-
2 Samuël 3:28, 29Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
28 Toen David het later hoorde, zei hij: ‘Ik en mijn koninkrijk zijn in Jehovah’s ogen voor altijd onschuldig aan het bloed+ van Abner, de zoon van Ner. 29 Mogen Joab en het hele huis van zijn vader gestraft worden.*+ Laat er in Joabs huis altijd iemand zijn die aan een afscheiding+ lijdt, die melaats*+ is, die met de spinklos* werkt, die door het zwaard omkomt of die honger lijdt!’+
-