34 Ze werd nog een keer zwanger en kreeg weer een zoon. Ze zei: ‘Dit keer zal mijn man zich aan mij hechten, omdat ik hem drie zonen heb geschonken.’ Daarom noemde ze hem Levi.*+
12 ‘Luister, ik neem de Levieten uit het midden van de Israëlieten in de plaats van alle eerstgeborenen* van de Israëlieten,+ en de Levieten zullen van mij worden.