5 Jo̱jakim+ was 25 jaar toen hij koning werd, en hij regeerde 11 jaar in Jeruzalem. Hij bleef doen wat slecht was in de ogen van Jehovah, zijn God.+ 6 Koning Nebukadne̱zar+ van Babylon rukte tegen hem op om hem twee koperen boeien om te doen en hem weg te voeren naar Babylon.+