12 Nu dan, Israël, wat vraagt Jehovah, je God, van jullie?+ Alleen dit: heb ontzag voor Jehovah, je God,+ volg* altijd de weg die hij je wijst,+ heb hem lief, dien Jehovah, je God, met je hele hart en je hele ziel*+
4 Toen zei Jehovah tegen hem: ‘Noem hem Ji̱zreël,* want ik zal binnen korte tijd afrekenen met het huis van Jehu+ vanwege het bloedvergieten van Ji̱zreël, en ik zal een eind maken aan het koningschap van het huis van Israël.+