14 Nadat Lot was weggegaan, zei Jehovah tegen Abram: ‘Kijk alsjeblieft om je heen, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen, 15 want het hele land dat je ziet, zal ik als een blijvend bezit aan jou en je nageslacht* geven.+
3 Woon als vreemdeling in dit land,+ en ik zal steeds met je zijn en je zegenen, want aan jou en aan je nageslacht* zal ik al deze gebieden geven,+ en ik zal de eed nakomen die ik aan je vader Abraham heb gezworen:+