14 Jehovah antwoordde Mozes: ‘Als haar vader haar recht in haar gezicht had gespuugd, zou ze die schande dan niet zeven dagen moeten dragen? Laat haar zeven dagen buiten het kamp in quarantaine doorbrengen,+ en daarna mag ze weer in het kamp komen.’

9 moet de weduwe van zijn broer voor de ogen van de oudsten naar hem toe gaan, zijn sandaal van zijn voet trekken+ en hem in het gezicht spugen. Dan moet ze zeggen: “Dit moet gedaan worden met de man die het huis van zijn broer niet wil opbouwen.”

Mijn gezicht hield ik niet verborgen voor vernederingen en speeksel.+

30 Ze bespuugden hem,+ pakten de rieten stok en sloegen hem op zijn hoofd.