Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w97 15/2 blz. 4-7
  • Wanneer er geen lijden meer zal zijn

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wanneer er geen lijden meer zal zijn
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Waarom niet onmiddellijk gehoorzaamheid aan zijn wil afgedwongen?
  • Waarom de mensen niet dwingen te doen wat juist is?
  • En alle onschuldige slachtoffers dan?
  • Echte vertroosting voor de lijdenden?
  • Het „herstel van alle dingen”
  • Wat zegt de Bijbel?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (publieksuitgave) 2017
  • Troost voor hen die lijden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2003
  • Waarom laat God lijden toe?
    Wat leert de bijbel echt?
  • Vraag 3: Waarom moet ik zo veel ellende meemaken?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2012
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
w97 15/2 blz. 4-7

Wanneer er geen lijden meer zal zijn

LIJDEN maakte geen deel uit van Gods oorspronkelijke voornemen met de menselijke familie. Hij heeft het niet bedacht, noch wil hij het. ’Als dat zo is,’ vraagt u misschien, ’hoe is het dan begonnen, en waarom heeft God het tot nu toe laten voortduren?’ — Vergelijk Jakobus 1:13.

Het antwoord is te vinden in het vroegste verslag van ’s mensen geschiedenis, de bijbel, met name in het boek Genesis. Daar wordt gezegd dat onze eerste ouders, Adam en Eva, Satan de Duivel volgden in zijn opstand tegen God. Door hun daden werden fundamentele strijdvragen opgeworpen, die een aanval betekenden op niets minder dan de grondslag voor universele wet en orde. Toen zij aanspraak maakten op het recht om zelf uit te maken wat goed en wat kwaad was, vochten zij daarmee Gods soevereiniteit aan. Zij trokken zijn recht om te heersen en als enige te beslissen wat „goed en kwaad” was in twijfel. — Genesis 2:15-17; 3:1-5.

Waarom niet onmiddellijk gehoorzaamheid aan zijn wil afgedwongen?

’Waarom heeft God dan niet onmiddellijk gehoorzaamheid aan zijn wil afgedwongen?’, vraagt u wellicht. Velen schijnt het zo’n eenvoudige zaak toe. ’God had de macht. Die had hij moeten gebruiken om de opstandelingen te vernietigen’, zeggen zij (Psalm 147:5). Maar vraag u het volgende eens af: ’Keur ik zonder aarzeling iedereen goed die zijn superieure macht gebruikt om zijn wil door te voeren? Krijg ik niet instinctief een gevoel van weerzin als een dictator doodseskaders gebruikt om zijn vijanden uit de weg te ruimen?’ De meeste redelijke mensen deinzen ontzet terug voor zoiets.

’Ja,’ zegt u, ’maar als God die macht gebruikte, zou niemand kritiek hebben op zijn daden.’ Weet u dat wel zeker? Is het niet zo dat mensen wel degelijk kritiek hebben als God zijn macht uitoefent? Zij willen weten waarom hij die niet gebruikt heeft bij bepaalde gelegenheden, bijvoorbeeld wanneer hij kwaad toeliet. En zij willen weten waarom hij die wel gebruikt heeft bij andere gelegenheden. Zelfs de getrouwe Abraham had er problemen mee dat God zijn macht tegen Zijn vijanden wilde gebruiken. U zult u herinneren dat Abraham, toen God besloot Sodom te vernietigen, ten onrechte vreesde dat goede mensen met de slechte zouden sterven. Hij riep uit: „Het is van u niet denkbaar dat gij op deze wijze handelt, om de rechtvaardige met de goddeloze ter dood te brengen” (Genesis 18:25). Zelfs mensen met een juiste gezindheid zoals Abraham hebben de verzekering nodig dat absolute macht niet zal worden misbruikt.

Natuurlijk had God Adam, Eva en Satan ogenblikkelijk kunnen vernietigen. Maar bedenk eens wat voor invloed dat had kunnen hebben op de andere engelen of op toekomstige schepselen, die later wellicht kennis van zijn daden zouden nemen. Zouden zij daar misschien knagende twijfels omtrent de juistheid van Gods heerschappij aan overhouden? Zou het God niet blootstellen aan de beschuldiging dat hij in feite een soort totalitaire despoot was, zoals Nietzsche hem beschreef, een God die meedogenloos ieder die hem weerstaat uit de weg ruimt?

Waarom de mensen niet dwingen te doen wat juist is?

’Zou God de mensen niet gewoon kunnen dwingen te doen wat juist is?’, zullen sommigen misschien vragen. Welnu, denk ook hier eens aan. Door de hele geschiedenis heen hebben regeringen geprobeerd mensen te dwingen zich aan hun denkwijze aan te passen. Sommige regeringen of individuele heersers hebben verschillende methoden gebezigd om de geest van mensen te manipuleren, misschien door middel van drugs of operaties, en hebben aldus hun slachtoffers beroofd van de prachtige gave van de vrije wil. Achten wij het niet kostbaar dat wij vrij zijn in ons morele handelen, ook al leent die gave zich voor misbruik? Laten wij het over onze kant gaan als welke regering of heerser maar ook probeert ons die te ontnemen?

Welk alternatief was er dan voor Gods onmiddellijke gebruik van macht om de hand te houden aan de wet? Jehovah God besloot dat de opstand het best kon worden aangepakt door degenen die zijn wetten verwierpen een tijdelijke periode van onafhankelijkheid van zijn bestuur te vergunnen. Hierdoor zou de menselijke familie, die van Adam en Eva afstamde, een beperkte tijd krijgen waarin zij zichzelf konden regeren zonder aan Gods wet onderworpen te zijn. Waarom deed hij dit? Omdat hij wist dat na verloop van tijd de onweerlegbare bewijzen zich zouden opstapelen dat zijn wijze van bestuur altijd juist en rechtvaardig is, ook als hij zijn onbegrensde macht gebruikt om gehoorzaamheid aan zijn wil af te dwingen, en dat iedere opstand tegen hem vroeg of laat tot rampspoed leidt. — Deuteronomium 32:4; Job 34:10-12; Jeremia 10:23.

En alle onschuldige slachtoffers dan?

’Maar hoe zit het intussen met alle onschuldige slachtoffers?’, vraagt u misschien. ’Is het bewijzen van een wettelijk geschilpunt echt al hun pijn waard?’ Welnu, God heeft het kwaad niet alleen maar laten bestaan om een onduidelijk wettelijk geschilpunt te bewijzen. Integendeel, hij deed dat om eens en voor al de fundamentele waarheid vast te stellen dat hij alleen soeverein is en dat gehoorzaamheid aan zijn wetten van essentieel belang is voor duurzame vrede en blijvend geluk van al zijn scheppingen.

Eén kardinaal punt om in gedachte te houden is dat God weet dat hij al het leed dat de menselijke familie hierdoor wordt berokkend, volledig ongedaan kan maken. Hij weet dat op lange termijn de tijdelijke periode van pijn en lijden een goede afloop zal hebben. Denk aan de moeder die haar kind stevig vasthoudt terwijl de dokter het een pijnlijke injectie geeft om het te vaccineren tegen een ziekte die het kind anders zou doden. Geen moeder wil dat haar kind pijn voelt. Geen dokter wil zijn patiënt van streek maken. Op dat moment begrijpt het kind niet waarom men hem pijn doet, maar later zal hij begrijpen waarom het toegelaten werd.

Echte vertroosting voor de lijdenden?

Sommigen vinden misschien dat het voor de lijdenden een schrale troost is deze dingen alleen maar te weten. Hans Küng wijst erop dat „de lijdende ongeveer net zo veel aan [een rationele verklaring voor het bestaan van lijden] heeft als een hongerige aan een lezing over de samenstelling van levensmiddelen”. Hij vraagt: ’Zijn zulke rationele argumenten in staat om de onder het leed bijna doodgedrukte mens werkelijk op te richten?’ Welnu, alle ’rationele argumenten’ van mensen die Gods Woord, de bijbel, negeren, hebben degenen die lijden geen hart onder de riem gestoken. Die menselijke redeneringen hebben het probleem alleen maar vergroot door te suggereren dat het Gods bedoeling was dat de mens zou lijden en dat de aarde gemaakt werd met het doel een tranendal of een proefterrein te zijn voor degenen die uiteindelijk leven in de hemel zullen verwerven. Wat een godslastering!

Maar de bijbel zelf schenkt wel degelijk ware vertroosting. Dit boek verschaft niet alleen een logisch samenhangende verklaring voor het bestaan van lijden, maar het bouwt ook vertrouwen op in Gods onfeilbare belofte dat hij al het leed dat door zijn tijdelijke toelating van lijden is veroorzaakt ongedaan zal maken.

Het „herstel van alle dingen”

Nu heel binnenkort zal God de dingen herstellen tot de toestand die hij bedoeld had voordat zijn eerste menselijke scheppingen in opstand kwamen. De tijd die hij voor ’s mensen onafhankelijke heerschappij heeft vastgesteld, is bijna verstreken. Wij leven in de tijd waarin hij Jezus zal uitzenden, „die . . . in de hemel zelf moet verblijven tot de tijden van het herstel van alle dingen, waarover God bij monde van zijn heilige profeten van oudsher heeft gesproken”. — Handelingen 3:20, 21.

Wat gaat Jezus Christus doen? Hij gaat de aarde verlossen van al Gods vijanden (2 Thessalonicenzen 1:6-10). Dit zal geen terechtstelling zonder vorm van proces zijn, waartoe menselijke dictators zo dikwijls hun toevlucht nemen. De berg van bewijzen die aantonen wat de rampzalige gevolgen van ’s mensen wanbestuur zijn, zal duidelijk maken dat God volledig gerechtvaardigd is als hij binnenkort zijn onbegrensde macht gebruikt om zijn wil door te voeren (Openbaring 11:17, 18). Aanvankelijk zal dit een „verdrukking” betekenen zoals de aarde nog nooit eerder heeft meegemaakt, vergelijkbaar met maar op veel grotere schaal dan de vloed van Noachs dagen (Mattheüs 24:21, 29-31, 36-39). Degenen die deze „grote verdrukking” overleven, zullen „tijden van verkwikking” beleven wanneer zij de vervulling zien van al Gods beloften die „bij monde van zijn heilige profeten” zijn gegeven (Handelingen 3:19; Openbaring 7:14-17). Wat heeft God beloofd?

Welnu, Gods profeten uit de oudheid zeggen dat er een einde zal komen aan het lijden dat door oorlog en bloedvergieten wordt veroorzaakt. Psalm 46:9 vertelt ons bijvoorbeeld: „Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde.” Geen onschuldige slachtoffers en tragische vluchtelingen meer, geen in wrede oorlogen verkrachte, verminkte en gedode mensen meer! De profeet Jesaja zegt: „Natie zal tegen natie geen zwaard opheffen, ook zullen zij de oorlog niet meer leren.” — Jesaja 2:4.

De profeten voorzeggen dat er ook een einde zal komen aan het lijden dat door misdaad en onrecht wordt veroorzaakt. Spreuken 2:21, 22 belooft: „De oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven”, en wat degenen betreft die pijn en lijden veroorzaken: „Zij zullen ervan worden weggerukt.” Niet langer zal ’de ene mens over de andere mens heersen tot diens nadeel’ (Prediker 8:9). Alle goddelozen zullen voor eeuwig verwijderd worden (Psalm 37:10, 38). Iedereen zal in vrede en zekerheid, vrij van lijden, kunnen leven. — Micha 4:4.

Bovendien beloven de profeten dat er ook een einde zal komen aan lijden dat door fysieke en emotionele kwalen wordt veroorzaakt (Jesaja 33:24). Jesaja belooft dat de blinden, de doven, de gehandicapten en allen die door kwalen en ziekte getroffen zijn, genezen zullen worden (Jesaja 35:5, 6). God zal zelfs de gevolgen van de dood ongedaan maken. Jezus voorzei dat „allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen” (Johannes 5:28, 29). In zijn visioen van „een nieuwe hemel en een nieuwe aarde” kreeg de apostel Johannes te horen dat „God zelf . . . elke traan uit hun ogen [zal] wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn” (Openbaring 21:1-4). Stel u dat eens voor! Geen pijn, geen tranen, geen geschreeuw, geen dood — geen lijden meer!

Welke tragedies zich gedurende deze tijdelijke toelating van kwaad ook mogen hebben voorgedaan, ze zullen alle hersteld worden. Zelfs de herinneringen aan ’s mensen pijn en lijden — hetgeen nooit Gods voornemen is geweest — zullen geheel en al worden uitgewist. ’De vroegere benauwdheden zullen werkelijk vergeten zijn. De vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen’, profeteerde Jesaja (Jesaja 65:16, 17). Gods oorspronkelijke voornemen met een volmaakte menselijke familie, die in volkomen vrede en geluk op een paradijsaarde woont, zal volledig worden verwezenlijkt (Jesaja 45:18). Het vertrouwen in zijn soevereiniteit zal absoluut zijn. Wat een voorrecht te leven in de tijd waarin God een eind zal maken aan al het menselijk lijden, een tijd waarin hij laat zien dat hij niet de een of andere „despoot, bedrieger, speler of beul” is, zoals de beschuldiging van Nietzsche luidde, maar dat hij altijd liefdevol, wijs en rechtvaardig is in zijn uitoefening van absolute macht!

[Illustratie op blz. 5]

Sommige heersers hebben de geest van hun slachtoffers gemanipuleerd en hen daardoor van hun vrije wil beroofd

[Verantwoording]

UPI/Bettmann

[Illustratie op blz. 7]

Wanneer er geen lijden meer is, zullen allen ten volle van het leven genieten

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen