-
1 Koningen 21:8-11Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
8 Ze schreef dus brieven in naam van Achab en verzegelde die met zijn zegel.+ Ze stuurde de brieven naar de oudsten+ en de vooraanstaande personen in de stad van Na̱both. 9 Ze schreef in de brieven: ‘Kondig een vasten af, en laat Na̱both vóór het volk zitten. 10 Laat twee slechte mannen tegenover hem zitten en tegen hem getuigen:+ “Jij hebt God en de koning vervloekt!”+ Breng hem dan naar buiten en stenig hem.’+
11 De mannen van zijn stad, de oudsten en de vooraanstaande personen die in zijn stad woonden, deden precies wat in de brieven stond die Izebel had gestuurd.
-
-
Jeremia 38:4, 5Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
4 De leiders zeiden tegen de koning: ‘Laat die man toch ter dood gebracht worden,+ want hij verzwakt het moreel* van de soldaten die in deze stad over zijn en ook van het hele volk door zulke dingen tegen ze te zeggen. Hij heeft niet de vrede van dit volk op het oog, maar hun ondergang.’ 5 Koning Zedeki̱a antwoordde: ‘Goed, hij is in jullie hand, want de koning kan niets doen om jullie tegen te houden.’
-