-
Rechters 9:28, 29Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
28 Toen zei Ga̱äl, de zoon van E̱bed: ‘Wie zijn Abime̱lech en Sichem* eigenlijk, dat we hen zouden dienen? Abime̱lech is toch de zoon van Jerubba̱äl+ en Ze̱bul is toch zijn commandant? Ga dan de mannen van He̱mor, de vader van Sichem, dienen! Waarom zouden we Abime̱lech dienen? 29 Had ik maar de leiding over het volk, dan zou ik Abime̱lech afzetten.’ Toen zei hij tegen Abime̱lech: ‘Verzamel een groot leger en val me aan.’
-