6 Jehovah, je God, zal jouw hart en het hart van je nakomelingen reinigen,*+ zodat je Jehovah, je God, met je hele hart en je hele ziel* zult liefhebben en zodat je zult blijven leven.+
33 ‘Dit is het verbond dat ik na die dagen met het huis van Israël zal sluiten’, verklaart Jehovah. ‘Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen+ en in hun hart schrijven.+ Ik zal hun God worden en zij zullen mijn volk worden.’+
19 Ik zal ze een verenigd hart* geven+ en ik zal een nieuwe geest in ze leggen.+ Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen+ en ze een hart van vlees* geven,+