18 Op die dag sloot Jehovah een verbond met Abram+ en zei: ‘Aan jouw nageslacht* zal ik dit land geven,+ van de rivier van Egypte tot de grote rivier, de Eufraat:+
8 En ik zal aan jou en aan je nageslacht* het land geven waar je als vreemdeling woont+ — het hele land Kanaän — als een blijvend bezit, en ik zal hun God zijn.’+