Kunt u zich dit herinneren?
Vond u de recente uitgaven van De Wachttoren van praktische waarde voor u? Waarom zou u dan aan de hand van het volgende uw geheugen niet eens toetsen:
▫ Wat was een heel belangrijk doel van Jezus’ genezingen?
Ze vormden, ter aanmoediging van de grote schare met schapen te vergelijken personen in deze tijd, er een afbeelding van dat betrekkelijk snel na Armageddon de overlevenden genezen zullen worden (Jesaja 33:24; 35:5, 6). — 15/12, blz. 12.
▫ Waarom hebben wij de voortdurende vermaning nodig: „Houdt aan in het gebed”? (Romeinen 12:12)
Wij zouden soms zo zwaar gebukt kunnen gaan onder de druk en verantwoordelijkheden van het leven, dat wij zouden kunnen vergeten te bidden. Ook kunnen problemen ons overweldigen en ertoe leiden dat wij ons niet meer verheugen in de Koninkrijkshoop en zelfs ophouden met bidden. Bijgevolg hebben wij vermaningen nodig die ons aanmoedigen te bidden en op die manier steeds dichter tot Jehovah te naderen. — 15/12, blz. 14.
▫ Waardoor wordt bewezen dat de vloed van Noachs dagen een onuitwisbare indruk op het mensengeslacht achterliet?
Men schat dat er meer dan 500 vloedlegenden worden verteld door meer dan 250 stammen en volken. In al deze legenden zijn enkele fundamentele overeenkomsten te vinden. — 15/1, blz. 5.
▫ Hoe zijn valse profeten in deze tijd net als die in Jeremia’s tijd?
Hedendaagse valse profeten beweren God te vertegenwoordigen, maar zij stelen Gods woorden door dingen te prediken die mensen afleiden van wat de bijbel werkelijk zegt. Dit geldt in het bijzonder voor de leer omtrent het Koninkrijk (Jeremia 23:30). — 1/2, blz. 4.
▫ Wat is erbij betrokken wanneer iemand in de naam van de heilige geest wordt gedoopt?
Dit houdt in dat degene die gedoopt wordt vastbesloten is met de geest samen te werken, en niets te doen wat de werkzaamheid ervan onder Jehovah’s volk belemmert. Die persoon moet derhalve met de getrouwe en beleidvolle slaaf en met de regeling van gemeenteouderlingen samenwerken (Hebreeën 13:7, 17; 1 Petrus 5:1-4). — 1/2, blz. 18.
▫ Waarom is beeldenaanbidding zo schadelijk voor de aanbidder?
De bijbel toont aan dat beelden walgelijk voor Jehovah God zijn en nutteloos wanneer het erom gaat hun aanbidders te helpen dichter tot God te geraken (Deuteronomium 7:25; Psalm 115:4-8). Satan de Duivel ’heeft de geest van mensen verblind’ zodat de waarheid ’niet doorschijnt’ (2 Korinthiërs 4:4). Iemand die een beeld vereert, dient dus eigenlijk de belangen van de demonen (1 Korinthiërs 10:19, 20). — 15/2, blz. 6, 7.
▫ Waarom werden schapen in bijbelse tijden als een waardevolle bron van inkomsten beschouwd?
De wol was een zich steeds vernieuwende bron van inkomsten en kon gebruikt worden om kleding voor het gezin te maken of kon verkocht worden. Ramshorens werden gebruikt om het jubeljaar aan te kondigen of konden gebruikt worden voor alarmsignalen of bij het leiden van oorlogsmanoeuvres. Omdat schapen tot de reine dieren behoorden die de Israëlieten mochten eten, was men met een kudde schapen verzekerd van een bron van voedsel, en zo’n kudde leverde geregeld melk, die men kon drinken of waarvan men kaas kon maken. — 1/3, blz. 24, 25.
▫ Wat verzoeken mensen die God liefhebben wanneer zij om de komst van Gods koninkrijk bidden? (Mattheüs 6:10)
Zij vragen dat Gods hemelse koninkrijk handelend zal optreden door vernietiging te brengen over regeringsstelsels van menselijke makelij, die in gebreke zijn gebleven zich te houden aan hun belofte vrede en voorspoed te brengen (Daniël 2:44). — 15/3, blz. 6.
▫ Wie waren de Apologeten, en hebben zij de Drieëenheid onderwezen?
De Apologeten waren kerkleiders die in de tweede helft van de tweede eeuw leefden. Hun geschriften hadden ten doel het christendom dat zij kenden, te verdedigen tegen vijandige filosofieën die in de Romeinse wereld gangbaar waren. Geen van hen heeft de Drieëenheid onderwezen. — 1/4, blz. 24-29.
▫ Werd Zacharias, de vader van Johannes de Doper, met stomheid en doofheid geslagen, zoals Lukas 1:62 te kennen schijnt te geven?
Gabriël zei dat Zacharias’ spraakvermogen, niet zijn gehoor, getroffen zou worden (Lukas 1:18-20). In Lukas 1:64 wordt verklaard: „Ogenblikkelijk werd zijn [Zacharias’] mond geopend en zijn tong losgemaakt en hij ging spreken.” Merk op dat er hier geen melding van wordt gemaakt dat zijn gehoor op enige wijze getroffen was geweest. De vermelding van „gebaren” in Lukas 1:62 kan betekenen dat er een gebaar werd gemaakt om Zacharias’ beslissing te weten te komen. — 1/4, blz. 31.