11 Aan het begin van elke maand* moeten jullie als brandoffer aan Jehovah aanbieden: twee jonge stieren, één ram, zeven eenjarige mannetjeslammeren zonder gebreken,+
14 De bijbehorende drankoffers zijn een halve hin wijn bij een stier,+ een derde hin bij de ram+ en een kwart hin bij een mannetjeslam.+ Dat is het maandelijkse brandoffer, elke maand van het jaar.