4 De naam van de oudste was Oho̱la* en haar zus heette Oho̱liba.* Ze werden de mijne en kregen zonen en dochters. Wat hun namen betreft: Oho̱la is Sama̱ria+ en Oho̱liba is Jeruzalem.

11 Toen haar zus Oho̱liba het zag, werd haar lust zelfs nog verdorvener. Haar prostitutie was nog erger dan die van haar zus.+