2Dit waren de inwoners van de provincie* die terugkwamen uit het midden van de ballingen,+ die koning Nebukadne̱zar van Babylon had weggevoerd naar Babylon+ en die later naar Jeruzalem en Juda teruggingen, ieder naar zijn eigen stad.+
25 Daarom zegt de Soevereine Heer Jehovah: “Ik zal de gevangenen van Jakob terugbrengen+ en medelijden hebben met* het hele huis van Israël.+ Ik zal mijn heilige naam vol ijver verdedigen.*+