De zienswijze van de bijbel
Protestacties en demonstraties — Kunnen ze de wereld veranderen?
„WIJ moeten onze stem laten horen, wij moeten de straat op”. Zo luidde de kop van een hoofdartikel in de National Catholic Reporter, een rooms-katholieke krant, vlak voordat de Golfoorlog in 1991 uitbrak. Het artikel drong er bij de lezers op aan overal in de Verenigde Staten mee te lopen in vredesmarsen en -demonstraties en vervolgde: „Er zullen miljoenen mensen en voortdurende, ijverige krachtsinspanningen voor de vrede nodig zijn om door de onkunde en arrogantie van deze regering heen te komen. . . . De mensen moeten de straat op.”
Zulke oproepen tot actie worden tegenwoordig vaak gehoord. Met zo veel politieke, economische en milieucrisissen die het welzijn van de mensheid bedreigen, voelen mensen zich gedwongen ’de straat op te gaan’ in protestacties, waken en demonstraties. De kwesties waarom het daarbij gaat, variëren van een halt toeroepen aan de misdaad in de buurt tot het stichten van wereldvrede. Het is interessant dat een groot aantal van deze demonstraties de goedkeuring van kerkelijke organisaties en religieuze leiders heeft.
Is het echter voor christenen gepast aan zulke demonstraties mee te doen? En kunnen protestacties — of dat nu opruiende marsen of sombere waken bij kaarslicht zijn — werkelijk de wereld verbeteren?
Demonstraties — het christelijke standpunt
Demonstraties zijn door een socioloog beschreven als „een bijzonder doeltreffende manier om zich politiek uit te drukken . . . om vastgeroeste bureaucratieën op te porren tot het overgaan tot de nodige actie”. Ja, degenen die meelopen in protestmarsen of demonstraties op touw zetten, doen dat gewoonlijk in de hoop dat met hun vereende krachtsinspanningen het onrecht en de corruptie die in de huidige sociale en politieke systemen te zien zijn, rechtgezet kunnen worden.
Wat voor model liet Jezus Christus zijn volgelingen echter na? Jezus leefde in een tijd waarin het joodse volk zich onder de tirannie van het Romeinse Rijk bevond. Bevrijding van het onderdrukkende Romeinse juk was beslist de vurige wens van het volk. Toch heeft Jezus zijn volgelingen nooit aangemoedigd een demonstratie op touw te zetten, protestmarsen te houden of zich anderszins met politiek in te laten. Integendeel, hij zei herhaaldelijk dat zijn discipelen „geen deel van de wereld” mochten zijn. — Johannes 15:19; 17:16; zie ook Johannes 6:15.
Evenzo riep Jezus toen hij door gezagdragers ten onrechte in hechtenis werd genomen, niet tot een protestactie op, hoewel hij dat beslist had gekund als hij dat gewild had. In plaats daarvan zei hij tegen de Romeinse stadhouder: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld. Indien mijn koninkrijk een deel van deze wereld was, zouden mijn dienaren hebben gestreden, opdat ik niet aan de joden overgeleverd zou worden. Maar mijn koninkrijk is nu eenmaal niet uit deze bron” (Johannes 18:33-36). Geconfronteerd met een geschilpunt zag Jezus van elke protestactie af, omdat hij de noodzaak ervan inzag zich altijd verre te houden van politieke zaken. En hij drong er bij zijn volgelingen op aan hetzelfde te doen.
Meedoen aan demonstraties zou daarom in strijd zijn met het door Jezus onderwezen grondbeginsel van christelijke neutraliteit. Bovendien zou zo’n deelname zelfs kunnen leiden tot ander onchristelijk gedrag. Hoe dat zo? Demonstraties die met goede bedoelingen georganiseerd zijn, krijgen vaak een uitgesproken opstandig karakter, waarbij de deelnemers militant of gewelddadig worden of gaan schelden. Illegale en obstructieve tactieken zullen misschien de aandacht trekken, maar stemmen beslist niet overeen met de bijbelse vermaning om „onderworpen aan de superieure autoriteiten” en „vredelievend jegens alle mensen” te zijn (Romeinen 12:18; 13:1). In plaats van tot burgerlijke ongehoorzaamheid aan te moedigen, spoort de bijbel christenen aan een voortreffelijk gedrag onder de naties te bewaren en onderworpen te blijven aan menselijke regeringen, zelfs als degenen die autoriteit hebben moeilijk te behagen of onredelijk zijn. — 1 Petrus 2:12, 13, 18.
’Maar niet alle demonstraties zijn militant of gewelddadig’, zullen sommigen zeggen. Dat is waar en sommige demonstraties schijnen echt goede resultaten af te werpen. Maar kunnen protestacties — zelfs als ze vreedzaam zijn en voor een goede zaak worden gevoerd — de wereld werkelijk hervormen?
Kunnen ze de wereld veranderen?
Christenen bekommeren zich zeer om hun naasten en willen hen helpen. Maar is deelname aan demonstraties werkelijk de beste manier om hulp te bieden? In het boek Demonstration Democracy wordt gezegd: „Met elk politiek expressiemiddel kan maar zo weinig bereikt worden.” Het uitbannen van de ellende waarmee de mensheid te kampen heeft, vereist ontegenzeglijk veranderingen die buiten het bereik liggen van alle protestacties of -marsen.
Jezus maakte iets dergelijks duidelijk toen hij over het eeuwenoude religieuze stelsel van zijn tijd sprak. Over dat huichelachtige stelsel van aanbidding waarmee de Farizeeën zich bezighielden, zei hij: „Niemand naait een lap ongekrompen stof op een oud bovenkleed; want door zijn volle sterkte zou hij aan het bovenkleed trekken, zodat de scheur nog groter zou worden” (Mattheüs 9:16). Wat bedoelde Jezus? Dat het ware christendom zich niet zou conformeren aan goddeloze en versleten stelsels die hard aan afschaffing toe waren. Hij zag in dat het oplappen van een onbruikbaar stelsel zinloos zou zijn.
Hetzelfde geldt voor het wereldstelsel dat de mensheid eeuwenlang heeft blootgesteld aan onrecht, wreedheid en onderdrukking. Prediker 1:15 zegt kort maar krachtig: „Dat wat krom is gemaakt, kan niet recht worden gemaakt.” Ja, het hedendaagse wereldstelsel kan ondanks de nobelste krachtsinspanningen niet recht gemaakt worden. Waarom niet? Omdat, zoals 1 Johannes 5:19 zegt, „de gehele wereld . . . in de macht van de goddeloze”, Satan de Duivel, ligt. Jezus noemde hem „de heerser van deze wereld” (Johannes 12:31). Zolang dit stelsel onder de invloed van Satan staat, zal wat er ook aan oplapping gebeurt, geen blijvende verlichting brengen.
Dit wil niet zeggen dat christenen onverschillig staan tegenover de wereldproblemen of niet bereid zijn positieve stappen te ondernemen. Eigenlijk krijgen christenen de opdracht heel erg actief te zijn, niet op het gebied van protesten, maar in het prediken en onderwijzen van het goede nieuws van Gods koninkrijk — dezelfde Koninkrijksregering waarom Jezus zijn volgelingen leerde bidden (Mattheüs 6:10; 24:14). De bijbel laat zien dat het Koninkrijk niet zal trachten deze onverbeterlijke wereld te redden; het zal de goddeloze regeringen en sociale systemen die nu de mensheid onderdrukken compleet wegvagen en ze vervangen door een systeem dat wereldwijd ware gerechtigheid en rechtvaardigheid kan invoeren (Daniël 2:44). Onder zo’n systeem zal niemand in protestmarsen hoeven lopen, omdat Jehovah God, die ’de begeerte verzadigt van al wat leeft’, erop zal toezien dat in al onze behoeften ruimschoots wordt voorzien. — Psalm 145:16.
[Illustratieverantwoording op blz. 18]
Staking, Leslie’s