8 Vlucht weg, keer je om!

Ga en verschuil je in de diepgelegen plaatsen, inwoners van De̱dan!+

22 De straf voor je zonde, dochter Sion, is voorbij.

Hij zal je niet opnieuw in ballingschap wegvoeren.+

Maar hij zal zijn aandacht richten op jouw zonde, dochter Edom.

Hij zal je zonden blootleggen.+

8 Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah: “Moab+ en Se̱ïr+ hebben gezegd: ‘Het huis van Juda is als alle andere volken.’ 9 Daarom ga ik de flank* van Moab blootgeven bij zijn grenssteden, de pracht* van zijn land: Beth-Je̱simoth, Baäl-Me̱on en zelfs Kirjatha̱ïm.+

1 Het visioen van Obadja.*

Dit zegt de Soevereine Heer Jehovah over Edom:+

“Sta op, laten we ons klaarmaken om ertegen te strijden.”’+