-
Ezra 2:59-63Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
59 En dit waren degenen die terugkwamen vanuit Tel-Me̱lah, Tel-Ha̱rsa, Ke̱rub, A̱ddon en I̱mmer, maar die niet konden aantonen wat hun vaderlijk huis en hun afkomst was, of ze wel Israëlieten waren:+ 60 de afstammelingen van Dela̱ja, de afstammelingen van Tobi̱a, de afstammelingen van Neko̱da, in totaal 652. 61 En van de afstammelingen van de priesters: de afstammelingen van Haba̱ja, de afstammelingen van Ha̱kkoz,+ de afstammelingen van Barzi̱llai,+ die een van de dochters van de Gileadiet Barzi̱llai tot vrouw had genomen en zijn naam had aangenomen. 62 Zij zochten in de registers naar hun namen om hun afstamming te bewijzen, maar ze vonden die niet. Daarom werd besloten dat ze niet als priester konden dienen.*+ 63 De gouverneur* zei dat ze niet van de allerheiligste dingen mochten eten+ totdat er een priester was die de urim en tummim+ kon raadplegen.
-