Elkaar aanmoedigen sterk te zijn in het geloof
1 Hoe sterk is jouw geloof? Heb je aanwijzingen dat je geloof groeit? (2 Thess. 1:3) Heeft het je vreugdevol gestemd te zien hoe anderen in de gemeente sterk in het geloof worden? Kun jij iets doen om sommigen te helpen een krachtiger geloof te verkrijgen? Geloof is noodzakelijk om God te behagen. Trouwens, wij kunnen alleen onder druk staande blijven en voor eeuwig leven in aanmerking komen wanneer wij sterk blijven in het geloof. — Hebr. 10:38, 39.
2 De basis voor een sterk geloof is nauwkeurige kennis (Rom. 10:17). Wij allen moeten dus goede studiegewoonten hebben. Wij zullen tijd moeten „uitkopen” van andere activiteiten en interesses, zodat wij kunnen mediteren over wat wij lezen en horen (Ef. 5:15, 16). Als wij de waarheid goed gaan begrijpen, zal dit ons helpen sterk in het geloof te zijn. — Kol. 2:7.
ANDEREN STERKEN
3 Als wij zelf sterk in het geloof zijn, hebben wij op onze beurt de kracht om het geloof van anderen te versterken. Toon een diepe persoonlijke belangstelling voor zoveel mogelijk broeders en zusters in de gemeente (Fil. 2:4). Leer hun namen goed kennen. Volg hierin Jezus na (Joh. 10:3, 4). Zonder onze neus in het privé-leven van onze broeders en zusters te steken, kunnen wij veel omtrent hen te weten komen en wanneer wij hen thuis opzoeken, leren wij ook waaraan zij behoefte hebben. Ook wanneer wij in de Koninkrijkszaal met hen spreken of in de velddienst met hen samenwerken, leren wij hen goed kennen. — Joh. 10:3, 14.
4 Wij willen niemand over het hoofd zien. Men vergeet gauw om aandacht te schenken aan de bejaarden, de zieken of de jongeren. Vermijd de valstrik negatief en kritisch te zijn ten opzichte van degenen die laks of zwak zijn, of die klagen. Het zijn allemaal broeders en zusters van ons. Is het niet zo dat wij verplicht zijn elkaar te helpen? — Gal. 6:10.
5 Een ouderling ging weer in het gebied wonen waar hij vroeger had gediend. Hij informeerde naar een van de getrouwe ouderen die enkele jaren geleden, toen hij nog niet uit de gemeente was verhuisd, heel ijverig in de dienst was. Wat bleek nu? De meesten hadden deze broeder nooit meer gezien sinds hij enige tijd geleden bedlegerig was geworden. Wat was deze geliefde broeder aangemoedigd toen hij bezoek kreeg van zijn bezorgde vriend die zich zijn getrouwe werk herinnerde. Bezoek jij de ouderen in jouw gemeente die ziek op bed liggen, of andere ouderen die wellicht wat moeilijk uit de voeten kunnen? Heel vaak kost het niet veel tijd. Een telefoontje kan al heel veel doen. Een kort bezoekje en een gesprek over een of andere tekst die in De Wachttoren duidelijk wordt verklaard, of een ervaring die wij hebben meegemaakt of die wij van iemand anders hebben gehoord, blijven lang in de herinnering bewaard.
ALLEN KUNNEN EEN AANDEEL HEBBEN
6 Als je bemerkt dat sommigen het kalmer aan gaan doen, probeer dan op een vriendelijke wijze te helpen. Hoewel dit in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de ouderlingen is, werd de raad om elkaar op te bouwen tot alle christenen gericht. — 1 Thess. 5:11.
7 Wat zijn enkele manieren waarop jij kunt helpen? Zijn er in de gemeente misschien enkelen die je met jouw gezinsstudie kunt laten meedoen? Eén ouder echtpaar heeft het zich ten doel gesteld jongere mensen uit te nodigen met hen samen in al hun activiteiten te delen. Soms bereiden zij zich voor op de Wachttoren-studie of de Theocratische School. Een andere keer lezen zij gewoon wat omdat zij wat achter zijn geraakt met hun leesprogramma. Velen zijn werkelijk verfrist door aansporende, informele schriftuurlijke gesprekken. Ook gezamenlijke ontspanning kan geloofopbouwend blijken te zijn als hierbij de schriftuurlijke beginselen in acht worden genomen.
8 Werk er hard aan om sterk in het geloof te zijn. Dit zal je in staat stellen je gezin en anderen te sterken. ’Deel je geloof aan anderen mee’ (Filem. 5, 6). Moedig anderen aan hetzelfde te doen. Ons leven hangt ervan af.