25 Daarom is Jehovah woedend op zijn volk,

hij zal zijn hand tegen hen opheffen en hen slaan.+

De bergen zullen beven,

hun lijken zullen als vuil op straat liggen.+

Vanwege dat alles is zijn woede niet bekoeld,

zijn hand is nog steeds opgeheven om hen te slaan.

 4 Er blijft niets anders over dan neer te hurken bij de gevangenen

of te sterven met de gesneuvelden.

Vanwege dat alles is zijn woede niet bekoeld,

zijn hand is nog steeds opgeheven om hen te slaan.+