1Dit zijn de woorden van Jeremia,* de zoon van Hilki̱a, een priester in A̱nathoth+ in het gebied van Benjamin. 2 In de tijd van koning Josi̱a+ van Juda, de zoon van A̱mon,+ in het 13de jaar van zijn regering, kwam het woord van Jehovah tot hem.
3 ‘Vanaf het 13de jaar van koning Josi̱a+ van Juda, de zoon van A̱mon, tot nu toe, deze 23 jaar, is het woord van Jehovah tot mij gekomen, en ik bleef steeds weer* tot jullie spreken, maar jullie wilden niet luisteren.+