3 Jullie hebben met eigen ogen gezien wat Jehovah heeft gedaan in het geval van de Baäl van Pe̱or. Jehovah, je God, heeft iedere man die de Baäl van Pe̱or achternaliep uit jullie midden weggevaagd.+

17 Was de overtreding die we bij Pe̱or hebben begaan nog niet genoeg? Tot op deze dag hebben we ons daar nog niet van gereinigd, ondanks de plaag die over de gemeenschap van Jehovah is gekomen.+

10 ‘Als druiven in de woestijn vond ik Israël.+

Als de eerste vroege vijgen aan een vijgenboom zag ik jullie voorvaders.