-
Jesaja 50:6Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
6 Ik gaf mijn rug aan hen die me sloegen
en mijn wangen aan hen die mijn baard uittrokken.
Mijn gezicht hield ik niet verborgen voor vernederingen en speeksel.+
-
-
Mattheüs 27:29Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
29 en vlochten een doornenkroon die ze op zijn hoofd zetten. Ook duwden ze hem een rieten stok in zijn rechterhand. Toen knielden ze voor hem neer en maakten hem belachelijk. Ze zeiden: ‘Gegroet, Koning van de Joden!’
-