-
1 Samuël 8:11, 12Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
11 Hij zei: ‘Dit zal de koning die over jullie heerst, mogen eisen:+ Hij zal je zonen gebruiken+ om zijn strijdwagens te besturen+ en ze bij zijn ruiterij+ indelen, en hij zal sommigen voor zijn wagens uit laten lopen. 12 Hij zal bevelhebbers aanstellen over duizend+ en over vijftig.+ Sommigen zullen voor hem ploegen,+ zijn oogst binnenhalen,+ zijn oorlogswapens maken en zijn wagens uitrusten.+
-
-
1 Koningen 4:7Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
7 Salomo had in heel Israël 12 opzichters die de koning en zijn hofhouding van voedsel voorzagen. Elk van hen moest één maand per jaar voor het voedsel zorgen.+
-
-
2 Kronieken 26:9, 10Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
9 Bovendien bouwde Uzzi̱a in Jeruzalem torens+ bij de Hoekpoort,+ de Dalpoort+ en de Steunbeer, en hij versterkte ze. 10 Verder bouwde hij torens+ in de woestijn, en hij groef veel waterputten* (want hij had veel vee). Hij deed dat ook in de Sjefe̱la en op de vlakte.* Hij had boeren en wijnbouwers op de bergen en op de Ka̱rmel, want hij hield van de landbouw.
-
-
Hooglied 8:11Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
11 Salomo had een wijngaard+ in Baäl-Ha̱mon.
Hij vertrouwde de wijngaard toe aan beheerders.
Allemaal betaalden ze duizend zilverstukken voor de oogst.
-