-
Christelijke manieren aankweken in een ongemanierde wereldDe Wachttoren 1989 | 15 juni
-
-
Christelijke manieren aankweken in een ongemanierde wereld
„Zie! Hoe goed en hoe aangenaam is het als broeders in eenheid te zamen wonen!” — PSALM 133:1.
1. Wat is er met goede manieren gebeurd?
„MANIEREN hebben deze laatste 25 jaar een flinke knauw gekregen”, zegt de rubriekschrijfster Ann Landers. „Het is niet alleen maar zo dat mannen het portier van een auto niet meer openhouden voor vrouwen of hun geen zitplaats in de ondergrondse of in de bus meer aanbieden. De kwestie is ernstiger.” Ja, overal om ons heen kunnen wij de bewijzen zien dat wij in een wereld leven die steeds ongemanierder wordt. Mensen dringen zich naar voren als zij in de rij moeten staan, roken in een propvolle lift, spelen keiharde muziek in openbare gelegenheden, enzovoort. De dagelijkse ervaring leert ons dat de tijd waarin wij leven, ondanks verbeterde onderwijsmogelijkheden en een hogere levensstandaard, over het algemeen gesproken een tijd is waarin „dank u wel” en „alstublieft” ongewone uitdrukkingen zijn geworden, en waarin normale hoffelijkheid en plichtplegingen zo goed als vergeten zijn.
2. Waarom wekt het gebrek aan goede manieren in deze tijd geen verbazing?
2 Wekt dit alles verbazing? Eigenlijk niet. Het herinnert ons alleen aan wat de apostel Paulus onder inspiratie zei over het gedrag van de mensen in „de laatste dagen”, wanneer ’er kritieke tijden zouden aanbreken die moeilijk zijn door te komen’. Paulus voorzei onder andere dat de mensen ’zichzelf zouden liefhebben, aanmatigend, hoogmoedig en ondankbaar zouden zijn, zonder natuurlijke genegenheid, zonder zelfbeheersing’ (2 Timótheüs 3:1-3). Zelfs een terloopse waarneming zal onthullen dat een dergelijk gedrag algemeen voorkomt onder mensen van elke leeftijd, maatschappelijke stand en nationaliteit. Waarom is dit zo? Welke oorzaken dragen bij tot het algemene gebrek aan goede manieren?
Oorzaken van slechte manieren
3. Hoe bevordert ’de lucht’ van dit samenstel slechte manieren?
3 De uitdrukking ’mensen die zichzelf liefhebben’, is een goede beschrijving van de „ik-generatie”, waarmee wordt gedoeld op degenen die grootgebracht zijn met de nadruk op zelfbewustheid, individualisme en zelfontplooiing. Deze geest, waarvan ’de lucht’ om ons heen doortrokken is, druist lijnrecht in tegen de bijbelse raad dat christenen „niet alleen uit persoonlijk belang het oog [moeten houden] op [hun] eigen zaken, maar ook uit persoonlijk belang op die van de anderen” (Efeziërs 2:2, 3; Filippenzen 2:4). Het resultaat? Een generatie van mensen die zijn grootgebracht met de gedachte ’doe waar je zin in hebt’, zal zich er beslist niet al te zeer om bekommeren hoe hun gedrag van invloed zal zijn op anderen.
4. Hoe staat men tegenwoordig tegenover degenen die aanvaarde maatstaven negeren, en hoe dient een christen de kwestie te bezien?
4 Eén ding dat vroeger een belangrijke rol speelde bij het handhaven van een mate van beleefdheid onder de mensen, was de invloed die uitging van hun omgeving. Bezorgdheid voor wat anderen zouden kunnen denken, is lange tijd een beteugelende factor geweest. Tegenwoordig is het echter zo dat hoe schokkender en schaamtelozer een handelwijze is, hoe groter de kans dat die bij veel mensen populair zal worden. Degenen die de aanvaarde maatstaven negeren, worden niet meer als ongemanierd of lomp beschouwd, maar als chic of sophisticated, als mensen die grote bewondering verdienen. Houd echter in gedachte dat het woord „sophisticated” betekent „niet in een natuurlijke, zuivere of oorspronkelijke toestand”. Het is afgeleid van hetzelfde Griekse grondwoord als de uitdrukking die in 2 Petrus 1:16 met „kunstig verzonnen” weergegeven is. Ware christenen zullen er beslist goed aan doen zo’n houding te vermijden.
5. Wat is nog een factor die bijdraagt tot de achteruitgang in goede manieren?
5 „Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken, daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen”, zegt Prediker 8:11. Hierin schuilt nog een factor die bijdraagt tot het gebrek aan algemene manieren. Omdat mensen dingen zo gemakkelijk straffeloos kunnen doen, worden zij ongevoelig voor schendingen van de aanvaarde gedragsnormen. „Burgers die hevig geschokt zouden zijn wanneer in het openbaar zou worden aangetoond dat zij deel uitmaken van het criminele element, overtreden echter even zo vrolijk openlijk allerlei wetten — verkeerswetten, wetten op verdovende middelen en wetten die verbieden vuil op straat te gooien”, aldus een redactioneel artikel in de New York Times. Als gevolg hiervan zijn „lawaaischoppen, vandalisme en graffito-besmeuring” allemaal tot de onvermijdelijke dingen gaan behoren die wij dagelijks meemaken. Hierdoor gaat de beleefdheid, alsook het respecteren van andermans rechten, eigendommen en privacy, verder achteruit.
6. Hoe worden de manieren van de mensen beïnvloed door hun drukke leven, en hoe was Jezus in dit opzicht anders?
6 Aangezien goede manieren algemeen worden beschouwd als behorend tot de dingen die het leven veraangenamen, worden ze gemakkelijk vergeten als mensen gehaast zijn — en de meeste mensen schijnen tegenwoordig bijna altijd haast te hebben. Dit leidt ertoe dat zij langs elkaar heen lopen zonder een woord te zeggen of elkaar een vriendelijke blik toe te werpen. Zij dringen en duwen als zij in de rij moeten staan of schieten ongeduldig van de ene rijbaan op de andere om maar een paar minuten of seconden te winnen. Vaak worden mensen zo in beslag genomen door hun persoonlijke aangelegenheden, of is hun schema volgepropt met zo veel dingen die zij moeten doen, dat elke onverwachte gebeurtenis of bezoeker een bron van ergernis wordt of ongelegen komt. Overdenk eens hoe anders Jezus reageerde op de mensen die zelfs op ongelegen tijdstippen bij hem kwamen. — Markus 7:24-30; Lukas 9:10, 11; 18:15, 16; Johannes 4:5-26.
7. Waar moeten christenen zich met betrekking tot manieren voor hoeden?
7 Hoewel wij in een jachtige wereld leven en er steeds meer van onze tijd en energie wordt geëist, zal de situatie er niet beter op worden als wij toelaten dat deze druk ons ongemanierd doet handelen. In plaats daarvan leidt een dergelijk gedrag tot veel van het zinloze geweld dat ons ter ore komt — onenigheden, gevechten, veten en zelfs moord — hetgeen voortspruit uit het feit dat de mensen ongemanierdheid met ongemanierdheid vergelden. Dit alles maakt deel uit van de geest van de wereld waarvan christenen geen deel mogen zijn. — Johannes 17:14; Jakobus 3:14-16.
Uitstekende voorbeelden van goede manieren
8. Waartoe worden christenen aangemoedigd, ook al bevinden zij zich te midden van ongemanierde mensen?
8 Aangezien wij ons te midden van mensen bevinden die zich weinig aan anderen gelegen laten liggen, is het gemakkelijk om voor de druk te zwichten en goede manieren te laten varen. Wanneer wij echter aan de bijbelse vermaning denken „niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd [te worden]”, kunnen wij acht slaan op de vele uitstekende voorbeelden in de bijbel en proberen in de huidige ongemanierde wereld vast te houden aan de verheven maatstaven van christelijke manieren (Romeinen 12:2, 21; Matthéüs 5:16). Uit onze daden moet blijken dat wij volledig instemmen met de psalmist, die verklaarde: „Zie! Hoe goed en hoe aangenaam is het als broeders in eenheid te zamen wonen!” — Psalm 133:1.
9. Wat onthult de Schrift over de wijze waarop Jehovah mensen bejegent?
9 Het beste voorbeeld wat het aan de dag leggen van voortreffelijke manieren betreft, is de Schepper en Vader van allen, Jehovah God zelf. Het is voor personen die een hoge positie bekleden of die macht over anderen uitoefenen, heel gewoon ’zich te laten gelden’ en te eisen dat hun wensen worden gerespecteerd. Toch neemt het hoogste Personage in het universum, Jehovah God, altijd de beleefdheid in acht in zijn omgang met degenen die onder hem staan. Toen hij zijn vriend Abraham een zegen schonk, zei hij: „Sla alstublieft uw ogen op en kijk van de plaats waar gij zijt.” En nogmaals: „Zie alstublieft omhoog naar de hemel en tel de sterren” (Genesis 13:14; 15:5). Toen God Mozes een teken van Zijn macht gaf, zei hij: „Steek uw hand alstublieft in de borstplooi van uw kleed” (Exodus 4:6). Vele jaren later zei Jehovah, bij monde van zijn profeet Micha, zelfs tot zijn eigenzinnige volk: „Hoort alstublieft, gij hoofden van Jakob en gij aanvoerders van het huis van Israël. . . . Hoort dit alstublieft, gij hoofden” (Micha 3:1, 9). Zijn wij in dit opzicht „navolgers van God” geworden door in onze omgang met anderen beleefdheidsvormen zoals „alstublieft” te gebruiken? — Efeziërs 5:1.
10, 11. (a) Wat kan er gezegd worden over Jezus’ manieren en gedragingen? (b) Hoe kunnen wij Jezus navolgen door ons jegens alle mensen welgemanierd te gedragen?
10 Nog een uitstekend voorbeeld ter navolging is Jezus Christus, degene „die in de boezempositie bij de Vader is” (Johannes 1:18). In zijn omgang met mensen was hij enerzijds teder en meedogend en anderzijds krachtig en ferm; toch was hij tegen niemand ooit lomp of onvriendelijk. Commentaar gevend op „zijn buitengewone gave om zich bij allerlei personen op zijn gemak te voelen”, zegt het boek The Man From Nazareth: „Zowel in het openbaar als in de privé-sfeer ging hij op voet van gelijkheid met mannen en vrouwen om. Hij voelde zich thuis bij kleine kinderen in hun onschuld en vreemd genoeg ook bij berouwvolle woekeraars zoals Zachéüs. Achtenswaardige huisvrouwen, zoals Maria en Martha, konden met een natuurlijke onbeschroomdheid met hem spreken, maar ook courtisanes kwamen naar hem toe alsof zij er zeker van waren dat hij hen zou begrijpen en helpen . . . Zijn vreemde onbewustheid van grenzen waardoor gewone mensen zich lieten belemmeren, is een van zijn meest kenmerkende eigenschappen.”
11 Iedereen met gepaste eerbied en consideratie bejegenen, is het kenmerk van iemand die werkelijk welgemanierd is, en wij zouden er goed aan doen hierin Jezus Christus na te volgen. Ja, de meeste mensen slagen erin bepaalde personen met respect te bejegenen, in het bijzonder degenen die een hogere positie bekleden dan zijzelf. Maar ten aanzien van degenen die zij beneden zich of zelfs op gelijk niveau met zichzelf achten, zijn zij vaak ontoeschietelijk, afstandelijk en lomp. Op de een of andere wijze schijnt dit hun een gevoel van superioriteit en macht te geven. Maar terecht is er wel gezegd dat ’een zwakke zich door lompheid een krachtig voorkomen probeert te geven’. Daarom spoort de bijbel ons aan: „Neemt de leiding in het betonen van eer aan elkaar” (Romeinen 12:10). Als wij ons best doen om die raad op te volgen, zijn wij al een heel eind op weg ons net als Jezus jegens alle mensen welgemanierd te gedragen.
12. Wat is de essentie van Jezus’ onderricht over menselijke betrekkingen?
12 Deze positieve, naar buiten gerichte hoedanigheid wordt ook geïllustreerd in Jezus’ onderricht, vooral in wat de Gulden regel wordt genoemd: „Alle dingen dan die gij wilt dat de mensen voor u doen, moet ook gij insgelijks voor hen doen” (Matthéüs 7:12). Het is interessant dat in de Analecta (een van de Vier Boeken van Confucius) — lange tijd beschouwd als het summum van het morele gedrag in de Oriënt — de meester door een van zijn leerlingen werd gevraagd of er een of ander woord was dat als uitgangspunt voor de manier van leven zou kunnen dienen. „Misschien het woord ’wederkerigheid’ (sjoe)”, antwoordde de leraar, en voegde er vervolgens aan toe: „Wat u niet wilt, dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.” In tegenstelling daarmee kunnen wij gemakkelijk zien dat Jezus’ onderricht veel voortreffelijker is, want hartelijke, aangename en vriendschappelijke betrekkingen kunnen alleen voortvloeien uit het feit dat iemand het initiatief neemt om ’anderen goed te doen’.
Christelijke manieren zijn op christelijke liefde gebaseerd
13, 14. (a) Wat is onlangs met betrekking tot algemene manieren waargenomen? (b) Wat vormt de aanleiding tot de huidige belangstelling voor manieren en etiquette?
13 Vanwege het algemeen voorkomen van slechte manieren, wordt er tegenwoordig zo hier en daar over gesproken dat een terugkeer tot juist gedrag noodzakelijk is. „In de jaren ’60 kwam men in opstand tegen manieren”, zegt Marjabelle Stewart, een populair schrijfster en lerares op dit gebied, „maar door een nieuwe revolutie worden ze hersteld. Mensen zien in hoe belangrijk ze zijn en willen weten welke maatstaven voor de samenleving gelden.” Deze hernieuwde belangstelling voor manieren wordt weerspiegeld in de grote hoeveelheid boeken, handleidingen, adviesrubrieken en praatprogramma’s op tv over onderwerpen uiteenlopend van de vraag welke vork men bij een officieel diner moet gebruiken tot de wijze waarop men iemand in de huidige gecompliceerde en snel veranderende sociale en familieverhoudingen moet aanspreken.
14 Maar waarom worden sommige mensen zich meer bewust van manieren? „In de huidige wedijverende maatschappij”, zo verklaart Stewart, „hebben manieren met overleving te maken.” Met andere woorden, goede manieren worden beschouwd als een middel om iemand te helpen met anderen op te schieten en vooruit te komen. Daarom lezen de mensen boeken over en volgen zij cursussen in etiquette om te leren hoe zij zich moeten kleden teneinde succesvol te zijn, hoe zij een goede indruk kunnen maken, hoe zij in de directiekamer geaccepteerd kunnen worden, enzovoort.a Het probleem bij dit alles is dat manieren een zaak van slimme berekening zijn geworden, net als een masker dat men tijdens een optreden opzet en weer afdoet zodra de opvoering voorbij is. Het wekt dan ook geen verbazing dat ons herhaaldelijk berichten ter ore komen over de meest schokkende vormen van witte-boordencriminaliteit die gepleegd wordt door mensen van de fijnste ’afkomst’ en ’maatschappelijke stand’.
15, 16. (a) Wat heeft één autoriteit op het gebied van manieren te zeggen over „de voortreffelijkste regels voor gedrag”? (b) Hoe staat 1 Korinthiërs 13:4-7 met ware christelijke manieren in verband?
15 Dat lijkt volstrekt niet op een beschrijving van wat goede manieren dienen te zijn. Amy Vanderbilt, een gerespecteerde autoriteit op dit gebied, schrijft in haar New Complete Book of Etiquette: „De voortreffelijkste regels voor gedrag zijn in hoofdstuk 13 van Eén Korinthiërs te vinden, de door St.-Paulus opgestelde schitterende verhandeling over liefde. Deze regels hebben niets te maken met het overdreven zorg besteden aan kleding of het nauwlettend toezien op uiterlijke manieren. Ze hebben te maken met gevoelens en houdingen, vriendelijkheid en consideratie jegens anderen.”
16 Waar Amy Vanderbilt op doelde, is natuurlijk de passage in 1 Korinthiërs 13:4-7, waar Paulus een uitvoerige beschrijving geeft van de verscheidene aspecten van de christelijke liefde. Let eens op de resultaten van enkele punten die hij liet uitkomen. Zo zal iemand die „lankmoedig en vriendelijk” is, anderen beslist geduldig en respectvol bejegenen. „Gedraagt zich niet onbetamelijk” is een andere manier om te zeggen ’gedraagt zich betamelijk’, en „betamelijkheid” wordt gedefinieerd als „in overeenstemming met de maatstaven van goede smaak, gepastheid of deugdzaamheid”. Derhalve geeft het New Testament in Modern English, door J. B. Phillips, deze zinsnede als volgt weer: „Liefde heeft goede manieren.” Het is moeilijk voor te stellen dat iemand die zo’n liefde aan de dag legt, als ongemanierd wordt beschouwd.
17. Waarvan zijn onze manieren een graadmeter?
17 Het is dus duidelijk dat christelijke manieren rechtstreeks verband houden met christelijke liefde. Ze zijn niet slechts een middel om een doel te bereiken of iets waarachter iemand zich verschuilt wanneer dit hem te pas komt. Integendeel, onze manieren — de wijze waarop wij anderen bejegenen, onze houding, manier van optreden en normale gedrag — zijn een graadmeter voor de diepte van onze bezorgdheid en liefde voor anderen. Of wij nu jong of oud zijn, wij dienen er moeite voor te doen gehoor te geven aan de bijbelse raad: „Laat een ieder niet zijn eigen voordeel blijven zoeken, maar dat van de ander” (1 Korinthiërs 10:24). Derhalve zijn christelijke manieren, als een aspect van christelijke liefde, een teken waaraan de ware discipelen van Jezus Christus te herkennen zijn. — Johannes 13:35.
Altijd welgemanierd
18. Waartoe dienen wij, in weerwil van wat wij om ons heen zien, vastbesloten te zijn?
18 Met betrekking tot onze generatie voorzei Jezus dat ’wegens het toenemen der wetteloosheid de liefde van de meesten zal verkoelen’ (Matthéüs 24:12). Dit verkoelen van de liefde wordt duidelijk weerspiegeld in de onverschillige en zelfzuchtige houding van de zijde van zoveel mensen in deze tijd. In plaats van ons ertoe te laten brengen op dezelfde onverschillige manier te reageren, moeten wij echter Paulus’ raad in gedachte houden: „Vergeldt niemand kwaad met kwaad. Verschaft voortreffelijke dingen voor het oog van alle mensen. Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen” (Romeinen 12:17, 18). Het dient ons vaste besluit te zijn om altijd van goede manieren blijk te geven, of onze inspanningen nu wel of niet op prijs worden gesteld. — Matthéüs 5:43-47.
19. Hoe zijn onze manieren van invloed op alle aspecten van het leven?
19 Ja, christelijke manieren zijn de natuurlijke uiting van de liefde en de bezorgdheid voor anderen waarvan ons hart vervuld is. Net zoals onze spraak onthult wat wij innerlijk zijn, geven onze manieren er blijk van of wij ons veel om anderen bekommeren of onverschillig zijn (Matthéüs 12:34, 35). Als zodanig behoren manieren een belangrijke rol in alle aspecten van ons leven te spelen. Ze moeten een levenswijze zijn. Hoe dienen wij ze vollediger tentoon te spreiden? Hoe kunnen heilzame christelijke manieren in vollediger mate aangekweekt worden? Wij zullen dit in het volgende artikel beschouwen.
-
-
’Gedraag u op een wijze die het goede nieuws waardig is’De Wachttoren 1989 | 15 juni
-
-
’Gedraag u op een wijze die het goede nieuws waardig is’
„Alleen, gedraagt u op een wijze die het goede nieuws over de Christus waardig is.” — FILIPPENZEN 1:27.
1. Welke gunstige commentaren werden door een recent voorval in New York aan de burgemeester van de stad ontlokt? (Romeinen 13:3)
„MEER dan 1000 Getuigen” kwamen op 29 september 1988 naar de City Hall in Lower Manhattan, berichtte The New York Times. Zij kwamen ter ondersteuning van een ingediend bouwplan dat door het stadsbestuur in een hoorzitting beschouwd zou worden. Hoewel het voorstel om toestemming te geven voor het oprichten van een nieuw woongebouw in de directe omgeving van het internationale hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen werd afgewezen, „prees [de burgemeester] de Getuigen als ’buitengewoon nette mensen’ en zei hij dat zij ’werkelijk te bewonderen waren’.”
2. In welk opzicht zijn de manieren van de Getuigen anders, en waarom?
2 Wat kan er, normaalgesproken, verwacht worden wanneer meer dan duizend mensen bijeenkomen ter ondersteuning van een impopulaire zaak? Geduw, geschreeuw, zelfs krachtsvertoon en geweld zijn niet ongewoon. Waarom zijn de Getuigen anders? Omdat zij beseffen dat hun gedrag altijd een weerspiegeling is van hun geloof. Zij houden heel goed de schriftuurlijke raad in gedachte: „Bewaart een voortreffelijk gedrag onder de natiën, opdat zij in datgene waarin zij ten nadele van u spreken als over boosdoeners, ten gevolge van uw voortreffelijke werken, waarvan zij ooggetuigen zijn, God mogen verheerlijken op zijn inspectiedag.” — 1 Petrus 2:12.
Voortreffelijke manieren verheerlijken Jehovah
3. Welke rol spelen onze manieren in het eren van Jehovah?
3 Jehovah God door voortreffelijk gedrag verheerlijken, behoort duidelijk tot onze christelijke verantwoordelijkheid (Matthéüs 5:16). Voortreffelijk gedrag omvat vanzelfsprekend vele dingen — bijvoorbeeld eerlijkheid, ijver en een goede moraal. Deze eigenschappen worden gewoonlijk echter alleen gewaardeerd door degenen die ons goed kennen of degenen met wie wij geregeld omgaan, zoals onze vrienden, familieleden, werkgevers, collega’s en leerkrachten. Wat valt er te zeggen over de grote meerderheid der mensen met wie wij slechts oppervlakkig contact hebben? Hier komt het vooral op onze manieren aan. Want zoals een leuke verpakking de aantrekkingskracht van een waardevolle gift verhoogt, zo zorgen goede manieren ervoor dat wat wij hebben aan te bieden, de mensen meer aanspreekt. Welke andere voortreffelijke christelijke hoedanigheden wij ook mogen bezitten of hoe bewonderenswaardig onze bedoelingen ook mogen zijn, er zal niet veel goeds door tot stand worden gebracht als onze manieren slecht zijn. Hoe kan Jehovah dus door onze manieren worden verheerlijkt?
4. Op welke levensterreinen dienen wij aandacht te schenken aan onze manieren?
4 „Alleen, gedraagt u op een wijze die het goede nieuws over de Christus waardig is”, zegt Paulus (Filippenzen 1:27). Dit heeft vanzelfsprekend met onze openbare bediening te maken. Maar onze manieren en gedragingen op de plaats waar wij aanbidden, in onze buurt, op ons werk, op school, ja, in elk aspect van ons leven, houden eveneens rechtstreeks verband met de doeltreffendheid van onze bediening. „In geen enkel opzicht geven wij enige aanleiding tot struikelen, opdat er geen aanmerkingen op onze bediening gemaakt kunnen worden”, schrijft Paulus (2 Korinthiërs 6:3). Hoe kunnen wij ons ervan vergewissen dat wij die raad toepassen? Wat kunnen wij doen om elkaar, en vooral de jongeren onder ons, te helpen altijd christelijke manieren tentoon te spreiden?
In de Koninkrijkszaal
5. Wat dienen wij te beseffen wanneer wij in de Koninkrijkszaal zijn?
5 De Koninkrijkszaal is de plaats waar wij voor onze aanbidding bijeenkomen. Wij zijn daar op uitnodiging van Jehovah en zijn Zoon, Jezus Christus. In dat opzicht zijn wij gasten in Jehovah’s huis (Psalm 15:1; Matthéüs 18:20). Gedraagt u zich als een goede gast in de Koninkrijkszaal? Hiertoe moeten wij niet alleen ten aanzien van de gastheer, maar ook ten aanzien van de andere gasten van gepaste consideratie en achting blijk geven. Wat is daarbij betrokken?
6. (a) Waarin schieten wij te kort als wij constant te laat op de vergaderingen komen? (b) Wat kan er worden gedaan om het probleem te overwinnen?
6 Om te beginnen is er de kwestie van op tijd komen. Wij geven toe dat dit niet altijd gemakkelijk is. Sommigen wonen veraf; anderen moeten zorgen dat hun gezin, de kleine kinderen inbegrepen, op tijd klaar is. De moeite die zij doen om geregeld naar de christelijke vergaderingen te komen, is werkelijk prijzenswaardig. Er is echter opgemerkt dat sommigen in de gewoonte zijn vervallen te laat op de vergaderingen te komen. Wat kunnen zij doen om hierin verbetering te brengen? Eerst moet beseft worden dat het feit dat iemand gewoonlijk te laat op christelijke vergaderingen komt, niet altijd een weerspiegeling is van gebrek aan waardering voor de waarde van vergaderingen. Sommigen die vaak te laat komen, schijnen wanneer zij er eenmaal zijn, net zo van de vergaderingen te genieten als ieder ander. Het probleem kan veeleer schuilen in een slechte planning en gebrek aan consideratie voor medechristenen. Een van de redenen waarom wij vermaand worden ’het onderling vergaderen niet na te laten’, is dat wij ’op elkaar kunnen letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen’ (Hebreeën 10:24, 25). Dit gaat niet al te best als wij telkens weer te laat komen en daardoor een afleidende of storende factor vormen. Om niet te laat te komen, zo raden deskundigen op dit gebied aan, moeten wij ons ten doel stellen ruim op tijd te arriveren in plaats van net op het nippertje te komen. Zou u deze suggestie moeten opvolgen?
7. Leg uit wat aandachtig luisteren tijdens vergaderingen met goede manieren te maken heeft.
7 Goede manieren vereisen dat wij aandachtig luisteren naar mensen die tot ons spreken (Spreuken 4:1, 20). Dit geldt ook voor christelijke vergaderingen, waar dienaren van God het woord voeren om tot opbouw van ons de een of andere geestelijke gave mee te delen. Het zou werkelijk van zeer slechte manieren onzerzijds getuigen als wij zouden indutten, herhaaldelijk tegen degene die naast ons zit fluisteren, op kauwgom of snoep kauwen, andere lectuur lezen of ons tijdens de vergadering met andere zaken bezighouden. De jonge Elíhu bleef tijdens de lange toespraken van Job en de drie metgezellen niet alleen geduldig zitten, maar „bleef [ook] het oor lenen” aan wat zij zeiden en ’hield zijn aandacht op hen gericht’ (Job 32:11, 12). Goede christelijke manieren zullen ons ertoe bewegen het juiste respect voor de spreker en zijn op de bijbel gebaseerde boodschap te tonen door met onverdeelde aandacht naar hem te luisteren en hem aldus aan te moedigen.
8. Hoe geven wij er blijk van dat ook wij discipelen van Jezus Christus zijn?
8 Christelijke manieren houden ook in dat wij voor en na de vergaderingen actieve belangstelling tonen voor anderen die in de Koninkrijkszaal aanwezig zijn. Paulus merkte op dat gezalfde leden van de christelijke gemeente „geen vreemden en inwonende vreemdelingen meer [zijn], maar . . . leden van het huisgezin van God” (Efeziërs 2:19). Behandelt u uw mede-Getuigen als vreemden en vreemdelingen of als leden van hetzelfde huisgezin? Een vriendschappelijke begroeting, een hartelijke handdruk, een vriendelijke glimlach — het zijn wellicht allemaal kleine dingen, maar ze vormen een deel van het bewijs dat ook wij discipelen van Jezus Christus zijn. Als wij zulke dingen doen ten aanzien van vreemden die wij ontmoeten, dienen wij dan niet „vooral” zo te handelen „jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof”? — Galaten 6:10.
9. Hoe kan kinderen geleerd worden belangstelling aan de dag te leggen voor anderen behalve hun leeftijdgenoten?
9 Kan kinderen geleerd worden dit soort belangstelling aan de dag te leggen voor anderen behalve hun leeftijdgenoten? Het kan zijn dat sommige volwassenen menen dat kinderen nadat zij op vergaderingen een uur of twee hebben zitten luisteren, met hun vriendjes en vriendinnetjes moeten gaan spelen. Maar de Koninkrijkszaal is geen speelplaats (Prediker 3:1, 17). Toen aan een 4 1/2-jarig jongetje door zijn onderwijzeres werd gevraagd hoeveel broertjes en zusjes hij had, antwoordde hij: „Er zijn er zo veel dat ik ze niet allemaal kan tellen.” Toen zijn ouders later vroegen wat hij bedoeld had, legde de jongen uit: „Ik weet niet hoeveel broeders en zusters ik heb. Als ik naar de Koninkrijkszaal ga, zijn er zo veel.” Voor hem waren alle aanwezigen zijn broeders en zusters.
Tijdens onze openbare bediening
10. Welke door Jezus gegeven instructie kan ons helpen ons tijdens onze bediening ’te gedragen op een wijze die het goede nieuws waardig is’?
10 ’Ons gedragen op een wijze die het goede nieuws waardig is’, hangt vanzelfsprekend ook samen met onze openbare bediening. Wij moeten in gedachte houden dat wij een vredige boodschap hebben, en dit dient in onze manieren tot uiting te komen (Efeziërs 6:15). De instructie die Jezus gaf, luidt: „Wanneer gij het huis binnengaat, groet dan het huisgezin; en indien het huis het waard is, zo kome de vrede die gij het toewenst daarover.” Door hartelijk, vriendelijk en respectvol te zijn, laten wij de huisbewoner weten dat wij zijn beste belangen op het oog hebben. Af en toe kan het echter gebeuren dat de persoon die wij aan de deur treffen onvriendelijk, ja, zelfs agressief is. Zullen wij ons hierdoor uit ons evenwicht laten brengen en ons net zo gaan gedragen? Merk op wat Jezus verder zei: „Maar indien [het huisgezin] het niet waard is, dan kere uw vrede tot u terug” (Matthéüs 10:12, 13). De manieren waarvan wij aan de deur blijk geven, behoren altijd van dien aard te zijn dat ze „de bediening van de verzoening” betamen. — 2 Korinthiërs 5:18.
11. Hoe is de wijze waarop wij ons kleden alsook onze persoonlijke verschijning van invloed op onze functie als dienaren van God?
11 Onze manieren geven ook in andere opzichten iets omtrent ons te kennen. Past onze persoonlijke verschijning bijvoorbeeld bij onze functie als een bedienaar van Gods Woord? Hoe staat het met de uitrusting die wij gebruiken — tas, bijbel en bijbelse lectuur? Een rubriekschrijver van een krant geeft zakenmensen dit advies: „Kleedt u als voor een zakelijke afspraak, niet alsof u naar een feestje, een informele bijeenkomst of een sportevenement gaat.” Waarom? Omdat uw kleding en persoonlijke verschijning „een boodschap overbrengen die mensen om u heen laat weten wie en wat u bent en waar u in de orde der dingen past”. Wanneer wij ons dus aan onze ’bedieningszaken’ wijden, dient onze kleding alsook onze persoonlijke verschijning niet onverzorgd of slonzig, noch opzichtig of buitensporig te zijn, maar altijd ’het goede nieuws waardig’. — Vergelijk 1 Timótheüs 2:9, 10.
12. Hoe kan er ten aanzien van de rechten en eigendommen van de huisbewoner blijk worden gegeven van goede manieren?
12 Hoewel wij ’altijd gereed moeten zijn’ om het goede nieuws „te verdedigen”, vereisen goede christelijke manieren dat wij dit doen „met zachtaardigheid en diepe achting” (1 Petrus 3:15). Dit houdt ook in dat wij de rechten en eigendommen van de huisbewoner respecteren. Regelen wij onze activiteit zo dat wij onze bezoeken op een redelijk tijdstip brengen? Zijn wij alert genoeg om op te merken of wij iemand bij de een of andere noodzakelijke taak of bezigheid storen? Maken wij overvloedig gebruik van uitdrukkingen als „Mag ik?”, „Alstublieft” en „Dank u”? Proberen wij de huisbewoner in het gesprek te betrekken of zijn wíj zowat de hele tijd aan het woord, uit vrees dat wij niet alles kunnen zeggen wat wij hebben voorbereid?
13. Illustreer hoe voortreffelijke manieren in de bediening vaak goede resultaten afwerpen.
13 Goede manieren, gepaard aan oprechte persoonlijke belangstelling, openen vaak de weg voor een voortreffelijk getuigenis. Dit is de reden waarom welgemanierde kinderen vaak de aandacht en belangstelling van huisbewoners weten te krijgen terwijl volwassenen hierin niet slagen. Een dertienjarige Getuige in Mexico ontmoette een jong meisje dat wilde studeren. Het meisje zei echter dat zij dit zou moeten doen buiten medeweten van haar vader. Maar de jonge verkondigster meende dat zij in dit geval, uit eerbied voor de vader, zelf om zijn toestemming zou moeten vragen. Zij bood dus aan met de vader te spreken en vertelde hem dat wat zij gingen bestuderen, heel belangrijk was. Aangezien hij zag hoe serieus de jonge zuster was en hij het waardeerde dat zij hem rechtstreeks had benaderd, zei hij: „Als datgene wat jullie gaan bestuderen zo belangrijk is, moet mijn hele gezin studeren.” Het resultaat was dat deze dertienjarige een bijbelstudie begon met het hele gezin, met inbegrip van een getrouwde zoon en zijn vrouw en andere volwassen kinderen.
Goede manieren beginnen thuis
14. Waar beginnen goede manieren, en welke factor speelt een belangrijke rol?
14 De goede manieren van jonge Getuigen zijn vaak een voortreffelijk getuigenis van de opleiding die zij klaarblijkelijk thuis ontvangen. Ja, onze manieren weerspiegelen onze levenswijze. Daarom moeten, in tegenstelling tot wat sommigen misschien denken, goede manieren thuis een belangrijke plaats innemen. Net als in andere aspecten van het gezinsleven is ook in deze kwestie het voorbeeld van de ouders van primair belang (2 Timótheüs 1:5). Kinderen te gebieden: „Doe wat ik zeg, niet wat ik doe”, is stellig niet de methode om hun manieren bij te brengen. Kinderen leren de talloze details van goede manieren niet louter door mondelinge voorschriften, maar door observatie en imitatie. „Ouders zijn niet alleen de uiteindelijke onderwijzers; zij staan ook model, want onze kinderen leren door te imiteren wat wij doen”, merkt Beverley Feldman, auteur van Kids Who Succeed, op. Wat voor manieren zien uw kinderen in u?
15. Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen van goede manieren getuigende gewoonten te ontwikkelen waar zij hun hele leven plezier van hebben?
15 „Vaders, irriteert uw kinderen niet”, luidt de bijbelse raad (Efeziërs 6:4). Het is voor kinderen irriterend en frustrerend wanneer hun gezegd wordt dat zij vriendelijk en attent moeten zijn, terwijl zij tegelijkertijd zien dat hun ouders kibbelen, roddelen, ongemanierd zijn of gemakkelijk overstuur raken. Kan het hun kwalijk worden genomen als zij precies zo handelen? Daarentegen zegt de schriftplaats verder: „Maar blijft hen in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah grootbrengen.” En hierbij zijn de elementaire beginselen van goede manieren inbegrepen, zoals beleefd „hallo”, „alstublieft”, „dank u wel” en „neem mij niet kwalijk” te zeggen, achting te tonen voor ouderen en dingen met anderen te delen (Leviticus 19:32; Romeinen 16:3-7). Deze hoedanigheden die kinderen tijdens de jeugdjaren thuis worden geleerd, zullen hun hele leven van grote waarde blijven. — Spreuken 22:6.
16. Welke inspanningen zijn noodzakelijk, met welke resultaten?
16 Zowel ouders als kinderen dienen dus als onderdeel van hun dagelijkse routine goede manieren aan de dag te leggen en hiermee niet te wachten totdat zich de een of andere speciale gelegenheid voordoet. Hierbij dienen ouders geduldig te zijn en de fouten die hun kinderen ongetwijfeld zullen maken, te verdragen. Laat hun weten hoeveel hun voortreffelijke gedrag voor u betekent en wees er snel bij hen te prijzen voor de vorderingen die zij maken. Natuurlijk vergt dit veel inspanning van uw zijde. Maar zei de Schrift niet dat kinderen godvruchtige beginselen ingescherpt moeten worden „wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij op de weg gaat en wanneer gij neerligt en wanneer gij opstaat”? (Deuteronomium 6:7) Hierdoor wordt thuis een aangename en heilzame sfeer geschapen die er veel toe bijdraagt uw kinderen te vormen terwijl zij opgroeien tot behulpzame, zorgzame en welgemanierde volwassenen. Dan zullen zij voor u en voor hun Schepper, Jehovah God, een bron van lof en eer worden.
Een welgemanierd volk
17. Wat kan men in de Koninkrijkszalen van Jehovah’s Getuigen gewaarworden?
17 De „meer dan 1000 Getuigen” die op de bewuste septembermiddag in de stad New York buiten de City Hall bijeengekomen waren, lieten alleen maar op kleine schaal zien hoe Jehovah’s Getuigen zich normaalgesproken gedragen. Elders kwam een man voor de eerste maal in een Koninkrijkszaal en zei later: „Ik heb op één dag meer werkelijk liefdevolle personen, volslagen vreemden, ontmoet dan ik ooit ontmoet had in de kerk waarin ik ben grootgebracht.” Het resultaat? „Het was duidelijk dat ik de waarheid had gevonden”, zei hij. Deze man veranderde zijn levenswijze en zeven maanden later droeg hij zijn leven aan Jehovah op en werd gedoopt. — Vergelijk 1 Korinthiërs 14:25.
18. Hoe is de door Jehovah’s Getuigen gehanteerde maatstaf voor goede manieren van invloed op buitenstaanders?
18 De door de Getuigen op hun nationale en internationale congressen gehanteerde maatstaf voor manieren en goede omgangsvormen is een onderwerp geworden dat veel gunstige commentaren heeft ontlokt. Bij één zo’n gelegenheid kort geleden in Japan maakte een reisleider de volgende opmerking: „Bij het verlaten van de bus liet niemand van jullie na, ook de jongeren niet, ’Hartelijk bedankt’ tegen me te zeggen. Dit heeft me erg gelukkig gemaakt!” Tijdens een ander congres zei een verkeersagent die dienst had bij een nabijgelegen spoorwegstation, tegen een Getuige: „Het was een complete chaos toen bij een vorige gelegenheid 12.000 mensen bijeenkwamen in de Osaka Castle Hall.” Maar vervolgens zei hij: „Jullie zijn werkelijk ordelijke mensen, en wij zijn opgelucht. Breng alstublieft onze groeten over aan de leiding.”
19. Wat dient ieder van ons vastbesloten te zijn met betrekking tot manieren te doen?
19 Wat blijkt uit zulke commentaren? Dat Jehovah’s Getuigen als geheel zich inderdaad ’gedragen op een wijze die het goede nieuws waardig is’. Hoe staat het met ons individueel? Mogen wij allen, of wij nu jong of oud zijn, als kinderen die naar een liefdevolle vader opzien, naar onze hemelse Vader, Jehovah, opzien, opdat ons geleerd mag worden zelfs in een ongemanierde wereld een welgemanierd volk te zijn. — Deuteronomium 8:5; Spreuken 3:11, 12.
Herinnert u zich dit?
◻ Waarom behoren goede manieren noodzakelijkerwijs tot een voortreffelijk gedrag?
◻ Welke voortreffelijke manieren horen thuis op de plaats waar wij voor aanbidding bijeenkomen?
◻ Hoe kunnen er in de velddienst goede manieren aan de dag worden gelegd?
◻ Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen goede manieren aan te kweken?
◻ Welke verheven maatstaf voor manieren moeten wij proberen hoog te houden?
-