‘O Jehovah, God van onze voorvaders, u bent God in de hemel.+ U hebt de macht over de koninkrijken van alle volken.+ In uw hand zijn kracht en macht, en niemand kan tegen u standhouden.+
2 Hierna kwam ik onmiddellijk in de kracht van de geest. Ik zag een troon in de hemel staan en er zat iemand op de troon.+3 Hij die erop zat had een uiterlijk als van jaspis+ en sardius,* en rondom de troon was een regenboog die eruitzag als smaragd.+