Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • Het gebruik en misbruik van religieuze afbeeldingen
    De Wachttoren 1993 | 15 april
    • katholiek en knielde en bad altijd voor afbeeldingen. Toen klopte er een getuige van Jehovah bij haar aan. Emilia was enthousiast toen zij in de Portugese bijbel las dat God een naam heeft, Jehovah (Psalm 83:18, Almeida). Na een aantal bijbelstudies vroeg zij: „Wat moet ik doen om het te vermijden Jehovah te mishagen?” De Getuige wees op de afbeeldingen die bij haar aan de muur hingen en vroeg haar Psalm 115:4-8 te lezen. Toen Emilia’s echtgenoot die avond thuiskwam, vertelde zij hem dat zij haar religieuze afbeeldingen wilde wegdoen. Hij stemde hiermee in. De volgende dag liet zij haar twee zonen, Tony en Manuel, de afbeeldingen in stukken breken en verbranden. Heeft Emilia hier nu, zo’n 25 jaar later, spijt van? Nee. Zij heeft zelfs, samen met haar gezin, veel van haar naasten geholpen gelukkige aanbidders van Jehovah te worden.

      Soortgelijke ervaringen hebben zich vele keren herhaald. Als gevolg van het wereldomvattende werk van Jehovah’s Getuigen dat bestaat in het maken van discipelen, leren miljoenen God „met geest en waarheid” te aanbidden. Ook u kunt de zegeningen ervaren van deze verheven manier van aanbidden, want, zoals Jezus zei, „de Vader zoekt zulke mensen om hem te aanbidden”. — Johannes 4:23, 24.

  • Doet u uw uiterste best?
    De Wachttoren 1993 | 15 april
    • Doet u uw uiterste best?

      „IK ZAL mijn best doen.” Hoe vaak worden die woorden niet gevolgd door „maar” en een lange lijst van uitvluchten waarom men zich niet inspant! Hoe staat het met onze opdracht aan Jehovah? Komen wij onze belofte om ons uiterste best voor hem te doen na?

      Zich opdragen betekent ’zich exclusief wijden aan de dienst of aanbidding van een goddelijk wezen of aan gebruik voor heilige doeleinden’. Jezus liet duidelijk zien wat er bij de opdracht aan Jehovah betrokken is, door te zeggen: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal opnemen en mij voortdurend volgen” (Mattheüs 16:24). Iemand die zichzelf heeft verloochend en zich aan God heeft opgedragen, maakt het doen van Gods wil tot het allerbelangrijkste doel in zijn leven.

      Als opgedragen dienstknechten moeten wij onszelf aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen om te zien of wij overeenkomstig onze opdracht leven. Petrus maakte duidelijk waarom wij onszelf dienen te onderzoeken, toen hij gezalfde christenen de aanmoediging gaf: „Doet . . . uw uiterste best om uw roeping en verkiezing voor uzelf vast te maken; want indien gij deze dingen blijft doen, zult gij beslist nooit falen” (2 Petrus 1:10). Ja, als wij ons uiterste best doen, zullen wij uiteindelijk geen geestelijke mislukkelingen worden.

      Wij kunnen onze krachtsinspanningen verhogen

      In ruimere zin wordt van alle opgedragen dienstknechten van God verwacht dat zij hun uiterste best doen om Jehovah te behagen. Maar wij kunnen onze krachtsinspanningen om Gods wil te doen, verhogen. Voor een driejarig jongetje betekent een boodschapje doen wellicht het beste wat hij kan om zijn moeder te helpen, maar naarmate hij ouder wordt, zal hij meer kunnen doen. Zo is het ook met onze geestelijke groei — wat vroeger ons „uiterste best” was, hoeft dat nu niet meer te zijn. Wij worden ertoe bewogen meer voor Jehovah te doen.

      Onze toegenomen waardering voor Jehovah wakkert onze bereidwilligheid om meer te doen aan. Door persoonlijke studie van zijn Woord, de bijbel, wordt onze waardering voor wat hij voor ons heeft gedaan, vergroot. Wanneer wij bijvoorbeeld nauwkeurig onderzoeken en erover mediteren hoe Jehovah zijn Zoon heeft gezonden om afstand te doen van zijn ziel teneinde de mensheid van zonde te bevrijden, worden wij ertoe bewogen Degene te dienen die de losprijsregeling in het leven heeft geroepen (Johannes 3:16, 17; 1 Johannes 4:9-11). Hoe meer wij ’proeven en zien dat Jehovah goed is’, des te meer wordt ons hart ertoe gemotiveerd hem te dienen. — Psalm 34:8.

      Jetter, een volle-tijdpredikster, besefte dit. Om dieper te graven in wat zij bestudeerde, reserveerde zij een kleine ruimte in haar huis voor dat doel. Zij regelde het zo dat zij zich kon concentreren wanneer zij nazoekwerk verrichtte. Zij heeft zowel exemplaren van de Index van Wachttoren-publikaties als ingebonden jaargangen van De Wachttoren en Ontwaakt! binnen handbereik op de boekenplank. „Wanneer ik een interessant punt opduik,” zegt zij, „sta ik te popelen om het met anderen te delen.”

      Maar net als iemands dagelijkse behoefte om geregeld te eten niet verdwijnt wanneer hij af en toe een rijkelijk maal nuttigt, zo wordt evenmin de dagelijkse behoefte om geestelijk voedsel tot zich te nemen, weggenomen door een grondig maar eenmalig speuren in de bijbel. Ruth is zich bewust van deze behoefte, want zover als haar herinnering reikt, werd bij haar thuis na elke ochtend- en avondmaaltijd gezamenlijk de bijbel gelezen. Nu, op 81-jarige leeftijd, na ruim zestig jaar volle-tijddienst, leest zij nog altijd geregeld in de bijbel nadat zij om zes uur ’s ochtends is opgestaan. Zodra Ruth De Wachttoren en Ontwaakt! heeft ontvangen, maakt zij tijd vrij om ze te lezen. Zij neemt een artikel minstens drie of vier keer door voordat het in de gemeente wordt bestudeerd. „Wat je nodig hebt om sterk in het geloof te blijven, is Gods Woord tot je te nemen”, zegt zij. Het heeft haar ook geholpen om haar zendingsdienst vele jaren voort te zetten.

      Ons uiterste best doen om anderen te helpen

      Door een diepgaande en geregelde studie van Gods Woord groeit onze ijver om God te dienen, en iets binnen in ons zet ons ertoe aan nog meer te doen. (Vergelijk Jeremia 20:9.) Een dergelijke ijver bewoog Hirohisa ertoe zijn bediening ten volle te volbrengen (2 Timotheüs 4:5). Hij maakte samen met vier jongere broers en zussen deel uit van een eenoudergezin. Terwijl hij een tiener was, droeg Hirohisa bij in het onderhoud van het gezin door ’s ochtends om drie uur op te staan en kranten te bezorgen. Hij wilde er meer tijd aan besteden met anderen over Jehovah te spreken, dus vulde Hirohisa een aanvraagformulier voor de pioniersdienst in, zoals de volle-tijddienst bij Jehovah’s Getuigen wordt genoemd. Zo jong als hij was, vond hij het fijn anderen te helpen ook hun uiterste best te doen om Jehovah te loven.

      Ons best doen om anderen te helpen, houdt ook in dat wij doeltreffend worden in onze bediening. Jezus moedigde zijn discipelen eens aan: „Indien gij deze dingen weet, gelukkig zijt gij als gij ze doet” (Johannes 13:17). Naomi is een voortreffelijk voorbeeld van iemand die de door Jehovah’s organisatie gegeven suggesties om onze bediening te verbeteren, in praktijk brengt. Zij vond het moeilijk om van huis tot huis met vreemden te praten en wist vaak niet wat zij moest zeggen als zij voor de deur stond. De ouderlingen in de gemeente spoorden haar ertoe aan om de suggesties in het boek Redeneren aan de hand van de Schrift, in het gedeelte „Inleidingen om in de velddienst te gebruiken”, toe te passen.a Zij leerde de inleidingen onder het onderkopje „Gezin/kinderen” uit het hoofd en oefende ze vele malen. Daardoor was zij in staat een gesprek te voeren met een huisvrouw van in de dertig. Zelfs voordat Naomi een nabezoek kon brengen, kwam deze vrouw naar de Koninkrijkszaal. Er werden regelingen voor een bijbelstudie getroffen. De huisvrouw en haar echtgenoot zijn nu gedoopte christenen en genieten samen met hun kinderen van een gelukkig gezinsleven.

      Ons uiterste best doen om persoonlijke belangstelling te tonen

      Wij kunnen ook de apostel Paulus navolgen, die zei: „Ik doe alles ter wille van het goede nieuws, om er met anderen deel aan te mogen verkrijgen.” — 1 Korinthiërs 9:22, 23.

      Hatsoemi weerspiegelt deze houding. Terwijl Hatsoemi aan de openbare bediening deelnam, zei een vrouw beleefd door de intercom dat zij het te druk had om te praten. De stem van de huisbewoonster klonk vriendelijk, dus bleef Hatsoemi bij haar langsgaan. De huisbewoonster sprak alleen door de intercom met Hatsoemi en kwam nooit naar buiten om haar te ontmoeten. Dit ging zo twee en een half jaar door.

      Op een dag ging Hatsoemi op een ander tijdstip bij haar langs en belde laat op de middag aan. Niemand nam op. Maar toen zij weg wilde gaan, vroeg een bekende stem achter haar: „Wie bent u?” De vrouw kwam net thuis. Toen zij Hatsoemi’s naam hoorde, reageerde zij prompt: „O, u bent degene die steeds een praatje met mij maakt. Dank u wel dat u zich altijd om mij bekommert.” Omdat de vrouw haar bijbelstudie met Jehovah’s Getuigen elders had afgebroken, had zij zich geschaamd om de deur voor Hatsoemi open te doen. De bijbelstudie werd hervat en de huisbewoonster maakt heel goede vorderingen. Bekommeren wij ons ook zo om degenen die wij in de van-huis-tot-huisbediening treffen?

      Doe uw uiterste best

      Jehovah waardeert onze krachtsinspanningen om ons uiterste best te doen in onze dienst voor hem. Hij is als een vader wiens zoon hem geschenken brengt. In de loop der jaren kan het geschenk, afhankelijk van de leeftijd en de financiële middelen van de zoon, variëren. Net zoals de vader blij is met elk geschenk dat zijn zoon hem van harte geeft, zo aanvaardt Jehovah graag de dienst die wij overeenkomstig onze geestelijke groei van ganser harte verrichten.

      Natuurlijk heeft het geen zin onze krachtsinspanningen met die van anderen te vergelijken. Zoals Paulus zegt, zullen wij met betrekking tot onszelf reden tot opgetogenheid hebben, „niet in vergelijking met de andere persoon” (Galaten 6:4). Laten wij acht blijven slaan op de vermaning van de apostel Petrus: „Doet uw uiterste best om ten slotte door hem onbevlekt en onbesmet en in vrede bevonden te worden.” — 2 Petrus 3:14.

      [Voetnoot]

      a Uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.

      [Illustratie op blz. 29]

      Doet u uw best om suggesties voor de velddienst toe te passen?

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen