Het goede nieuws aanbieden — Door middel van straatwerk
1 In Spreuken 1:20 staat: „De ware wijsheid zelf blijft op de stráát luidkeels roepen. Op de openbare pleinen laat ze voortdurend haar stem weerklinken.” Deze woorden gelden vooral in deze tijd, nu Jehovah’s dienstknechten ijverig het goede nieuws van het Koninkrijk prediken waar zij ook maar mensen aantreffen. Evenals dit met Jezus en de voorchristelijke profeten het geval was, zet onze oprechte liefde voor mensen ons ertoe aan, de waarheid overal aan iedereen bekend te maken. — Jer. 11:6; Mark. 6:56; Luk. 13:22, 26.
2 Hoewel iemands huis gewoonlijk de meest wenselijke plaats is om met hem over de waarheid te spreken, zijn er niet veel mensen thuis wanneer wij van huis tot huis werken. Wanneer de huisbewoner thuis is, dan is degene die de deur opendoet, vaak dezelfde persoon met wie wij de vorige keer hebben gesproken en hebben wij geen contact met de andere gezinsleden. Daarom dient straatwerk een vaste plaats in onze bediening in te nemen. Je zult wellicht bemerken dat straatwerk, zoals een pionier het onder woorden bracht, „een opwindend, vers gebied zonder afwezigen” is.
EEN HARTELIJKE, POSITIEVE HOUDING
3 Waarom zou je niet proberen op een geregelde basis in hetzelfde gebied straatwerk te doen? Eén zuster die dit doet, zegt dat zij een goede bekende is geworden van de meeste winkeliers en andere mensen die vaak in „haar” straat komen. Er is een goed bericht opgebouwd en dit heeft de weg geopend voor veel produktieve bijbelse gesprekken. Een hulppionier die het heerlijk vindt straatwerk te doen, zei dat hij mensen probeert te benaderen die etalages kijken, mensen die in hun auto zitten, mensen die op de bus staan te wachten, en zelfs degenen die een vorige keer nee hebben gezegd. Er is moed en een goed onderscheidingsvermogen voor nodig om vrijmoedig en overtuigend, en toch niet al te aanhoudend te zijn.
4 De sleutel tot doeltreffend straatwerk is een hartelijke, opgewekte en oprechte benadering. Glimlach. Probeer eerst oogcontact met de persoon te krijgen als dat mogelijk is, maar zo niet, begin dan met een paar vriendelijke woorden. Let op de omstandigheden en maak er gebruik van. Eén zuster let op vrouwen die met een zware boodschappentas lopen en zegt: „Ik zie dat u boodschappen hebt gedaan. Levensmiddelen zijn beslist duur tegenwoordig. Wat zou u denken van aanmoedigend voedsel voor hart en geest? Ik vond dit artikel erg mooi . . . .” Tegen iemand met kinderen zegt zij: „Ik zie dat u twee lieve kinderen hebt. Wist u dat de bijbel zegt dat kinderen een zegen van God zijn? Kijk, hier staat het . . . .” Wanneer zij iemand benadert die in gedachten verzonken is, zegt zij: „Ik zie dat u ergens over nadenkt. De wereld is tegenwoordig vol narigheid, vindt u ook niet? Denkt u dat er ooit een tijd zal komen waarin . . .?”
5 Als iemand haastig loopt, kun je hem alleen een traktaat geven met de woorden: „Hier is goed nieuws voor u dat u kunt lezen wanneer u tijd heeft.” Indien mensen geen haast schijnen te hebben, bied dan de tijdschriften aan. Het is goed om wanneer dat maar mogelijk is, ervoor te zorgen dat de mensen onze lectuur in handen krijgen.
6 Veel verkondigers die er eerst huiverig voor waren straatwerk te doen, bezien het nu als hun favoriete vorm van prediken. Natuurlijk moet er voorzichtigheid worden betracht wanneer wij in een gevaarlijk gebied werken of op een tijd dat het niet veilig is. Zelfs in kleinere steden zijn er gewoonlijk drukke gebieden, stationspleinen, bus- of tramhaltes of openbare parkeerplaatsen waar mensen met het goede nieuws benaderd kunnen worden. Grijp de gelegenheid aan en laat met wijsheid je stem weerklinken wanneer je op straten en pleinen het goede nieuws bekendmaakt, tot zegen van de hoorders en tot eer van Jehovah. — Spr. 1:20.