Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g97 8/3 blz. 11-13
  • Vrij van de georganiseerde misdaad — „Ik was een yakuza”

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vrij van de georganiseerde misdaad — „Ik was een yakuza”
  • Ontwaakt! 1997
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De reacties van mijn gezin
  • Uit de gevangenis
  • Ik breek met mijn misdadigersleven
  • Waarom floreert de georganiseerde misdaad?
    Ontwaakt! 1997
  • Een wereld zonder misdaad — Hoe?
    Ontwaakt! 1997
  • Hoe kunnen gewelddadige misdadigers veranderen?
    Ontwaakt! 1984
  • ‘Ik was extreem agressief’
    De Bijbel verandert levens
Meer weergeven
Ontwaakt! 1997
g97 8/3 blz. 11-13

Vrij van de georganiseerde misdaad — „Ik was een yakuza”

„PAPA, als u thuiskomt, laten we dan samen naar de vergaderingen gaan. Belooft u me dat?” Die brief van mijn jongste dochtertje ontving ik toen ik voor de derde keer in de gevangenis zat. Zij bezocht samen met mijn vrouw geregeld de vergaderingen van Jehovah’s Getuigen. Daar de brieven van mijn gezin mijn enige bron van troost waren, beloofde ik haar dat ik zou doen wat zij vroeg.

’Waarom leid ik een misdadigersleven dat mij weghaalt bij mijn gezin?’, overpeinsde ik. Ik dacht terug aan de tijd dat ik nog heel jong was. Vader stierf toen ik maar achttien maanden oud was, dus herinner ik me niet eens zijn gezicht. Moeder is daarna twee keer hertrouwd. Die familieomstandigheden raakten mij diep en op de middelbare school begon ik met jonge boeven om te gaan. Ik werd gewelddadig en raakte buiten de school vaak bij vechtpartijen betrokken. Tijdens mijn tweede jaar op de middelbare school organiseerde ik een groep leerlingen om de strijd aan te binden met een andere groep. Het gevolg was dat ik gearresteerd werd en voor een tijdje naar een verbeteringsgesticht werd gestuurd.

Ik was net een bal die een heuvel afrolt, een gewelddadig leven tegemoet. Al gauw richtte ik een bende van jonge misdadigers op en wij hingen rond op het kantoor van een yakuza-groep. Op mijn achttiende werd ik geaccepteerd als lid van die groep. Toen ik twintig was, werd ik gearresteerd wegens verscheidene gewelddaden en veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Eerst zat ik een poosje in de jeugdgevangenis van Nara, maar mijn gedrag verbeterde niet. Daarom werd ik naar een andere gevangenis gestuurd, een inrichting voor volwassenen. Maar ik ging verder achteruit en belandde ten slotte in een gevangenis voor verstokte misdadigers in Kyoto.

’Waarom blijf ik zulke misdaden begaan?’, vroeg ik me af. Terugziend besef ik dat het kwam door mijn dwaze redenatie. Destijds dacht ik dat zulk gedrag macho was, een bewijs van mijn mannelijkheid. Toen ik op 25-jarige leeftijd werd vrijgelaten, keken andere gangsters tegen mij op als een hele piet. Nu lag de weg voor me open naar een hogere positie in de criminele wereld.

De reacties van mijn gezin

Omstreeks die tijd trouwde ik en al gauw hadden mijn vrouw en ik twee dochtertjes. Mijn leven veranderde echter niet. Talloze malen legde ik de weg van mijn huis naar de politie en omgekeerd af — ik sloeg mensen in elkaar en hield me bezig met afpersing. Elk incident hielp me het respect van mijn medegangsters en het vertrouwen van de baas te winnen. Ten slotte bereikte mijn oudere yakuza-„broer” de top van de bende en werd de baas. Ik was opgetogen toen ik nummer twee werd.

’Hoe denken mijn vrouw en dochtertjes over mijn manier van leven?’, dacht ik bij mezelf. Zij moeten zich opgelaten hebben gevoeld een misdadiger als man en vader te hebben. Op dertigjarige leeftijd kwam ik opnieuw in de gevangenis terecht en toen ik 32 was nogmaals. Deze keer viel de gevangenisstraf van drie jaar me erg zwaar. Mijn dochtertjes mochten me niet komen bezoeken. Ik miste onze gesprekjes en ons geknuffel.

Omstreeks de tijd dat ik deze laatste gevangenisstraf ging uitzitten, begon mijn vrouw de bijbel te bestuderen met Jehovah’s Getuigen. Dag in dag uit schreef zij me over de waarheid die zij leerde kennen. ’Wat is die waarheid waar mijn vrouw het over heeft?’, vroeg ik me af. In de gevangenis las ik de hele bijbel. Ik stond stil bij wat mijn vrouw me in haar brieven vertelde over een hoop voor de toekomst en over Gods voornemen.

De hoop dat mensen eeuwig in een paradijs op aarde zullen leven, was aantrekkelijk omdat de dood mij werkelijk angst aanjoeg. Ik had altijd gedacht: ’Als je sterft, ben je de verliezer.’ Nu ik terugkijk, besef ik dat het vrees voor de dood was die mij ertoe bracht anderen letsel toe te brengen voordat zij het mij konden doen. De brieven van mijn vrouw deden mij ook de leegheid inzien van mijn doel hogerop te komen in de gangsterwereld.

Toch zag ik nog geen reden om de waarheid te bestuderen. Mijn vrouw droeg zich aan Jehovah op en werd een van zijn gedoopte Getuigen. Hoewel ik in mijn brief beloofd had hun vergaderingen bij te wonen, kwam het niet bij me op een van Jehovah’s Getuigen te worden. Ik had het gevoel of mijn vrouw en dochtertjes ver bij me vandaan waren gegaan, mij achter hadden gelaten.

Uit de gevangenis

Eindelijk brak de dag aan dat ik in vrijheid werd gesteld. Aan de gevangenispoort van Nagoya stonden veel gangsters in de rij om mij te verwelkomen. In de grote mensenmenigte zocht ik echter alleen naar mijn vrouw en dochtertjes. Toen ik mijn dochtertjes zag, die flink waren gegroeid in die drie en een half jaar, sprongen de tranen mij in de ogen.

Twee dagen na mijn thuiskomst hield ik mijn belofte aan mijn jongste dochtertje en woonde een vergadering van Jehovah’s Getuigen bij. Ik was verrast de opgewekte houding van alle aanwezigen te zien. De Getuigen heetten mij hartelijk welkom, maar ik voelde me een vreemde eend in de bijt. Toen ik later hoorde dat degenen die mij begroet hadden op de hoogte waren van mijn criminele achtergrond, was ik verbijsterd. Ik voelde hun hartelijkheid echter, en de op de bijbel gebaseerde lezing die werd gehouden, sprak me aan. Hij ging over eeuwig leven in een paradijs op aarde.

De gedachte dat mijn vrouw en dochtertjes het Paradijs zouden beërven en dat ik vernietigd zou worden, verontrustte me zeer. Ik dacht er ernstig over na wat ik zou moeten doen om met mijn gezin eeuwig te leven. Ik begon te overwegen een punt achter mijn leven als gangster te zetten en ik ging de bijbel bestuderen.

Ik breek met mijn misdadigersleven

Ik ging niet meer naar bijeenkomsten van de bende en zette mijn omgang met de yakuza stop. Het was niet gemakkelijk mijn denkwijze te veranderen. Ik reed in een grote geïmporteerde auto — pure egotripperij. Het kostte me drie jaar om op een bescheiden model over te stappen. Ook had ik de neiging de weg van de minste weerstand te kiezen. Toen ik de waarheid leerde kennen, besefte ik echter dat ik moest veranderen. Maar zoals Jeremia 17:9 zegt: „Het hart is verraderlijker dan iets anders en niets ontziend.” Ik wist wel wat de juiste weg was, maar het kostte mij veel moeite het geleerde in praktijk te brengen. De problemen waar ik voor stond, leken me een hoge berg toe. Ik ging piekeren en vaak overwoog ik met de studie te stoppen en het idee een van Jehovah’s Getuigen te worden te laten varen.

Toen nodigde degene die mij bijbelstudie gaf een reizende opziener met een achtergrond die veel van de mijne weg had uit om een openbare lezing in onze gemeente te houden. Van Akita, zo’n 650 kilometer ver, kwam hij helemaal naar Suzuka om mij aan te moedigen. Elke keer daarna dat ik het moe werd en overwoog ermee te stoppen, ontving ik een brief van hem waarin hij me vroeg of ik standvastig de weg van de Heer bewandelde.

Ik bleef tot Jehovah bidden mij te helpen al mijn banden met de yakuza te verbreken en ik had het volste vertrouwen dat Jehovah mijn gebed zou verhoren. In april 1987 slaagde ik er eindelijk in mij uit de yakuza-organisatie terug te trekken. Daar ik voor mijn eigen bedrijf elke maand een aantal dagen overzee was, weg bij mijn gezin, ging ik in plaats daarvan schoonmaak- en onderhoudswerk doen. Daardoor had ik de middagen vrij voor geestelijke activiteiten. Voor de eerste keer ontving ik een loonzakje. Er zat niet veel in, maar het maakte me erg gelukkig.

Toen ik nummer twee was in een yakuza-organisatie, was ik in materieel opzicht welgesteld, maar nu bezit ik geestelijke rijkdommen die niet vergaan. Ik ken Jehovah. Ik ken zijn voornemens. Ik heb principes om naar te leven. Ik heb ware vrienden, die om mij geven. In de yakuza-wereld zat de liefde bij de gangsters aan de oppervlakte, maar geen yakuza die ik kende, niet één, zou zich wegcijferen ter wille van anderen.

In augustus 1988 symboliseerde ik mijn opdracht aan Jehovah door de waterdoop en de maand erna begon ik minstens zestig uur per maand te besteden aan het spreken met anderen over het goede nieuws dat mijn leven had veranderd. Sinds maart 1989 dien ik als volle-tijdprediker en ik heb nu het voorrecht gekregen als dienaar in de bediening in de gemeente te dienen.

Ik heb mij kunnen ontdoen van de meeste ’souvenirs’ van mijn leven als yakuza. Er is er echter een overgebleven. Het is de tatoeage op mijn lichaam, die mij, en ook mijn gezin en anderen, herinnert aan mijn yakuza-verleden. Op een keer kwam mijn oudste dochtertje huilend uit school thuis en zei dat ze niet meer naar school wilde omdat haar vriendinnetjes tegen haar hadden gezegd dat ik een yakuza was en tatoeages had. Ik heb de kwestie uitvoerig met mijn dochtertjes kunnen bespreken en zij begrepen de situatie. Ik zie uit naar de dag dat de aarde een paradijs zal zijn en mijn vlees ’frisser zal worden dan in mijn jeugd’. Dan zullen mijn tatoeages en de herinneringen aan twintig jaar yakuza-leven tot het verleden behoren (Job 33:25; Openbaring 21:4). — Verteld door Yasuo Kataoka.

[Illustratie op blz. 11]

Ik verlang naar de dag dat mijn tatoeages weggewist zullen zijn

[Illustratie op blz. 13]

Met mijn gezin bij de Koninkrijkszaal

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen