De mens op zoek naar God aanbieden
1 Als wij van huis tot huis prediken, straatwerk doen of informeel getuigenis geven, ontmoeten wij soms mensen die een niet-christelijke religie aanhangen. Indien wij slechts een oppervlakkige kennis van hun religieuze achtergrond hebben, kan het ons moeilijk vallen een doeltreffend getuigenis over Gods koninkrijk te geven. Nu, met de nieuwe publikatie De mens op zoek naar God, kunnen wij inzicht verkrijgen in de grote wereldgodsdiensten en beter begrijpen wat deze mensen geloven. Wij kunnen toegerust zijn om zoveel mogelijk mensen te helpen „uit de strik van de Duivel” te komen. — 2 Tim. 2:24-26; Tit. 3:2.
2 Tijdens onze bediening zullen sommige mensen kenbaar maken dat zij moslim, jood, hindoe, Sikh, boeddhist of lid van een andere grote religieuze groepering zijn. Wij kunnen hier op vriendelijke wijze even op ingaan en wellicht zeggen: „Het is interessant mensen van veel verschillende religies te ontmoeten. Bij zijn zoeken naar God is de mens veel verschillende richtingen ingeslagen. [Hier kun je, als de omstandigheden dit toelaten, de teksten van het Onderwerp voor gesprekken gebruiken.] Maar bent u het niet me eens dat mensen gewoonlijk de religie van hun ouders aanhangen in plaats van zelf naar God te zoeken? Met andere woorden, bij hun geboorte kregen zij een bepaalde religie mee. Dat wordt duidelijk gemaakt in het eerste hoofdstuk van dit boek De mens op zoek naar God. [Laat blz. 8, par. 12 zien.] Het kan heel interessant zijn om meer over andere religies te leren. Dit boek verklaart de oorsprong, de gebruiken en de leringen van de grote wereldgodsdiensten.” Blader dan het boek door en toon enkele illustraties over de religie van de huisbewoner. Verklaar kort dat het boek is gepubliceerd als onderdeel van een wereldwijde krachtsinspanning om oprechte mensen te helpen bij hun zoeken naar God. Bied vervolgens het boek aan.
3 Je kunt ook rechtstreeks verwijzen naar het hoofdstuk dat verband houdt met de religie van de huisbewoner. Een hindoe zal beslist geboeid worden door de kaart van India, op blz. 123, en de foto’s op blz. 96 en 117. Zo nu en dan ontmoeten wij wellicht een Sikh met een traditionele tulband. De blz. 100-101 geven een kort overzicht van dat geloof.
4 Een moslim is misschien aangenaam verrast bij het zien van de fotoserie over Mekka en de Kaʼba op blz. 289 en de aanhalingen uit de Qorʼaan op blz. 288 e.a. Boeddhisten die op zoek zijn naar verlichting tonen wellicht interesse voor hoofdstuk 6 en de bijbehorende illustraties op blz. 141 en 157. Mensen van Chinese afkomst moeten hoofdstuk 7, over het tauïsme en confucianisme, wel op prijs stellen. De afbeeldingen op blz. 171 en 173 kunnen de belangstelling voor het boek opwekken. Veel Japanners hangen zowel het boeddhisme als het sjintoïsme aan en zullen zich vereenzelvigen met de illustraties op blz. 190 en 195 in het hoofdstuk over „Sjintô — Japan zoekt naar God”.
5 In sommige gebieden ontmoeten wij aanhangers van de joodse religie. Hoofdstuk 9, „Judaïsme — Een zoeken naar God via de Schrift en de overlevering”, zou hun belangstelling moeten wekken. Zij zijn gewoonlijk geïnteresseerd in algemene vorming en derhalve zal het hele boek velen van hen aanspreken. Wij ontmoeten ook atheïsten en agnostici, en hoofdstuk 14, getiteld „Hedendaags ongeloof — Moet de speurtocht worden voortgezet?” zal de oprechten onder hen aanspreken. De argumenten ten gunste van geloof in God worden vanaf blz. 334 aangetroffen.
6 Voor iedereen die een religie van de christenheid aanhangt, kan hoofdstuk 10 belangwekkend zijn. Op blz. 236 wordt de vraag gesteld: „Jezus — Welke geloofsbrieven bezat hij?” Op blz. 243 en 251 zien wij twee van de door Christus verrichte wonderen. Hoe weten wij dat Jezus Gods goedkeuring genoot? De illustratie op blz. 253 beantwoordt die vraag.
7 Willen wij onze aanbieding aan ieder afzonderlijk aanpassen, dan is het duidelijk dat wij de inhoud van het boek moeten kennen en vertrouwd moeten zijn met de volgorde van de hoofdstukken en met de illustraties. (Verwijs voor verdere suggesties naar Redeneren aan de hand van de Schrift, blz. 21-24.) Dan zijn wij misschien in staat het waarheidszaad te zaaien door op tactvolle wijze dit nieuwe boek aan te bieden (1 Kor. 9:19-23; Kol. 4:5, 6). Aangezien de bijbel in het hele boek vaak ter vergelijking wordt aangehaald, is er een goede basis om bijbelstudies te beginnen. Een volgend artikel zal erop ingaan hoe wij nabezoeken kunnen brengen teneinde bij mensen van vele geloofsovertuigingen studies op te richten.