8 Jo̱jachin+ was 18 jaar toen hij koning werd, en hij regeerde drie maanden in Jeruzalem.+ Zijn moeder was Nehu̱sta, de dochter van Elna̱than uit Jeruzalem.
24 ‘“Zo zeker als ik leef,” verklaart Jehovah, “ook al was jij, koning Cho̱nja*+ van Juda, zoon van Jo̱jakim,+ de zegelring aan mijn rechterhand, ik zou je ervan afrukken!