4 werd de stadsmuur doorbroken.+ Die nacht vluchtten alle soldaten door de poort tussen de beide muren bij de koningstuin, terwijl de Chaldeeën de stad hadden omsingeld. De koning nam de weg van de Ara̱ba.+
5 En ik zal alle rijkdom van deze stad, al haar bezittingen, al haar kostbare spullen en alle schatten van de koningen van Juda in handen van hun vijanden geven.+ En ze zullen die plunderen, meenemen en naar Babylon brengen.+