-
Jeremia 40:11, 12Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
11 En de Joden in Moab, Ammon, Edom en in alle andere landen kregen ook te horen dat de koning van Babylon een overblijfsel had toegestaan in Juda te blijven en dat hij Geda̱lja, de zoon van Ahi̱kam, de zoon van Sa̱fan, over ze had aangesteld. 12 De Joden keerden daarom terug uit alle plaatsen waarheen ze verdreven waren, en ze kwamen in het land Juda, bij Geda̱lja in Mi̱zpa. En ze verzamelden een enorme hoeveelheid wijn en zomervruchten.
-