Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ‘Waar de rivier komt zal alles leven’
    De zuivere aanbidding van Jehovah eindelijk hersteld!
    • Ezechiël waadt door een rivier terwijl een man met een uiterlijk van koper toekijkt vanaf de oever

      HOOFDSTUK 19

      ‘Waar de rivier komt zal alles leven’

      EZECHIËL 47:9

      FOCUS: De vervulling van het visioen van een rivier die uit de tempel stroomt — vroeger, nu en in de toekomst

      1, 2. Wat ziet Ezechiël volgens Ezechiël 47:1-12? (Zie beginplaatje.)

      EZECHIËL ziet in het tempelvisioen nog iets bijzonders: uit het heiligdom stroomt water! Stel je eens voor hoe hij de loop van dat kristalheldere water volgt. (Lees Ezechiël 47:1-12.) Het sijpelt onder de drempel van het heiligdom door en komt dan bij de oostelijke poort uit het tempelcomplex tevoorschijn. De engel neemt Ezechiël mee, weg van de tempel, en meet onderweg de afstand. Hij laat Ezechiël geregeld door het water gaan en de profeet merkt dat het snel dieper wordt. Al snel wordt het een rivier die hij alleen zwemmend zou kunnen oversteken!

      2 Ezechiël krijgt te horen dat de rivier naar de Dode Zee stroomt. Overal waar het rivierwater komt wordt het zoute, levenloze water genezen, waardoor het gaat wemelen van de vissen. Langs de oevers van de rivier ziet hij allerlei bomen. Elke maand leveren ze een nieuwe oogst op van voedzame vruchten, en ze hebben bladeren die genezend werken. Dit visioen zal Ezechiël een gevoel van rust en hoop hebben gegeven. Maar wat betekende dit deel van het tempelvisioen voor hem en zijn medeballingen? En wat betekent het voor ons in deze tijd?

      Wat betekende de rivier voor de ballingen?

      3. Waarom zullen de Joden Ezechiëls visioen van de rivier niet letterlijk hebben opgevat?

      3 De Joden uit de oudheid zullen de rivier uit het visioen niet letterlijk hebben opgevat. Waarschijnlijk deed dit Bijbelgedeelte hen denken aan een andere geïnspireerde herstellingsprofetie die misschien ruim twee eeuwen daarvoor door de profeet Joël werd opgeschreven. (Lees Joël 3:18.) Wanneer de ballingen Joëls geïnspireerde woorden lazen, verwachtten ze niet dat de bergen letterlijk zouden ‘druipen van zoete wijn’ of dat de heuvels zouden ‘vloeien van melk’. Ook verwachtten ze niet dat er een bron zou ontspringen ‘uit het huis van Jehovah’. Zo zullen de ballingen waarschijnlijk begrepen hebben dat de boodschap van Ezechiëls visioen niet over een letterlijke rivier ging.a Welke boodschap bracht Jehovah dus over? De Bijbel helpt ons om de betekenis van bepaalde delen van dit visioen te begrijpen. Maar we gaan nu vooral bespreken welke drie duidelijke, liefdevolle verzekeringen we kunnen halen uit dit profetische gedeelte.

      Een rivier

      ONDERWIJSKADER 19A: Rivieren vol zegeningen van Jehovah

      4. (a) Welke zegeningen van Jehovah zullen de Joden verwacht hebben naar aanleiding van de rivier uit Ezechiëls visioen? (b) Wat beelden rivieren en water in de Bijbel vaak af, en waarvan verzekert dat ons? (Zie het kader ‘Rivieren vol zegeningen van Jehovah’.)

      4 Een rivier vol zegeningen. In de Bijbel worden rivieren en water vaak gebruikt als afbeelding van de stroom van Jehovah’s levengevende zegeningen. Ezechiël zag zo’n rivier uit de tempel komen, dus Gods volk zal verwacht hebben dat Jehovah’s levengevende geestelijke zegeningen naar hen zouden stromen zolang ze vasthielden aan de zuivere aanbidding. Om wat voor zegeningen zou het gaan? Ze zouden opnieuw geestelijk onderwijs krijgen van de priesters. Er zouden in de tempel weer slachtoffers gebracht worden, wat hun ervan verzekerde dat hun zonden verzoend zouden worden (Ezech. 44:15, 23; 45:17). Ze zouden weer rein zijn, alsof ze gewassen waren in het zuivere water dat uit de tempel stroomde.

      5. Hoe bleek uit het visioen dat er altijd genoeg zegeningen voor iedereen zouden zijn?

      5 Zouden er altijd genoeg zegeningen voor iedereen zijn? Het visioen laat zien dat ze zich daar geen zorgen over hoefden te maken: over een afstand van twee kilometer groeide het water uit van een stroompje tot een rivier! (Ezech. 47:3-5) Wanneer de bevolking in het herstelde land in aantal toenam, zouden Jehovah’s zegeningen gelijke tred houden met die groei. De rivier stond symbool voor overvloed!

      6. (a) Welke geruststellende belofte brengt de profetie over? (b) Welke waarschuwing bevat het visioen? (Zie de voetnoot.)

      6 Levengevend water. In Ezechiëls visioen stroomde de rivier in de Dode Zee, waardoor een groot deel daarvan tot leven kwam. Het water ging wemelen van de vissen. De variëteit aan vissen was te vergelijken met die in de Grote Zee (de Middellandse Zee). In het gebied tussen twee steden aan de oever van de Dode Zee die kennelijk een heel eind uit elkaar lagen, was zelfs een bloeiende visserij. De engel zei: ‘Waar de rivier komt zal alles leven.’ Maar betekende dat dat het water uit Jehovah’s huis elk deel van de Dode Zee bereikte? Nee. De engel legde uit dat er moerassen en poelen zouden zijn die buiten het bereik van het levengevende water zouden blijven. Die plaatsen werden ‘prijsgegeven aan het zout’ (Ezech. 47:8-11).b De profetie bracht dus de geruststellende belofte over dat de zuivere aanbidding het volk opnieuw tot leven zou brengen en zou laten floreren. Maar er was ook een waarschuwing: niet iedereen zou Jehovah’s zegeningen aanvaarden en niet iedereen zou gezond worden gemaakt.

      7. Waarvan verzekerde de aanwezigheid van de bomen de ballingen?

      7 Bomen voor voedsel en genezing. Hoe zit het met de bomen langs de oevers van de rivier? Ze maken het beeld nog fraaier, maar ze voegen ook iets toe aan de betekenis. Voor Ezechiël en de andere Joden zal het een mooie gedachte zijn geweest: elke maand zouden die bomen een nieuwe oogst van heerlijke vruchten opleveren! De aanwezigheid van de bomen vormde nog een verzekering dat Jehovah hun geestelijk voedsel zou geven. Merk ook op dat de bladeren van die bomen ‘tot genezing zouden dienen’ (Ezech. 47:12). Jehovah wist dat de teruggekeerde ballingen vooral geestelijke genezing nodig zouden hebben, en dat was precies wat hij beloofde. Hoe hij daarin zou voorzien wordt in andere herstellingsprofetieën besproken, zoals in hoofdstuk 9 van dit boek staat.

      8. Waaruit blijkt dat er een grotere vervulling van Ezechiëls visioen zou zijn?

      8 Maar zoals ook in hoofdstuk 9 besproken wordt, maakten de teruggekeerde ballingen maar een beperkte vervulling van die profetieën mee. Dat kwam door het volk zelf. Hoe kon Jehovah hen volledig zegenen als ze steeds terugvielen in hun oude gewoonten, ongehoorzaam waren en de zuivere aanbidding verwaarloosden? Trouwe Joden waren gekwetst en teleurgesteld door het gedrag van hun volksgenoten. Maar ze wisten dat Jehovah’s beloften altijd uitkomen. (Lees Jozua 23:14.) Op een dag zou er een grotere vervulling van Ezechiëls visioen zijn. Maar wanneer?

      De rivier stroomt nu!

      9. Wanneer heeft Ezechiëls tempelvisioen een grotere vervulling?

      9 Zoals we in hoofdstuk 14 van dit boek hebben gezien, heeft Ezechiëls tempelvisioen een grotere vervulling ‘aan het einde van de dagen’, de tijd waarin de zuivere aanbidding wordt verhoogd als nooit tevoren (Jes. 2:2). Hoe wordt dat deel van Ezechiëls visioen op dit moment vervuld?

      10, 11. (a) Welke zegeningen stromen nu als een rivier voor ons? (b) Hoe hebben de zegeningen van Jehovah gelijke tred gehouden met de toenemende behoeften?

      10 Een rivier van zegeningen. Aan welke zegeningen in deze tijd doet het water dat uit Jehovah’s huis stroomt ons denken? Aan alles wat bijdraagt aan onze geestelijke gezondheid. In de eerste plaats is dat de reinigende kracht van Christus’ loskoopoffer, dat de vergeving van onze zonden mogelijk maakt. Ook de zuivere waarheden uit Gods Woord worden vergeleken met levengevend, reinigend water (Ef. 5:25-27). Hoe stromen zulke zegeningen in deze tijd?

      11 In 1919 waren er maar een paar duizend aanbidders van Jehovah en ze vonden het geweldig dat ze het geestelijke voedsel kregen dat ze nodig hadden. In de jaren die volgden, bleef hun aantal groeien. Nu zijn er meer dan acht miljoen aanbidders van Jehovah. Is de toestroom van het zuivere waarheidswater in dezelfde mate gegroeid? Ja! We hebben een bijna overweldigende aanvoer van geestelijke waarheden. De afgelopen eeuw zijn er letterlijk miljarden bijbels, boeken, tijdschriften, brochures en traktaten naar Gods volk gestroomd. Net als de rivier die Ezechiël in het visioen zag, is de stroom van zuivere waarheden snel gegroeid om te voldoen aan de toenemende behoeften van geestelijk dorstige personen over de hele wereld. Bijbelse publicaties zijn al heel lang beschikbaar in gedrukte vorm. En via de website jw.org is zulk materiaal nu digitaal beschikbaar in ruim 900 talen! Welke invloed heeft zulk waarheidswater op oprechte personen?

      12. (a) Wat doet de waarheidsboodschap met oprechte mensen? (b) Welke waarschuwing bevat het visioen voor ons? (Zie ook de voetnoot.)

      12 Levengevend water. Ezechiël kreeg te horen: ‘Waar de rivier komt zal alles leven.’ Denk maar aan de waarheidsboodschap die stroomt naar iedereen die in ons herstelde geestelijke land komt. Dankzij de Bijbelse waarheid hebben miljoenen mensen met een oprecht hart leven en geestelijke gezondheid gekregen. Maar het visioen bevat ook een waarschuwing: niet iedereen blijft openstaan voor de waarheid. Er zijn personen die te vergelijken zijn met de poelen en moerassen in de Dode Zee uit Ezechiëls visioen. Zulke personen reageren niet langer positief en houden ermee op de waarheid te aanvaarden en toe te passen.c Mag dat nooit voor ons gelden! (Lees Deuteronomium 10:16-18.)

      13. Welke lessen bevatten de bomen voor ons?

      13 Bomen voor voedsel en genezing. Welke aanmoedigende lessen bevatten de bomen langs de rivier voor ons? Bedenk dat die bomen elke maand een nieuwe oogst van heerlijke vruchten voortbrachten en dat de bladeren genezend werkten (Ezech. 47:12). Ze herinneren ons eraan dat we de God dienen die ons volop voedsel geeft en ons in het belangrijkste opzicht geneest, namelijk geestelijk. Deze wereld is geestelijk ziek en uitgehongerd. Maar denk eens aan wat Jehovah geeft. Hoe voel je je na het lezen van een artikel in een van onze tijdschriften, na het kijken naar een maandprogramma van JW Broadcasting of een video, of na afloop van een congres? Voel je je dan niet gezegend met zulk mooi geestelijk voedsel? We worden echt verwend (Jes. 65:13, 14). Is dat voedsel goed voor onze geestelijke gezondheid? De goede raad die we krijgen is gebaseerd op Gods Woord en helpt ons te vechten tegen geestelijke vijanden als immoraliteit, hebzucht en ongeloof. Jehovah heeft ook een regeling ingesteld om christenen te helpen die geestelijk ziek zijn als gevolg van een ernstige zonde. (Lees Jakobus 5:14.) Zoals Ezechiëls visioen van de bomen laat zien, worden we echt gezegend.

      14, 15. (a) Wat kunnen we leren van de poelen en moerassen die niet genezen worden? (b) Wat hebben wij in deze tijd aan de rivier uit Ezechiëls visioen?

      14 Maar we kunnen ook iets leren van de poelen en moerassen die niet genezen worden. We zouden nooit Jehovah’s zegeningen willen weigeren. Het zou verschrikkelijk zijn als we, zoals veel mensen in deze zieke wereld, niet genezen zouden worden (Matth. 13:15). We genieten juist volop van de rivier van zegeningen. Als we met volle teugen drinken van het zuivere waarheidswater uit Gods Woord, als we zulke waarheden in de prediking met anderen delen en als we liefdevolle raad, troost en hulp krijgen van ouderlingen die door de getrouwe slaaf zijn opgeleid, denken we misschien aan de rivier uit Ezechiëls visioen. Die rivier brengt overal leven en genezing!

      15 Maar hoe zit het met de toekomstige vervulling van dit visioen? Zoals we zullen zien, zal de rivier pas de grootste zegeningen brengen in het paradijs.

      Wat het visioen zal betekenen in het paradijs

      16, 17. (a) In welk opzicht zal het levenswater in het paradijs meer bereiken? (b) Wat zal de rivier in het paradijs voor ons betekenen?

      16 Zie jij jezelf al in het paradijs samen met vrienden en familie van het echte leven genieten? Door de rivier uit Ezechiëls visioen te bestuderen, kun je dat beeld nog levendiger maken. Daarvoor gaan we nog eens stilstaan bij de drie duidelijke aspecten van het visioen waaruit Jehovah’s liefde blijkt.

      17 Een rivier vol zegeningen. De symbolische rivier zal in het paradijs in een bepaald opzicht veel meer bereiken, want de voordelen zullen niet alleen geestelijk maar ook letterlijk zijn. Tijdens Jezus’ duizendjarige regering zal Gods Koninkrijk trouwe personen helpen om in nog veel meer opzichten voordeel te trekken van de losprijs. Geleidelijk zullen ze volmaakt worden! Geen ziekten, artsen, verpleegkundigen, ziekenhuizen en zorgverzekeringen meer! Het levenswater zal naar de miljoenen overlevenden van Armageddon stromen — ‘een grote menigte’ die uit ‘de grote verdrukking’ zal komen (Openb. 7:9, 14). Maar die eerste zegeningen, hoe indrukwekkend ook, zullen maar een stroompje zijn vergeleken met wat later komt. Zoals Ezechiëls visioen laat zien, zal de rivier groter worden om aan grotere behoeften te voldoen.

      Jonge, gezonde mensen werken in het paradijs en hebben plezier. Op de achtergrond stroomt een rivier

      In het paradijs zal iedereen jong en gezond zijn dankzij de rivier van zegeningen (Zie alinea 17)

      18. In welk opzicht zal de ‘rivier van levengevend water’ tijdens de duizend jaar een machtige stroom worden?

      18 Levengevend water. Tijdens de duizend jaar zal de ‘rivier van levengevend water’ echt een machtige stroom worden (Openb. 22:1). Talloze miljoenen, zelfs miljarden, zullen uit de dood worden opgewekt en de mogelijkheid krijgen eeuwig in het paradijs te leven! Jehovah’s zegeningen via het Koninkrijk zullen onder andere betekenen dat enorme aantallen mensen die lang machteloos in het stof van de aarde hebben gelegen, tot leven komen (Jes. 26:19). Maar zal iedereen die een opstanding krijgt eeuwig blijven leven?

      19. (a) Wat wijst erop dat er in het paradijs nieuw waarheidswater beschikbaar zal komen? (b) In welk opzicht zullen sommigen in de toekomst worden ‘prijsgegeven aan het zout’?

      19 Iedereen zal een keus moeten maken. Er zullen dan nieuwe boekrollen worden geopend. Het verfrissende water van Jehovah zal dus nieuwe waarheden en nieuw geestelijk onderwijs omvatten. Vind je dat geen geweldig vooruitzicht? Toch zullen er mensen zijn die deze zegen weigeren en ervoor kiezen Jehovah niet te gehoorzamen. Sommigen zullen tijdens de duizend jaar misschien in opstand komen, maar het zal ze niet worden toegestaan de vrede in het paradijs te verstoren (Jes. 65:20). Misschien doet dat ons denken aan de poelen en moerassen uit Ezechiëls visioen die onvruchtbaar blijven, ‘prijsgegeven aan het zout’. Wat onverstandig om koppig te weigeren van het kostbare levenswater te drinken! Na de duizend jaar zal een groep opstandelingen Satans kant kiezen. Iedereen die Jehovah’s rechtvaardige bestuur afwijst wacht hetzelfde einde: de eeuwige dood (Openb. 20:7-12).

      20. Aan welke regeling tijdens de duizend jaar doen de bomen die Ezechiël zag ons denken?

      20 Bomen voor voedsel en genezing. Jehovah wil graag dat iedereen eeuwig leven krijgt. Om ons te helpen die geweldige gelegenheid aan te grijpen, zal hij opnieuw zorgen voor een regeling die te vergelijken is met de bomen die Ezechiël zag. Maar in het paradijs zullen de voordelen zowel letterlijk als geestelijk zijn. Tijdens de duizend jaar zullen Jezus Christus en de 144.000 in de hemel als koningen regeren. Als priesterklasse zullen de 144.000 de voordelen van Christus’ loskoopoffer gebruiken om trouwe personen tot volmaaktheid te brengen (Openb. 20:6). Ezechiëls visioen van de bomen die voedzame vruchten en genezende bladeren voortbrengen, heeft een parallel in een prachtige profetische passage van de apostel Johannes. (Lees Openbaring 22:1, 2.) De bladeren van de bomen die Johannes zag zijn ‘voor de genezing van de volken’. Talloze miljoenen trouwe personen zullen voordeel trekken van de diensten van de 144.000 als priesterklasse.

      Een stroompje wordt een rivier, zoals Ezechiël te zien kreeg

      ONDERWIJSKADER 19B: Een stroompje wordt een rivier!

      21. Wat doet het met jou als je nadenkt over de rivier uit het visioen, en wat gaan we in het volgende hoofdstuk bespreken? (Zie het kader ‘Een stroompje wordt een rivier!’)

      21 Als je nadenkt over de rivier uit Ezechiëls visioen, geeft dat je dan geen rust en hoop? Wat een geweldige tijd ligt er vóór ons! En denk hier eens aan: Jehovah heeft duizenden jaren geleden die profetieën laten opschrijven zodat we ons een voorstelling kunnen maken van hoe het paradijs zal zijn. Hij wil heel graag dat we de grotere vervulling ervan meemaken. Zul jij er zijn? Misschien vraag je je af of er voor jou echt plaats is in het paradijs. Daarvan verzekert het laatste deel van Ezechiëls profetie ons.

      a De ballingen die nog wisten hoe het landschap in Israël eruitzag, zullen geweten hebben dat dit geen letterlijke rivier kon zijn, want de rivier stroomde vanuit de tempel op een heel hoge berg die niet bestond op de beschreven locatie. Bovendien lijkt het visioen te zeggen dat de rivier rechtstreeks en ongehinderd naar de Dode Zee stroomde, wat geografisch niet mogelijk was.

      b Sommige commentators zien dit als een positief beeld omdat het oogsten van zout als bewaarmiddel al heel lang een winstgevende bedrijfstak is in de omgeving van de Dode Zee. Maar het verslag zegt duidelijk dat die moerassen en poelen ‘niet gezond zullen worden gemaakt’. Ze blijven levenloos en ongezond omdat het levengevende water uit Jehovah’s huis hen niet bereikt. Blijkbaar heeft het zout in de moerassen en poelen in dit geval dus een negatieve betekenis (Ps. 107:33, 34; Jer. 17:6).

      c Dit is te vergelijken met Jezus’ illustratie van het sleepnet. Er worden veel vissen in het net gevangen, maar het blijken niet allemaal ‘goede vissen’ te zijn. De ongeschikte vissen moeten weggegooid worden. Jezus waarschuwde hiermee dat een behoorlijk aantal personen dat in Jehovah’s organisatie komt na verloop van tijd ontrouw kan worden (Matth. 13:47-50; 2 Tim. 2:20, 21).

      JOUW AANDEEL AAN DE ZUIVERE AANBIDDING

      1. Hoe is Ezechiëls visioen van de rivier in het verleden vervuld?

      2. Hoe gaat het visioen nu in vervulling?

      3. In welk opzicht zal de rivier tijdens Christus’ duizendjarige regering een machtige stroom worden als nooit tevoren?

  • ‘Wijs het land als erfdeel toe’
    De zuivere aanbidding van Jehovah eindelijk hersteld!
    • Een rivier stroomt naar de zee, omgeven door land dat zal worden toegewezen

      HOOFDSTUK 20

      ‘Wijs het land als erfdeel toe’

      EZECHIËL 45:1

      FOCUS: De betekenis van de verdeling van het land

      1, 2. (a) Wat voor instructies krijgt Ezechiël van Jehovah? (b) Welke vragen gaan we bespreken?

      EZECHIËL heeft net een visioen gezien dat hem vast deed denken aan de tijd van Mozes en Jozua, bijna 900 jaar daarvoor. In die tijd gaf Jehovah Mozes een beschrijving van de grenzen van het beloofde land en later vertelde hij aan Jozua hoe dat land onder de stammen van Israël verdeeld moest worden (Num. 34:1-15; Joz. 13:7; 22:4, 9). Maar nu, in het jaar 593 v.Chr., geeft Jehovah Ezechiël en de andere ballingen instructies om het beloofde land opnieuw onder de stammen van Israël te verdelen! — Ezech. 45:1; 47:14; 48:29.

      2 Welke boodschap bevatte dit visioen voor Ezechiël en zijn medeballingen? Welke aanmoediging bevat dit visioen voor Gods volk in deze tijd? Zal er in de toekomst een grotere vervulling zijn?

      Een visioen met vier beloften

      3, 4. (a) Welke vier beloften bevatte Ezechiëls laatste visioen? (b) Welke belofte gaan we in dit hoofdstuk bespreken?

      3 Het laatste visioen dat Ezechiël kreeg beslaat negen hoofdstukken (Ezech. 40:1–48:35). Het visioen bevatte voor de ballingen vier bemoedigende beloften over het herstel van de natie Israël. Wat waren die beloften? Ten eerste dat de zuivere aanbidding in Gods tempel hersteld zou worden. Ten tweede dat het volk geleid zou worden door rechtvaardige priesters en herders. Ten derde dat er een erfdeel zou zijn voor iedereen die naar Israël terugging. En ten vierde dat Jehovah met hen zou zijn en weer in hun midden zou wonen.

      4 In hoofdstuk 13 en 14 van dit boek hebben we de eerste twee beloften besproken — dat de ware aanbidding hersteld zou worden en dat rechtvaardige herders de leiding zouden nemen. In dit hoofdstuk gaan we in op de derde belofte, over het erfdeel dat de Israëlieten zouden krijgen. In het volgende hoofdstuk gaan we de belofte over Jehovah’s aanwezigheid bespreken (Ezech. 47:13-21; 48:1-7, 23-29).

      ‘Dit land (...) wordt aan jullie toegewezen als erfdeel’

      5, 6. (a) Welk gebied moest er volgens Ezechiëls visioen worden toegewezen? (Zie beginplaatje.) (b) Wat was het doel van dit visioen?

      5 Lees Ezechiël 47:14. In het visioen vestigde Jehovah Ezechiëls aandacht op een stuk land dat zou gaan lijken op ‘de tuin van Eden’ (Ezech. 36:35). Vervolgens zei Jehovah: ‘Dit is het gebied dat jullie moeten toewijzen als erfelijk bezit van de 12 stammen van Israël’ (Ezech. 47:13). ‘Het gebied’ dat moest worden toegewezen was het herstelde land Israël waar de ballingen naar zouden teruggaan. Zoals in Ezechiël 47:15-21 staat, beschreef Jehovah vervolgens tot in detail de precieze landsgrenzen.

      6 Wat was het doel van dit visioen? De nauwkeurige beschrijving van de landsgrenzen verzekerde Ezechiël en zijn medeballingen ervan dat hun geliefde land beslist hersteld zou worden. Stel je eens voor hoe opbeurend die belofte van Jehovah, met zo’n gedetailleerde beschrijving, voor de ballingen geweest moet zijn! Kreeg Gods volk inderdaad land als erfdeel toegewezen?

      Een rivier stroomt naar de zee, omgeven door land dat zal worden toegewezen

      7. (a) Wat gebeurde er in 537 v.Chr., en waar doet dat ons aan denken? (b) Welke vraag gaan we eerst bespreken?

      7 In 537 v.Chr., zo’n 56 jaar nadat Ezechiël dit visioen had gekregen, gingen duizenden ballingen terug naar Israël en namen het in bezit. Die opmerkelijke gebeurtenissen uit het verleden doen denken aan een vergelijkbare ontwikkeling onder Gods volk in deze tijd. In een bepaald opzicht kregen zij ook een stuk land toegewezen. Jehovah heeft zijn volk namelijk een geestelijk land laten binnengaan en dat in bezit laten nemen. Daarom kan het herstel van het beloofde land ons veel leren over het herstel van het geestelijke land van Gods volk in deze tijd. Maar voordat we bij die lessen stilstaan, gaan we eerst de vraag beantwoorden: waarom kunnen we de conclusie trekken dat er in deze tijd echt een geestelijk land is?

      8. (a) Door welk volk heeft Jehovah de letterlijke Israëlieten vervangen? (b) Wat is het geestelijke land? (c) Wanneer is het ontstaan, en wie wonen er?

      8 In een eerder visioen van Ezechiël gaf Jehovah aan dat profetieën over Israëls herstel een grotere vervulling zouden hebben nadat zijn ‘dienaar David’, Jezus Christus, als Koning was gaan regeren (Ezech. 37:24). Dat gebeurde in 1914. Tegen die tijd was het letterlijke Israël allang als Gods volk vervangen door een volk van geestelijke Israëlieten — met de geest gezalfde christenen. (Lees Mattheüs 21:43; 1 Petrus 2:9.) Maar Jehovah verving niet alleen het letterlijke volk Israël door een geestelijk volk. Ook het letterlijke land Israël werd vervangen door een geestelijk land of paradijs (Jes. 66:8). Zoals we in hoofdstuk 17 van dit boek hebben gezien, is dat geestelijke land het veilige geestelijke milieu waarin het overblijfsel van gezalfden sinds 1919 Jehovah aanbidt. (Zie kader 9B, ‘Waarom 1919?’) Na verloop van tijd kwamen er ook personen met een aardse hoop, de ‘andere schapen’, in dit geestelijke land (Joh. 10:16). Hoewel het geestelijke paradijs zich steeds verder ontwikkelt en uitbreidt, zullen we de zegeningen ervan pas volledig ervaren na Armageddon.

      Het land wordt nauwkeurig verdeeld

      9. Welke gedetailleerde instructies gaf Jehovah over de verdeling van het land?

      9 Lees Ezechiël 48:1, 28. Nadat Jehovah de grenzen van het land had vastgesteld, beschreef hij in detail hoe het land verdeeld moest worden. Hij gaf opdracht om het land van noord naar zuid nauwkeurig te verdelen in 12 gelijke erfdelen, te beginnen met de stam Dan in het uiterste noorden van het land tot en met Gad in het uiterste zuiden. Elk erfdeel bestond uit een horizontale strook land die zich uitstrekte van de oostgrens tot de Grote Zee (de Middellandse Zee) in het westen (Ezech. 47:20).

      10. Waarvan verzekerde dit deel van het visioen de ballingen waarschijnlijk?

      10 Waarvan verzekerde dit deel van het visioen de ballingen waarschijnlijk? De gedetailleerde beschrijving die Ezechiël gaf van de verdeling van het land moet bij de ballingen de indruk hebben gewekt dat de verdeling van het land goed georganiseerd zou zijn. En de nauwkeurige verdeling van het land onder de 12 stammen beklemtoonde dat alle teruggekeerde ballingen zeker waren van een erfdeel in het herstelde land. Niemand die terugging zou het zonder land of huis hoeven te stellen.

      Een man met een uiterlijk van koper laat Ezechiël de verdeling van het land zien

      ONDERWIJSKADER 20A: De verdeling van het land

      11. Wat kunnen we leren van het profetische visioen over de verdeling van het land? (Zie het kader ‘De verdeling van het land’.)

      11 Welke bemoedigende lessen kunnen we in deze tijd van dit visioen leren? In het beloofde land was niet alleen plaats voor de priesters, de Levieten en de leiders, maar ook voor alle andere leden van de 12 stammen (Ezech. 45:4, 5, 7, 8). Zo is er in het geestelijke paradijs niet alleen plaats voor het gezalfde overblijfsel en voor de leden van de ‘grote menigte’ die de leiding nemen, maar ook voor alle andere leden van de grote menigte (Openb. 7:9).a Hoe klein onze rol in de organisatie ook is, we zijn zeker van een plaats en van eervol werk in het geestelijke land. Wat een opbeurende gedachte!

      Afbeeldingen: Gods volk in deze tijd. 1. Een zuster helpt haar bejaarde moeder met haar medicijnen. 2. Een zendeling leidt een jongere verkondiger op in de velddienst. Ze prediken op het strand. 3. Een alleenstaande moeder studeert met haar twee kinderen. 4. Gerrit Lösch leidt de ochtendaanbidding van de Bethelfamilie. 5. Een oudere zuster bidt. Op haar schoot heeft ze een bijbel en een lijst met de namen van broeders die in de gevangenis zitten. 6. Een broeder maakt in de Koninkrijkszaal een toilet schoon. 7. Een broeder geeft bij een congreshal aanwijzingen bij het parkeren. 8. Broeders werken in een opnamestudio op een vertaalkantoor.

      Wat onze taak in de organisatie ook is, Jehovah waardeert onze inspanningen (Zie alinea 11)

      Twee belangrijke verschillen — Wat betekenen ze voor ons?

      12, 13. Welke specifieke instructies gaf Jehovah over de verdeling van het land onder de stammen?

      12 Ezechiël heeft zich misschien verbaasd over bepaalde instructies die Jehovah over de verdeling van het land gaf, omdat ze verschilden van de instructies die Mozes kreeg. Sta eens stil bij twee van die verschillen. Het ene heeft te maken met het land en het andere met de inwoners.

      13 Het land. Mozes had opdracht gekregen de grotere stammen meer land te geven dan de kleinere stammen (Num. 26:52-54). Maar Ezechiël kreeg van Jehovah in een visioen specifiek de instructie om aan alle stammen ‘gelijke delen [‘elk zoals zijn broeder’, vtn.]’ toe te wijzen (Ezech. 47:14). De afstand van de noordelijke grens tot de zuidelijke grens moest bij alle 12 de erfdelen dus precies gelijk zijn. Alle Israëlieten — bij welke stam ze ook hoorden — zouden gelijke toegang hebben tot de natuurlijke overvloed die het waterrijke beloofde land kon voortbrengen.

      14. In welk opzicht gingen Jehovah’s instructies aan Ezechiël verder dan wat in de wet van Mozes stond?

      14 De inwoners. Onder de wet van Mozes waren vreemdelingen beschermd en konden ze een aandeel hebben aan de aanbidding van Jehovah, maar ze hadden geen erfdeel in het land (Lev. 19:33, 34). Wat Jehovah nu tegen Ezechiël zei, ging verder dan wat hij in de wet had geboden. Jehovah gaf de opdracht: ‘Jullie moeten de vreemdeling een erfdeel geven in het gebied van de stam waar hij zich heeft gevestigd.’ Met die opdracht maakte Jehovah een eind aan een belangrijk verschil tussen de ‘geboren Israëlieten’ en de vreemdelingen die in het land woonden (Ezech. 47:22, 23). In het herstelde land dat Ezechiël in het visioen zag, zag hij eenheid van aanbidding en gelijkheid onder de inwoners (Lev. 25:23).

      15. Welke onveranderlijke waarheid over Jehovah wordt bevestigd door zijn instructies over het land en de inwoners?

      15 De bijzondere instructies die Ezechiël over het land en de inwoners kreeg, zullen de ballingen gerustgesteld hebben. Ze wisten dat Jehovah hun gelijke delen zou toewijzen, of ze nu geboren Israëlieten waren of vreemdelingen die Jehovah aanbaden (Ezra 8:20; Neh. 3:26; 7:6, 25; Jes. 56:3, 8). Deze instructies bevestigden ook de prachtige en onveranderlijke waarheid dat Jehovah al zijn aanbidders even kostbaar vindt. (Lees Haggaï 2:7.) In deze tijd koesteren we diezelfde waarheid, of we nu de hoop hebben in de hemel of op aarde te leven.

      16, 17. (a) Wat hebben wij aan de details over het land en de inwoners? (b) Wat gaan we in het volgende hoofdstuk bespreken?

      16 Wat hebben wij aan deze details over het land en de inwoners? We worden eraan herinnerd dat gelijkheid en eenheid duidelijke kenmerken moeten zijn van onze wereldwijde broederschap. Jehovah is niet partijdig. We moeten ons afvragen: Ben ik net als Jehovah onpartijdig? Behandel ik al mijn geloofsgenoten met respect, ongeacht hun ras of economische status? (Rom. 12:10) We zijn heel blij dat Jehovah ons allemaal een plaats in het geestelijke paradijs heeft gegeven, waar we met onze hele ziel heilige dienst doen voor onze hemelse Vader en door hem gezegend worden (Gal. 3:26-29; Openb. 7:9).

      Zusters van verschillende rassen en leeftijd hebben gezinsaanbidding bij een invalide zuster thuis

      Zijn we net als Jehovah onpartijdig en hebben we respect voor anderen? (Zie alinea 15, 16)

      17 We gaan nu de vierde belofte bespreken die in het laatste deel van Ezechiëls laatste visioen wordt gedaan — de belofte dat Jehovah met de ballingen zou zijn. Welke lessen kunnen we van die belofte leren? Het antwoord vinden we in het volgende hoofdstuk.

      a Zie hoofdstuk 14 van dit boek voor een bespreking van de speciale plaats en taak die Jehovah in het geestelijke land aan de priesterschap en de leider geeft.

      JOUW AANDEEL AAN DE ZUIVERE AANBIDDING

      1. Waarom geloof jij dat er in deze tijd een geestelijk paradijs is?

      2. Waarom kun je zeker zijn van een plaats en eervol werk in het geestelijke paradijs?

      3. Wat leert het profetische visioen over het verdelen van land je over Jehovah?

  • ‘De naam van de stad zal zijn: Jehovah is daar’
    De zuivere aanbidding van Jehovah eindelijk hersteld!
    • De stad ‘Jehovah is daar’ van bovenaf gezien

      HOOFDSTUK 21

      ‘De naam van de stad zal zijn: Jehovah is daar’

      EZECHIËL 48:35

      FOCUS: De betekenis van de stad en de bijdrage

      1, 2. (a) Waarvoor moet een stuk land worden afgezonderd? (Zie afbeelding op cover.) (b) Waarvan verzekert dit visioen de ballingen?

      IN ZIJN laatste visioen krijgt Ezechiël te horen over een stuk land dat moet worden afgezonderd voor een speciaal doel. Het stuk land dat wordt afgezonderd, wordt geen erfdeel voor een stam van Israël maar is een bijdrage voor Jehovah. Ezechiël krijgt ook informatie over een bijzondere stad met een intrigerende naam. Dit deel van het visioen bevat een heel belangrijke belofte voor de ballingen: Jehovah zal met hen zijn als ze terug zijn in hun geliefde land.

      2 Ezechiël geeft ons een gedetailleerde beschrijving van die bijdrage. Dat verslag heeft veel betekenis voor ons als ware aanbidders van Jehovah, en we gaan het in dit hoofdstuk bespreken.

      Het stuk grond dat ‘de volledige bijdrage’ werd genoemd en de stad met de naam ‘Jehovah is daar’. De tempel uit Ezechiëls visioen straalt helder vanwege Jehovah’s glorie en staat op een verheven berg, vanwaaruit een rivier stroomt

      ‘De heilige bijdrage’ en de stad

      Een kaart van het land dat Jehovah afzonderde en dat ‘de bijdrage’ genoemd werd en een kader met het stuk grond dat ‘de volledige bijdrage’ werd genoemd

      ONDERWIJSKADER 21A: ‘De bijdrage die jullie moeten afzonderen’

      3. Uit welke vijf gedeelten bestond het gebied dat Jehovah afzonderde, en welk doel hadden die gedeelten? (Zie het kader ‘De bijdrage die jullie moeten afzonderen’.)

      3 Het speciale stuk grond was 25.000 el (13 kilometer) van noord naar zuid en 25.000 el van oost naar west. Dit vierkante stuk grond werd ‘de volledige bijdrage’ genoemd. Die werd in drie horizontale gedeelten verdeeld. Het bovenste deel was voor de Levieten en het middelste deel werd afgezonderd voor de tempel en de priesters. Die twee delen vormden samen ‘de heilige bijdrage’. Het kleinste, onderste deel, ‘het resterende gebied’, was ‘niet heilig’. Dat was bestemd voor de stad (Ezech. 48:15, 20).

      4. Wat kunnen we leren van het verslag over de bijdrage aan Jehovah?

      4 Wat kunnen we leren van dit verslag over de bijdrage aan Jehovah? Door eerst de grond af te zonderen voor deze speciale bijdrage en daarna het land voor de stammen, liet Jehovah zien dat dit geestelijke centrum van het land het belangrijkst was (Ezech. 45:1). Ongetwijfeld leerden de ballingen veel uit deze volgorde van de verdeling. Ze moesten de aanbidding van Jehovah op de eerste plaats stellen. Ook in deze tijd zien we geestelijke activiteiten als het belangrijkst, zoals Gods Woord bestuderen, de bijeenkomsten bezoeken en prediken. Als we Jehovah’s voorbeeld volgen in het stellen van de juiste prioriteiten, zullen we ons dagelijks leven opbouwen rondom de aanbidding van hem.

      ‘De stad zal in het midden komen’

      5, 6. (a) Van wie was de stad? (b) Wat is de stad niet, en waarom niet?

      5 Lees Ezechiël 48:15. Wat betekenden ‘de stad’ en de grond eromheen? (Ezech. 48:16-18) In het visioen had Jehovah tegen Ezechiël gezegd: ‘De stad (...) zal van het hele huis van Israël zijn’ (Ezech. 45:6, 7). De stad en de omliggende grond hoorden dus niet bij ‘de heilige bijdrage’ die ze ‘voor Jehovah moesten afzonderen’ (Ezech. 48:9). Laten we dat verschil in gedachten houden terwijl we kijken wat we in deze tijd van de regeling van deze stad kunnen leren.

      6 Eerst moeten we vaststellen wat deze stad niet kan zijn. Het kan niet de herbouwde stad Jeruzalem met de tempel zijn. In de stad die Ezechiël in het visioen zag, was namelijk geen tempel. Ook was het niet een andere stad in het herstelde land Israël. Er is namelijk nooit een stad met de kenmerken uit dit visioen gebouwd door de teruggekeerde ballingen of hun nakomelingen. De stad was ook niet een stad in de hemel. De stad werd namelijk gebouwd op grond die ‘niet heilig’ was, in tegenstelling tot gebouwen die werden gebouwd op land dat was afgezonderd voor de aanbidding van Jehovah (Ezech. 42:20).

      7. Wat voor stad zag Ezechiël, en wat lijkt die af te beelden? (Zie beginplaatje.)

      7 Wat is de stad die Ezechiël zag dan wel? Bedenk dat hij de stad in hetzelfde visioen zag als waarin hij het land zag (Ezech. 40:2; 45:1, 6). Gods Woord geeft aan dat het om een geestelijk land gaat, dus de stad moet een geestelijke stad zijn. Wat wordt over het algemeen bedoeld met een stad? Het woord brengt de gedachte over aan mensen die als een groep bij elkaar wonen in een gestructureerd en geordend geheel. De ordelijke stad die Ezechiël zag — die een volmaakt vierkant vormde — lijkt op een goed georganiseerd bestuurscentrum te duiden.

      De stad ‘Jehovah is daar’ van bovenaf gezien

      8. Waarover heeft dit bestuur de leiding, en waarom kunnen we die conclusie trekken?

      8 Waar geeft dit bestuur leiding aan? Ezechiëls visioen laat zien dat deze stad functioneert in het geestelijke land. Dit bestuur functioneert dus in het geestelijke paradijs, waar het leiding geeft aan de activiteiten van Gods volk. En wat betekent het dat de stad op niet-heilig land staat? De stad is geen bestuur in de hemel maar een bestuur op aarde, tot voordeel van iedereen die in het geestelijke paradijs woont.

      9. (a) Wie vormen in deze tijd dit bestuur op aarde? (b) Wat zal Jezus tijdens de duizend jaar doen?

      9 Wie vormen dit bestuur op aarde? In Ezechiëls visioen werd degene die in het stadsbestuur de leiding nam ‘de leider’ genoemd (Ezech. 45:7). Hij was een opziener onder het volk, maar hij was geen priester en ook geen Leviet. Deze leider doet ons vooral denken aan opzieners in de gemeente in deze tijd die niet met de geest gezalfd zijn. Deze zorgzame geestelijke herders uit de ‘andere schapen’ zijn nederige dienaren op aarde van Christus’ hemelse regering (Joh. 10:16). Tijdens de duizend jaar zal Jezus ‘vorsten [bekwame ouderlingen] aanstellen op de hele aarde’ (Ps. 45:16). Onder leiding van het hemelse Koninkrijk zullen ze tijdens de duizend jaar zorg dragen voor de belangen van Gods volk.

      ‘Jehovah is daar’

      10. Wat is de naam van de stad, en welke belofte brengt die over?

      10 Lees Ezechiël 48:35. De naam van de stad is ‘Jehovah is daar’. Die naam geeft de verzekering dat in deze stad de aanwezigheid van Jehovah merkbaar is. Door Ezechiël deze centraal gelegen stad te laten zien, zei Jehovah in feite tegen de ballingen: ‘Ik zal opnieuw met jullie zijn!’ Wat een opbeurende belofte!

      11. Wat kunnen we leren van Ezechiëls visioen over de stad en de betekenisvolle naam ervan?

      11 Wat kunnen we van dit deel van Ezechiëls profetie leren? De naam van dit met een stad te vergelijken bestuur verzekert ons ervan dat Jehovah nu met zijn trouwe aanbidders op aarde is en altijd zal zijn. Deze betekenisvolle naam beklemtoont ook een belangrijke waarheid: de stad is er niet om mensen macht te geven maar om Jehovah’s liefdevolle, redelijke normen toe te passen. Jehovah heeft het bestuur bijvoorbeeld niet het gezag gegeven om het land te verdelen naar eigen inzicht. In plaats daarvan verwacht hij van de bestuurders dat ze de verdeling of voorrechten respecteren die hij aan zijn aanbidders gegeven heeft, ook aan de ‘arme’ (Spr. 19:17; Ezech. 46:18; 48:29).

      12. (a) Wat is een opvallend kenmerk van de stad, en wat laat dat uitkomen? (b) Waaraan herinnert dit aspect van het visioen ouderlingen?

      12 Nog een opvallend kenmerk van de stad ‘Jehovah is daar’ is dat de stad 12 poorten heeft, terwijl steden vroeger beschermende muren hadden met zo weinig mogelijk poorten (Ezech. 48:30-34). Het grote aantal poorten (drie aan elke kant van de vierkante stad) laat uitkomen dat de bestuurders van de stad benaderbaar en beschikbaar zijn voor al Jehovah’s aanbidders. Dat de stad 12 poorten heeft, beklemtoont ook dat die open is voor iedereen, ‘het hele huis van Israël’ (Ezech. 45:6). Dat de stad zo veel poorten heeft, is dus een belangrijke herinnering voor ouderlingen dat Jehovah wil dat ze benaderbaar en beschikbaar zijn voor iedereen in het geestelijke paradijs.

      Een ouderling praat in de Koninkrijkszaal met kleine kinderen en bekijkt hun tekeningen

      Ouderlingen zijn benaderbaar en beschikbaar (Zie alinea 12)

      Gods aanbidders ‘komen binnen om hem te aanbidden’ en ‘dienen de stad’

      13. Welke verschillende vormen van dienst worden in het visioen vermeld?

      13 Wat heeft Ezechiël nog meer geschreven over dit gedetailleerde visioen over de verdeling van het land? Jehovah heeft het over mensen die verschillende vormen van dienst doen. Priesters — ‘dienaren van het heiligdom’ — moesten slachtoffers brengen en tot Jehovah naderen om Hem te dienen. En Levieten — ‘tempeldienaren’ — moesten ‘zorg dragen voor de dienst ervan en alle werkzaamheden die er gedaan moeten worden’ (Ezech. 44:14-16; 45:4, 5). Daarnaast zouden er werkers actief zijn bij de stad. Wie zijn die werkers?

      14. Waaraan doen de werkers bij de stad ons denken?

      14 De werkers bij de stad komen uit ‘alle stammen van Israël’. Ze hebben een ondersteunende rol. Het is hun taak gewassen te verbouwen die ‘degenen die de stad dienen van voedsel voorzien’ (Ezech. 48:18, 19). Waaraan doet deze regeling ons denken? In deze tijd hebben alle inwoners van het geestelijke paradijs de gelegenheid om ondersteuning te geven aan Christus’ gezalfde broeders en aan de leden van de ‘grote menigte’ die door Jehovah zijn aangesteld om de leiding te nemen (Openb. 7:9, 10). Een belangrijke manier om die ondersteuning te geven is door bereidwillig de richtlijnen van de getrouwe slaaf op te volgen.

      15, 16. (a) Welk andere detail bevat Ezechiëls visioen? (b) Aan welke vergelijkbare activiteiten kunnen wij meedoen?

      15 Ezechiëls visioen bevat nog een detail waaruit we iets kunnen leren voor onze dienst. Jehovah heeft het over leden van de 12 niet-Levitische stammen die actief zijn op twee plaatsen: in het voorhof van de tempel en op de weidegrond van de stad. Wat doen ze op die plaatsen? In het voorhof van de tempel komen alle stammen ‘binnen om hem [Jehovah] te aanbidden’ door slachtoffers aan hem te brengen (Ezech. 46:9, 24). Op de grond van de stad komen leden van alle stammen de stad ondersteunen door de grond te bebouwen. Wat kunnen we van het voorbeeld van die werkers leren?

      16 In deze tijd hebben leden van de grote menigte de mogelijkheid mee te doen aan activiteiten vergelijkbaar met die in Ezechiëls visioen. Ze aanbidden Jehovah ‘in zijn tempel’ door slachtoffers van lof te brengen (Openb. 7:9-15). Dat doen ze door middel van de prediking en door hun openbare uitingen van geloof op onze bijeenkomsten. Ze zien die vormen van aanbidding als hun voornaamste verantwoordelijkheid (1 Kron. 16:29). Daarnaast kunnen velen onder Gods volk de organisatie op allerlei praktische manieren ondersteunen. Ze helpen bijvoorbeeld bij het bouwen en onderhouden van Koninkrijkszalen en bijkantoren en bij allerlei andere projecten van Jehovah’s organisatie. Anderen ondersteunen zulke projecten met hun financiële bijdragen. Ze bebouwen als het ware de grond, en ze doen dat ‘tot eer van God’ (1 Kor. 10:31). Dat werk doen ze met ijver en vreugde omdat ze weten dat Jehovah ‘blij is met zulke slachtoffers’ (Hebr. 13:16). Maak jij volop gebruik van zulke gelegenheden?

      Mensen dragen graan en zorgen voor runderen en schapen rond een poort van de stad ‘Jehovah is daar’

      Wat kunnen we leren van de activiteiten in en rond de stadspoorten die Ezechiël beschrijft? (Zie alinea 14-16)

      ‘We verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’

      17. (a) Welke grotere vervulling van Ezechiëls visioen zal er in de toekomst zijn? (b) Wie zullen er tijdens de duizend jaar voordeel hebben van het met een stad te vergelijken bestuur?

      17 Zal er in de toekomst een grotere vervulling zijn van Ezechiëls visioen over de bijdrage? Ja! Sta hier eens bij stil: Ezechiël zag dat het stuk grond dat ‘de heilige bijdrage’ werd genoemd, in het midden van het land lag (Ezech. 48:10). Zo zal na Armageddon Jehovah bij ons wonen, waar op aarde we ook zijn (Openb. 21:3). Tijdens de duizend jaar zal het met een stad te vergelijken bestuur (degenen die op aarde worden aangesteld om voor de belangen van Gods volk te zorgen) zijn invloed over de aarde uitbreiden. Het zal liefdevolle leiding en instructies geven aan degenen die de ‘nieuwe aarde’ vormen — een nieuwe menselijke samenleving (2 Petr. 3:13).

      18. (a) Waarom kunnen we er zeker van zijn dat het bestuur op aarde in overeenstemming zal handelen met Gods bestuur? (b) Waarvan verzekert de naam van de stad ons?

      18 Waarom kunnen we er zeker van zijn dat dit bestuur volledig in overeenstemming met Gods bestuur zal blijven handelen? Uit Gods Woord blijkt dat de aardse stad met 12 poorten een weerspiegeling is van de hemelse stad met 12 poorten, het Nieuwe Jeruzalem, dat bestaat uit Christus’ 144.000 mederegeerders (Openb. 21:2, 12, 21-27). Dit duidt erop dat het bestuur op aarde alle beslissingen die door Gods Koninkrijk in de hemel worden genomen nauwkeurig zal uitvoeren. De naam van de stad ‘Jehovah is daar’ verzekert ons allemaal ervan dat de zuivere aanbidding zal blijven bestaan en in het paradijs eeuwig zal floreren. Wat een schitterende toekomst staat ons te wachten!

      JOUW AANDEEL AAN DE ZUIVERE AANBIDDING

      1. Wat leert het visioen over de bijdrage je over het stellen van prioriteiten?

      2. Hoe kun je de activiteiten van de getrouwe slaaf ondersteunen?

      3. Wat zie jij als je belangrijkste verantwoordelijkheid?

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen