-
2 Koningen 23:31-34Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
31 Jo̱ahaz+ was 23 jaar toen hij koning werd, en hij regeerde drie maanden in Jeruzalem. Zijn moeder was Hamu̱tal,+ de dochter van Jeremia uit Li̱bna. 32 Hij ging doen wat slecht was in Jehovah’s ogen, precies zoals zijn voorvaders hadden gedaan.+ 33 Farao Ne̱cho+ zette hem gevangen in Ri̱bla,+ in het land van Ha̱math, zodat hij niet meer in Jeruzalem zou regeren. Hij legde het land toen een boete op van 100 talenten* zilver en een talent goud.+ 34 Bovendien maakte farao Ne̱cho Josi̱a’s zoon E̱ljakim koning in de plaats van zijn vader Josi̱a. Hij veranderde zijn naam in Jo̱jakim. Maar Jo̱ahaz nam hij mee naar Egypte,+ waar hij uiteindelijk stierf.+
-