Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • De doodstraf — Een wet van God?
    Ontwaakt! 1974 | 22 november
    • „Rechter van de gehele aarde” moeten verantwoorden (Gen. 18:25). Zelfs onschuldigen zijn soms wel eens ter dood gebracht. Naboth overkwam dit. Koningin Izébel van Israël zorgde ervoor dat hij er valselijk van werd beschuldigd God en de koning te hebben vervloekt, waardoor hij werd terechtgesteld voor iets dat hij niet had gedaan (1 Kon. 21:1-16). Gods rechtvaardige wet vereiste echter dat een boosaardige getuige gedaan zou worden net zoals hij beraamd had tegen de beschuldigde te doen. Jehovah’s bepaling „leven voor leven” duidt dus — juist bezien — niet op minachting voor het leven, maar integendeel op de hoge waarde die God eraan toekent. — Deut. 19:15-21.

      Jehovah kan niet verantwoordelijk gesteld worden wanneer mensen het recht verdraaien en ten onrechte het doodvonnis uitspreken, immers, hij is rechtvaardig (Deut. 32:4; Jes. 40:14). Bovendien kan hij het onfortuinlijke slachtoffer van een onverdiend doodvonnis uit de doden terugbrengen (Hand. 24:15). De Romeinen hadden de twee dieven die naast Jezus aan de paal hingen, ter dood veroordeeld. Ofschoon diefstal op zich volgens de Mozaïsche wet geen overtreding was waarop de doodstraf stond, erkende een van de boosdoeners toch: „Wij ontvangen ten volle wat wij verdienen voor de dingen die wij hebben gedaan.” Die boosdoener vroeg Jezus of hij aan hem wilde denken wanneer hij in Koninkrijksmacht zou zijn, en Christus beloofde inderdaad: „Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” Hij verzekerde die misdadiger dus van een opstanding in het toekomstige aardse paradijs (Luk. 23:32-43; Matth. 27:38). Natuurlijk is het aan Jehovah om te bepalen wie van al degenen die in de loop der eeuwen de doodstraf hebben ondergaan, in aanmerking zullen komen voor een opstanding.

      Wij moeten dus tot de conclusie komen dat doodstraf voor opzettelijke moord een onderdeel was van de goddelijke wet die op de gehele mensheid van toepassing is. Wanneer in het Israël uit de oudheid Gods geboden strikt werden opgevolgd en de doodstraf voor bepaalde ernstige misdrijven terecht werd toegepast, was dit niet het gevolg van een koude, wrede gril van een liefdeloze godheid. De doodstraf had een afschrikwekkende werking en was een bescherming voor het volk. Bovendien weten we dat Jehovah noch onwetend noch ongevoelig is ten aanzien van enig misbruik van menselijke autoriteit bij het toepassen van de doodstraf. Christenen zijn gelukkig te prijzen dat zij naar deze God van liefde en barmhartigheid kunnen opzien als de brenger van aardse omstandigheden waarin de dood — en uiteindelijk de noodzaak om de doodstraf te voltrekken — niet meer zal bestaan. — Jes. 25:8, 9.

  • De Kerk van Schotland en de bijbel
    Ontwaakt! 1974 | 22 november
    • De Kerk van Schotland en de bijbel

      ■ Zal de Kerk van Schotland een predikant blijven dulden die de waarheidsgetrouwheid van de bijbel betwist? A. Bennett van de Strathkinness-kerk, te Fife, zegt: „De Kerk van Schotland heeft zichzelf bevrijd van de gedwongen onderworpenheid aan de oude geloofsbelijdenissen. . . . De volgende moedige stap dient te zijn: de Kerk van Schotland te bevrijden van gedwongen onderworpenheid aan alles wat in de Schrift staat. . . . primitieve en ouderwetse geloofsovertuigingen zijn niet uitzonderlijk of onbeduidend, ze komen in de gehele Schrift voor.”

      Maar wat zegt de bijbel zelf dienaangaande? „Nooit werd profetie door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd” (2 Petr. 1:21). De stappen die de kerk in dit geval onderneemt, of haar nalatigheid hierin, zal aantonen waar de kerk in deze kwestie staat.

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen