-
Mattheüs 26:47-51Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
47 Hij was nog niet uitgesproken of Judas, één van de twaalf, kwam eraan. Hij had een grote menigte met zwaarden en knuppels bij zich, die door de overpriesters en de oudsten van het volk was gestuurd.+
48 Zijn verrader had een teken met hen afgesproken. Hij had gezegd: ‘Degene die ik kus, die is het. Neem hem gevangen.’ 49 Hij ging recht op Jezus af en zei: ‘Gegroet, rabbi!’ Toen kuste hij hem teder. 50 Maar Jezus zei tegen hem: ‘Vriend, wat kom je hier doen?’+ Toen kwamen ze naar voren, grepen Jezus en namen hem gevangen. 51 Iemand die bij Jezus was, trok zijn zwaard, haalde uit naar de slaaf van de hogepriester en sloeg hem zijn oor af.+
-
-
Lukas 22:47-51Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
47 Hij was nog niet uitgesproken of er kwam een menigte aan. Voorop liep de man die Judas werd genoemd, één van de twaalf. Hij kwam op Jezus af om hem te kussen.+ 48 Maar Jezus zei tegen hem: ‘Judas, verraad je de Mensenzoon met een kus?’ 49 Toen degenen die bij hem stonden, begrepen wat er ging gebeuren, zeiden ze: ‘Heer, zullen we er met het zwaard op inslaan?’ 50 Een van hen haalde zelfs uit naar de slaaf van de hogepriester en sloeg hem zijn rechteroor af.+ 51 Maar Jezus zei: ‘Zo is het genoeg.’ En hij raakte het oor aan en genas hem.
-
-
Johannes 18:3Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
3 Judas ging ernaartoe met een groep soldaten en beambten van de overpriesters en van de farizeeën. Ze kwamen daar met fakkels, lampen en wapens.+
-