19 Samuël antwoordde: ‘Ik ben de ziener. Ga voor me uit naar de offerhoogte. Daar zullen jullie vandaag met mij eten.+ Morgen kun je weer op weg gaan, en ik zal je alles vertellen wat je wilt weten.*
27 Toen zei de koning tegen de priester Za̱dok: ‘Je bent toch een ziener?+ Ga in vrede naar de stad terug, samen met je zoon Ahima̱äz en A̱bjathars zoon Jonathan.+
22 Er waren in totaal 212 mannen uitgekozen als poortwachters bij de drempels. Ze woonden in hun dorpen volgens hun inschrijving in de geslachtsregisters.+ David en de ziener+ Samuël hadden hen in hun vertrouwenspositie aangesteld.
29 De geschiedenis van koning David staat van begin tot eind beschreven in de geschriften van de ziener Samuël, de profeet Nathan+ en de visionair Gad.+