ons hart, onze ziel, ons verstand en onze kracht liefhebben!
24, 25. Wat was de reactie op de voorgelegde resolutie, en wat is het vaste besluit van degenen die op Jehovah’s weg wandelen?
24 Laten alle aanwezigen op dit congres die vóór aanneming van deze resolutie zijn, JA zeggen!”
25 Honderden arena’s en stadions over de hele wereld daverden toen alle aanwezigen met een donderend „JA” antwoordden! Jehovah’s Getuigen twijfelen er niet aan dat zij op Jehovah’s weg zullen blijven wandelen. Zij hebben volledig vertrouwen in Jehovah en geloof dat hij zijn beloften zal nakomen. Zij blijven hem loyaal, wat er ook gebeurt. En zij zijn vastbesloten zijn wil te doen.
’God is vóór ons’
26. In welke gelukkige omstandigheid verkeren degenen die op Jehovah’s weg wandelen?
26 Jehovah’s Getuigen denken aan de vermaning van de psalmist: „Hoop op Jehovah en houd zijn weg, en hij zal u verhogen om de aarde in bezit te nemen” (Psalm 37:34). Zij vergeten Paulus’ aanmoedigende woorden niet: „Indien God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Hij die zelfs zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem voor ons allen heeft overgeleverd, waarom zal hij ons dan ook niet met hem alle andere dingen goedgunstig geven?” (Romeinen 8:31, 32) Ja, als wij op Jehovah’s weg blijven wandelen, zal hij ons ’rijkelijk alle dingen verschaffen om ervan te genieten’ (1 Timotheüs 6:17). Welke betere plaats kan er zijn dan waar wij ons bevinden — wandelend op Jehovah’s weg, naast onze geliefde broeders en zusters. Laten wij, met Jehovah aan onze zijde, vastbesloten zijn daar te blijven en tot het einde te volharden, in het vaste vertrouwen dat wij op zijn bestemde tijd zullen zien dat hij zijn beloften tot de laatste toe zal vervullen. — Titus 1:2.
[Voetnoot]
a Doelend op het Griekse woord dat hier met ’zich vermaken’ is vertaald, zegt één commentator dat het betrekking heeft op de dansen die tijdens heidense feesten plaatsvonden en voegt eraan toe: „Veel van deze dansen waren, zoals welbekend is, rechtstreeks bedoeld om de losbandigste hartstochten op te wekken.”
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Wat wordt er van een christen verlangd om op Jehovah’s weg te wandelen?
◻ Waarom moeten wij vertrouwen in Jehovah en loyaliteit aan hem aankweken?
◻ Over welke hulp beschikken wij terwijl wij op Jehovah’s weg wandelen?
◻ Vermeld enkele hoogtepunten van de resolutie die op de „Gods weg ten leven”-congressen werd aangenomen.
[Illustraties op blz. 18]
Op de „Gods weg ten leven”-congressen werd een belangrijke resolutie aangenomen