27 Uiteindelijk kwam Jakob bij zijn vader Isaäk in Ma̱mré,+ in Ki̱rjath-A̱rba, oftewel He̱bron. Zowel Abraham als Isaäk had daar als vreemdeling gewoond.+
22 Toen ze de Ne̱geb in trokken, kwamen ze bij He̱bron,+ waar Ahi̱man, Se̱sai en Ta̱lmai+ woonden, de Enakieten.+ (He̱bron was zeven jaar eerder gebouwd dan Zo̱an in Egypte.)