6 Ik zal daar op de rots in Ho̱reb vóór je staan. Je moet op de rots slaan en er zal water uit komen, zodat het volk kan drinken.’+ Dat deed Mozes terwijl de oudsten van Israël toekeken.

11 Mozes hief zijn hand op en sloeg twee keer met zijn staf op de rots. Toen stroomde er volop water uit, en de gemeenschap en hun vee gingen drinken.+

21 Ze hadden geen dorst toen hij ze door dorre streken leidde.+

Hij gaf ze water uit de rots.

Hij spleet een rots open en liet er water uit stromen.’+

4 en dronken allemaal dezelfde geestelijke drank.+ Want ze dronken uit de geestelijke rots die hen volgde, en die rots betekende* de Christus.+