Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Is volmaakte gezondheid in een volmaakte omgeving mogelijk?
    De Wachttoren 1974 | 1 januari
    • van de rivier stonden bomen des levens, die twaalf vruchtoogsten voortbrengen, elke maand hun vruchten opleverend. En de bladeren van de bomen waren tot genezing van de natiën.” — Openb. 21:21; 22:1, 2.

      Johannes’ visioen plaatste de vervulling ervan in de tijd dat Jehovah door middel van het koninkrijk van zijn Messías, het „Lam”, regeert. De visioenen van Johannes en Ezechiël getuigen van het bemoedigende goede nieuws dat de stroom van levengevend water gepaard zal gaan met de groei van planten tot sieraad en voedsel, zoals dit in de oorspronkelijke tuin van Eden het geval was. De mensheid zal daar kunnen genieten van een voortdurende en overvloedige voorraad levenonderhoudend voedsel dat niet door droogte, ziekte of plagen zal worden verwoest — alsof de vruchtbomen als het ware „elke maand” een nieuwe oogst voortbrengen.

      Het ’gebladerte’ van die bomen zal „tot genezing van de natiën” zijn. Dit geeft ons de verzekering dat de gehoorzame mensheid een voortdurende volmaakte gezondheid zal genieten.

      Daar zal dan alles aanwezig zijn voor een volmaakte gezondheid in geluk. De mensen zullen het leven dan ten volle kunnen waarderen, en de gezonde, zuivere omgeving zal hun geluk volledig maken. Er zal geen vrees bestaan dat het water zal opdrogen, want de Bron ervan is onuitputtelijk.

      Allen die kennis omtrent Jehovah’s onverdiende goedheid door bemiddeling van Christus bezitten, dienen hierdoor te worden aangespoord hem te loven. Wij kunnen dit het doeltreffendste doen door ons leven in overeenstemming te brengen met de vereisten die in zijn Woord de bijbel zijn uiteengezet en door deze schitterende hoop aan anderen bekend te maken (Openb. 22:17; Rom. 10:10). Er zou niets beters kunnen zijn dan, in een toestand van volmaakte gezondheid en in een prachtige, vredige omgeving, de woorden te horen:

      „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openb. 21:3, 4.

  • Vragen van lezers
    De Wachttoren 1974 | 1 januari
    • Vragen van lezers

      ● Wat betekent de uitdrukking „losbandig gedrag” die in Galáten 5:19 wordt aangetroffen? — V.S.

      Men zou kunnen veronderstellen dat deze uitdrukking (uit het Griekse woord aselgeia) betrekking heeft op gedrag dat wel immoreel is maar dan in geringe of niet zo ernstige mate. Volgens de voorhanden zijnde bewijzen in de Schrift en ook in de oude wereldlijke Griekse geschriften waarin dit woord voorkomt, is dit echter niet het geval. Losbandig gedrag is niet beperkt tot seksueel immorele daden. En in plaats van betrekking te hebben op slecht gedrag van enigszins onbeduidende of geringe aard, geeft het woord klaarblijkelijk daden weer waaruit een onbeschaamde houding blijkt, een houding die geringschatting van en minachting, ja, zelfs verachting voor maatstaven, wetten en gezag verraadt. De ’losbandigheid’ van het gedrag is derhalve niet in de eerste plaats te wijten aan zwakheid maar vloeit voort uit een oneerbiedige, onbeschaamde of schaamteloze houding.

      Ter ondersteuning hiervan zien wij dat Griekse woordenboeken aselgeia (en andere vormen van dit woord) definiëren als: „grove wandaden”, „losbandigheid, bandeloze gewelddadigheid”, „onbeschaamdheid”, „ordinair geschimp”, „grof[heid]” (Liddell en Scott); „buitensporigheid, onmatigheid, in wat maar ook, b.v. in taal, gedrag, onbeschaamdheid” (Robinson); „ongebreidelde wellust, . . . verregaande schandelijkheid, schaamteloosheid” (Thayer), „baldadige wetteloze brutaliteit” (Trench). A New Testament Wordbook door Barclay zegt: [Aselgeia] wordt door Plato gebruikt in de betekenis van ’schaamteloosheid’. . . . Het wordt gedefinieerd als ’gewelddadigheid gepaard met hoon en vermetelheid’. . . . Het wordt omschreven als ’de geest die geen beperkingen kent en alles durft wat grilligheid en baldadige onbeschaamdheid ingeven’.”

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen